Wang chung ching-shih (Spring Swalow)

Het Zuiden van China, 1916. Chun-Yen (Lentezwaluw) wordt onverwachts en snel uitgehuwelijkt aan de rijke familie Chang. Na afscheid te hebben genomen van haar ouders verlaat zij de bescheiden dorpswoning om haar intrek te nemen in een welgesteld huishouden. Zij wordt verwelkomd door haar echtgenoot Chang, een weduwnaar, en zijn geweldige (in diverse betekenissen van het woord) moeder. Het huwelijk start goed en Chun-yen wordt graag gezien. Maar zij heeft last van haar gebrek aan opvoeding en zij voelt zich geremd door haar gebrekkige sociale verfijndheid. In een poging om Changs vorige vrouw te evenaren begint zij de kunst van het borduren te leren.

In de winkel waar ze zijdedraad kan kopen ontmoet zij een knappe jonge assistent, en zij begint met hem een geheime affaire. Hij heeft dezelfde achtergronden als zij en bij hem voelt zij zich goed en ontspannen. Gaandeweg groeit bij haar het verlangen van Chang weg te gaan en zij bereiden hun vlucht voor. Maar Chang komt onverwacht vroeg terug en hun relatie komt aan het licht. Zij wordt genadeloos mishandeld en het is alleen haar sterke overlevingsdrang die haar in leven houdt. Zij beseft dat zij alleen kan overleven als zij zich aan haar man onderwerpt. Gewillig kleedt zij zich zoals het hoort...