- ...
- home
- nieuws
- wide angle ...
Wide Angle: A Chiara - het modale maffiadrama overstegen
Twee elementen maken dat er bij het bekijken van A Chiara geen hinderlijke déjà vu opdoemt. Zoals Carpignano’s twee vorige films, Mediterranea (2015) en A Ciambra (2017) die samen met A Chiara een trilogie vormen, speelt ook deze film zich af in Gioia Tauro, een armzalig havenstadje in Calabrië (het zuidwestelijke punt aan de voorkant van de Laars van Italië), waar quasi feodale gebruiken en machtsverhoudingen nog geen verleden tijd zijn. De lokale maffia zwaait er de plak, staat er bekend als de ‘Ndrangheta’ en ontleent zijn macht aan bloedbanden. De regisseur geeft ons een gedetailleerde inkijk op deze criminele tradities die overgaan van de ene generatie op de andere. De erfelijke keten van deze malavita kan alleen verbroken worden door kinderen van hun familie te scheiden (en in opvangcentra of bij pleegouders onder te brengen) vooraleer ze meerderjarig zijn en zich deze cultuur van misdaad en geweld eigen hebben gemaakt. Het is de verankering van het misdaadsyndicaat in het hedendaags Italië dat aan de film zijn actualiteitswaarde geeft.
Het tweede element waarmee A Chiara de clichés van het modale maffiadrama ver overstijgt is het feministisch perspectief: we zien alles door de ogen van een vijftienjarig meisje dat we volgen over een cruciale periode van drie jaar waarin ze evolueert van volkomen onschuld tot pijnlijke betrokkenheid. Door deze volgehouden subjectieve benadering is het alsof de toeschouwer zelf geleidelijk geïntroduceerd wordt in een familie waar aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht is tot er een grote schaduw over de familiale perikelen valt en blijkt dat de titelheldin opgroeit in een schimmige wereld vol leugens, ontkenning en zelfbedrog.
Chiara (Swamy Rotolo) lijkt een tiener die opgroeit in een gewoon gezin en de dingen doet die je verwacht van een meisje van deze leeftijd. De energieke Chiara gaat naar de gym, is aan haar mobieltje gekluisterd, hangt uit met vriendinnen, heeft een speelse relatie met haar grotere en kleine zus, rookt stiekem een sigaret. De angst dat haar vader Claudio (Claudio Rotolo), wiens oogappel ze is, dit te weten komt, is zowat het enige wat haar zorgen baart. In deze armtierige streek leidt ze ongetwijfeld een geprivilegieerd bestaan en ze is niet bepaald aardig met degenen die het met veel minder moeten stellen. Op het feestje voor de achttiende verjaardag van de oudste zus, Giulia, komt de hele familie samen. Het lijkt wel alsof we naar een kroniek over tienergeluk zitten te kijken. Het feit dat de niet-professionele acteurs ook in het echte leven tot eenzelfde familie behoren, maakt de bloedband die de personages met elkaar hebben tastbaar. Het door en door Italiaanse parfum dat over deze scènes hangt, vergemakkelijkt dat we erin ondergedompeld worden.
Maar mede door de onderzoekende, beweeglijke camera die de chaotische bijeenkomst verkent, voelen we dat er naast een sterke en liefdevolle familieband ook een niet zo makkelijk vast te pinnen clangevoel heerst. Samen met Chiara vangen we flarden op van gesprekken tussen haar ouders en ooms die erop wijzen dat er iets verdacht aan de gang is. Wanneer de op straat geparkeerde auto van haar vader in de fik wordt gestoken, is Chiara er zeker van dat er dingen worden verzwegen die niet koosjer zijn. Haar moeder Carmela ontwijkt haar vragen over het plotseling verdwijnen van de patriarch van het gezin. Haar oudere zus weet meer maar vertikt het met antwoorden voor de boeg te komen. Hoorden we eerst nog op het verjaardagsfeest opgewekte Italiaanse seventies deuntjes, zoals Raffaella Carrà’s Tuca Tuca, dan worden nu enkele sleutelscènes overgoten met het omineuze ambient gezoem van Benh Zeitlin en Dan Romer. Stap voor stap komt Chiara dichter bij een waarheid die ze moeilijk aanvaarden kan: dat haar liefhebbende vader een drugstrafikant voor de maffia is. Iets wat haar uiteindelijk op het internet wordt bevestigd.
