- ...
- home
- nieuws
- the roeg ...
The Roeg Files: Insignificance (1985)

Zoals de meeste films van Roeg is deze verfilming van een toneelstuk van Terry Johnson (die ook het scenario schreef) dat in 1982 in première ging in het Londens Royal Court Theatre moeilijk in één genre te vangen. Roeg noemt het zelf een “tegelijk reële en mythische melodramatische farce”.
Het stuk was ten dele geïnspireerd door het feit dat er na Marilyn Monroes dood tussen bezittingen een gesigneerde foto van Albert Einstein aangetroffen werd. Het scenario brengt vier beroemdheden uit de jaren vijftig samen in een New Yorkse hotelkamer voor een veelbewogen nacht waarin hun mythische betekenis geëxploreerd wordt en ook onderling wordt verwisseld. De vier worden nooit bij naam genoemd maar enkel aangeduid als de Actrice, de Professor, de Senator en de Ballplayer. Stonden duidelijk model: de Hollywood seksbom Marilyn Monroe; Albert Einstein, de fysicus die de relativiteitstheorie ontwikkelde; senator Joseph McCarthy de belangrijkste figuur in de heksenjacht op (vermeende) communisten; M.M’s toenmalige wederhelft, de gevierde honkbalkampioen Joe DiMaggio, held van de New York Yankees.

Roeg spint uit de confrontatie tussen deze vier iconen uit het Amerika van de koude oorlog maar ook van de midcentury moderniteit, een intellectuele vaudeville maar ook een complexe bespiegeling over faam, relativiteit, legendevorming en perceptie. De vier beroemdheden mogen dan nog zo bewonderd, verheerlijkt of gevreesd worden, als individu zijn ze uitermate kwetsbaar; we zien ze vaak ten prooi aan schuldgevoelens of geterroriseerd door traumatische (jeugd)herinneringen. Toch kun je niet zeggen dat ze veel met elkaar gemeen hebben. Zoals Richard Combs schrijft (in Monthly Film Bulletin): “They all have different pictures of the universe in their heads. The comedy of Insignificance is predicated on that cosmic distance; its significance on the continual overlapping, unfolding and enfolding of everything beneath the stars.” Ze lijken dan ook alle vier uit een verschillende Galaxy te komen.
En ofschoon ze elk in hun domein sterren zijn, zijn ze onder de sterrenhemel nietige figuren die in hun microkosmos worstelen met het accepteren van hun essentiële kleinheid en eenzaamheid. Bij alle vier is er ook een diepe kloof tussen hun publiek imago en hun private realiteit. Alle vier zitten ze opgesloten in hun faam.

Insignificance opent met een polshorloge in vrije val in een gitzwarte kosmische leegte, een visualisering van het fysieke universum waarvan de Einstein-figuur de exacte aard probeert te beschrijven. Pardoes bevinden we ons in 1954 aan de uitgang van een bioscoop in Manhattan. In de film die er wordt opgenomen staat de Actrice (Theresa Russell met blonde Marilynpruik) op een rooster van de ondergrondse wat haar witte plooirok spectaculair en onthullend doet opwaaien, net als de beroemde scène uit Billy Wilders The Seven Year Itch. "I saw the face of God," zegt de technieker die onder haar benen de elektrische windmachine bestuurt. De hele film door zijn er trouwens allusies op God en op sterren (met het star system waar Marilyn het slachtoffer van is als het meest evidente).
1954 was ook het jaar dat de carrière van Monroe op zijn hoogtepunt begon te komen, ze op het punt stond te scheiden van DiMaggio en haar training bij de Actor’s Studio haar psychologisch ondermijnde. Wanneer het beroemde shot erop zit slaat de Actrice op de vlucht voor haar jaloerse tweede echtgenoot, de Ballplayer (Gary Busey) die op sportief vlak al over zijn hoogtepunt heen is en somber de ondergang van zijn leven onder ogen ziet. De Actrice laat zich in haar zwarte limousine naar het Roosevelt hotel voeren. (De naam van het hotel is zeker niet toevallig gekozen: toen Einstein aanwijzingen had dat de nazi’s een atoombom probeerden te produceren, schreef hij een waarschuwende brief naar president Roosevelt; wat resulteerde in het Manhattan Project en de ontwikkeling van de eerste atoombom).