Zoals altijd bij Carpignano duurt het een poosje voor het verhaal uit zijn observerende scènes tevoorschijn komt, maar eens de dramatische gebeurtenissen op scherp gesteld, krijgt de film een niet aflatende urgentie. De regisseur maakt hier ook optimaal gebruik van zijn echte locatie: de nauwe kronkelende straten en steegjes en donkere portieken in een dorp dat hij kent als zijn binnenzak; de leegheid van het omringende boerenland.
Wanneer Chiara de schokkende waarheid over haar vader ontdekt, krijgt de louter atmosferische film de contouren van een heuse thriller, met scènes waarin de heldin in het huis een verborgen schuilkelder vindt of naar een naburige krottenwijk van Roma trekt die allemaal op de hoogte zijn van de afpersing en andere criminele feiten. Op weg naar een pleeggezin waartoe ze door de overheid gedwongen wordt, loopt Chiara weg, gaat ze op zoek naar haar vader die ze vindt in een mistig terrein waar hij tot het gevaar geweken is, een ingegraven bestaan leidt. Die logische symboliek van een ondergronds parallel bestaan vol geheime connecties, overheerst de film.
Helemaal in overeenstemming met de niet sensationele en feitelijke toon van de film loopt de finale onthulling van welke criminele activiteiten de vader nu precies uitvoert uit op een weinig spectaculaire climax. Chiara laat zich niet intimideren door haar ooms en wil om de volle waarheid te ontdekken de confrontatie aangaan met haar familie. Ze is erbij als haar vader en kornuiten op één avond 225.000 euro verdienen aan een cocaïnehandel. Wat anderen maffiapraktijken noemen, is voor Claudio een kwestie van overleven. Carpignano toont dit niet als een excuus maar als een feit. Het is maar zoals je het bekijkt. Terwijl Chiara en enkele maffiosi in de auto (met haar gezochte vader verborgen in de koffer) op een politiecontrole wachten, wijdt een van de mannen uit over de Florentijnse meester Rafaël die mensen niet schilderde zoals de conventie het voorschreef maar zoals hij ze zag, zoals ze waren.
Carpignano eindigt zijn film zoals hij begon, met een verjaardagsfeest. Dit keer wordt Chiara achttien. Dat ze met tegenstrijdige gevoelens blijft worstelen, is vanzelfsprekend. De keuzes die ze nu moet maken zullen haar verdere leven bepalen. De gym heeft ze alvast ingeruild voor het sprinten.
Alhoewel A Chiara de clichés van de maffia-film uit de weg gaat, duiken er onvermijdelijk scènes en tropen in op die bewust of onbewust naar klassiekers in dit sub-genre van de gangsterfilm verwijzen: het verjaardagsfeest waarmee de film opent doet denken aan het huwelijksfeest waarmee Francis Ford Coppola’s The Godfather (1972) opent maar ook aan de grillige familiebijeenkomst bij de aanhef van Marco Bellocchio’s Il Traditore (2019). De thematiek van de kinderen die de ontluisterende waarheid ontdekken omtrent hun maffiose vader roept onvermijdelijk gelijkaardige taferelen op uit The Sopranos, en dan in het bijzonder aflevering 5 uit het eerste seizoen, College. Daarin bezoekt Tony met zijn dochter Meadow universiteiten in Maine, meent hij een informant te herkennen die hij wil liquideren net als Meadow hem op de rooster legt omdat ze vermoedt dat hij bij de maffia is. En Chiara’s moeder mag dan ook in het echt Carmela heten, deze naam roept ook Tony’s vrouw Carmela voor de geest, die telkens wanneer haar moreel kompas tilt slaat met zichzelf overhoop ligt.
Patrick Duynslaegher
Van 1972 tot 2011 was Patrick Duynslaegher filmcriticus voor Knack magazine, waar hij van 2001 tot 2011 hoofdredacteur was. Van 2011 tot 2018 was hij artistiek directeur van Film Fest Gent. Hij schreef onder meer voor Sight & Sound, the International Film Guide, Variety en Vrij Nederland. Hij is de auteur van vier boeken, een over André Delvaux’s ‘Woman in a Twilight Garden’, een verzameling reviews, een overzicht van 100 jaar cinema in reviews en een kritische studie over het werk van Martin Scorsese.