Met een typische Marilyn-zin ("Are you busy? I’m probably pursued") valt ze de hotelkamer binnen waar de Professor (Michael Emil, enige "onbekende" acteur van het viertal die zijn weinige faam dankt aan de films van zijn jongere broer, de onafhankelijke filmmaker Henry Jaglom) in een Princeton sweatshirt berekeningen zit te maken over de omvang van het universum. Ze hoopt door de professor intellectueel gestimuleerd te worden. Hij heeft al de Senator (Tony Curtis) van zich moeten afschudden omdat die hem probeerde voor zijn kar te spannen door hem te doen getuigen voor zijn House Un-American Activities Committee (HUAC). Wanneer de Actrice aanklopt heeft de Professor net een nachtmerrie achter de rug over de nazi’s. Volgt een speelse uitwisseling/confrontatie tussen zijn naïeve genialiteit en haar geniale naïviteit. In de krachttoer uit de film waagt Theresa Russell zich met speelgoed op het tapijt aan een demonstratie van de relativiteitstheorie. De eminente geleerde beantwoordt de illustratie van zijn postulaat door zijn behaarde benen te laten zien aan Amerika’s meest begeerde filmster. En in haar laatste momenten met de professor probeert ze hem gerust te stellen dat hij niet verantwoordelijk is voor wat er gebeurde in Nagasaki en Hiroshima. (Het horloge van de professor staat permanent stil op 8.15, het uur waar op 6 augustus 1945 de Amerikaanse luchtmacht de atoombom genaamd Little Boy op Hiroshima dropte).
Bij het aanbreken van een nieuwe dag ruimt de speelse toon plaats voor dreiging en drama. De Ballplayer stormt de kamer binnen en de vaudeville moet wijken voor smartelijke echtelijke pathos. De Senator die de laatste stuiprekkingen van zijn heksenjachten moet incasseren denkt dat ze een als Marilyn Monroe opgedirkte prostituée is, impotent en seksueel gefrustreerd geeft hij haar een stomp in de maag zodat ze de baby moet aborteren die misschien haar huwelijk had kunnen redden. (Eerder zagen we haar in de badkamer ten prooi aan hallucinaties van een vroegere miskraam).

Nicolas Roeg toont zich een meester in het goochelen met allerhande juxtaposities maar ze zijn hier veeleer theatraal dan filmisch. De typische Roeg vertelstijl valt slechts sporadisch te bewonderen in Insignificance. Met name wanneer hij de dramatische spanning in het hotel Kammerspiel opdrijft door jazzy montages, flarden van dromen, nachtmerries en herinneringen. En hij zijn eigen tijdruimtelijk continuüm creëert: een onvoltooid, versplinterd mozaïek waarin zowel flitsende neonreclames, symboliek rond stilgevallen horloges, als de finale paddenstoelwolk boven Hiroshima een plek vinden. Want Insignificance is niet alleen een fantasie over een beroemde seksbom maar ook een fabel over de atoombom die ons ook al tijdens de Koude Oorlog boven het hoofd hing. Of zoals de Senator het verwoordt: "MC2 does equal one hell of a bang."
Voor ’t eerst in een Nicolas Roeg film primeren de tour de force vertolkingen op de visuele hoogstandjes en het virtuoze snijwerk. Vooral de prestatie van Theresa Russell springt eruit. Ze slaagt er voorwaar in om van haar uitbeelding van de meest geïmiteerde en geparodieerde Amerikaanse actrice een persoonlijke creatie te maken. Het is een rol haar op het lijf geschreven, of zoals Chuck Stephens het zo lyrisch omschreef in een essay voor de Criterion Blu-ray uitgave: "slipping into the Actress’s sensual white silk nothing of a summer dress would come as naturally to the sexually exuberant actress as bubbles do to a glass champagne."
Insignificance is een film die zich uiteindelijk door al zijn pretenties en niet volledig gerealiseerde ambities zelf de das omdoet. Het is een ten dele mislukte en frustrerende film maar met zo’n explosie aan talent, originaliteit en verbeelding, dat je ‘m toch niet licht zal vergeten.


Patrick Duynslaegher
Van 1972 tot 2011 was Patrick Duynslaegher filmcriticus voor Knack magazine, waar hij van 2001 tot 2011 hoofdredacteur was. Van 2011 tot 2018 was hij artistiek directeur van Film Fest Gent. Hij schreef onder meer voor Sight & Sound, the International Film Guide, Variety en Vrij Nederland. Hij is de auteur van vier boeken, een over André Delvaux’s ‘Woman in a Twilight Garden’, een verzameling reviews, een overzicht van 100 jaar cinema in reviews en een kritische studie over het werk van Martin Scorsese.