Cannes gaat de immersieve toer op

Two Procecutors
Nieuws 21 mei 2025
Sterke films maar een zwakke filmmarkt, luidt het voorlopige oordeel van de internationale vakpers over de 78ste editie van het Filmfestival van Cannes. Van een uitgesproken favoriet voor de Gouden Palm is evenmin sprake. Het ontbreekt Cannes aan hype en vibes.

Immersieve films die je als toeschouwer overrompelen en uit je comfortzone halen zijn aan de orde van de dag en naast de moeder-en-kind thematiek kan je niet kijken. En dan moeten de jonge moeders uit de gelijknamige film van de gebroeders Dardenne nog langskomen.

De harde internationale politieke toestand duwde de tarievenoorlog van president Trump hier wat op de achtergrond maar de onzekerheid over de toekomst van veel filmcontracten is er. Naast de occasionele scherpe verwijten aan Trump, werd er in de coulissen van het festival op Europees niveau onderhandeld en overlegd over eventuele tegenmaatregelen waarbij de immateriële en culturele waarde van de film wordt onderstreept. Film is meer dan een industrie en meer dan een exportproduct. De spanning tussen cultuur en economie in de filmwereld dateert echter van lang voor Trump.

Beleven we inmiddels een uitzonderlijke festivaleditie? Te oordelen naar het dagelijkse in het vakblad Screen International verschijnende jury grid, het oordeel van een twaalftal internationale filmcritici, is dat niet het geval. Er is amper 1 film, Two Procecutors, die net boven een drie op vijf haalt. Vijf op de dertien beoordeelde competitiefilms, worden gebuisd. Krikken de nog negen te beoordelen films het peil nog wat omhoog? Op 24 mei krijgen we het eindoordeel van de critici en van de jury. En dat is niet altijd een match made in heaven.

In die sonne schauen still
Sound of Falling

Koepel

Toch hoopt iedereen hier dat Sound of Falling van de Duitse Mascha Schilinski op het palmares zal staan. De oorspronkelijke titel is In Die Sonne Schauen maar we hebben er het raden naar wat beide titels precies betekenen in een verhaal over vier vrouwen die over een periode van honderd jaar in dezelfde hoeve leven. Alma is een negenjarig meisje dat er woont bij de vorige eeuwwisseling, Erika huist er kort na de tweede wereldoorlog, Angelika is er thuis in de jaren tachtig en blijkbaar ligt de boerderij dan aan de grens van Oost- en West-Duitsland. Lenka verblijft er in de huidige tijd. Iedereen heeft zijn eigen verhaal en ze worden door elkaar verteld. Mascha Schilinski schakelt van het ene tijdperk naar het andere en “het lot van een vrouw in dat tijdsgewricht” vormt een soort koepel over de verschillende personages. Of er een sleutel is om ieder fragment te ontcijferen, is na een eerste visie niet duidelijk.

Gelaagd

Schilinski werkte na haar afstudeerfilm Dark Blue Girl drie jaar aan haar scenario. De inspiratie ervoor deed ze op toen ze zelf verbleef in de Duitse Altmark gelegen hoeve. Na het draaien wist ze niet goed wat ze met het materiaal moest aanvangen want “het weigerde in een plot geduwd te worden”. Vandaar dat niet alles duidelijk is in Sound of Falling. Wel is het zonneklaar dat Mischa Schilinski ons leert dat er nieuwe manieren zijn om een film te vertellen. Ze gaat zo creatief om met haar materiaal dat je geïntrigeerd toekijkt en wordt meegesleept in haar wereld. Bij haar krijgt de realiteit een magische dimensie. Het is goed toeven in Sound of Falling en je wil ernaar teruggaan. Een prachtvoorbeeld van immersieve, gelaagde cinema die je overrompelt en je op een overtuigende manier leert hoe je met beelden toch altijd nieuwe werelden kan oproepen. Voor velen is dit DE film van Cannes 2025.

Sirat still
Sirat

Uitgekiend

Anderen voelen zich geroepen om Sirat van de Spaanse cineast Oliver Laxe te bekronen als meest immersieve film. In deze film gaat een vader met zijn zoon op zoek naar zijn dochter die verdwenen is tijdens een rave party in Marokko. Hij verdeelt een foto van haar op een dergelijke party en volgt enkele authentieke ravers wanneer ze naar de grens van Mauretanië trekken voor een volgende set. De auto van de man is helemaal niet uitgerust voor zo’n woestijntocht. Aan avontuur is er geen gebrek in Sirat maar onderweg lijkt de regisseur zijn scenario te vergeten en komt het overleven van de personages op de eerste plaats. Bovenal is er de keiharde rave muziek die het realistische karakter van de film moet vergroten. In de immersieve wereld is beleven belangrijker dan louter kijken. Om het beleven zo groot mogelijk te maken, werd de grote Lumière zaal in het festivalpaleis zelfs uitgerust met de jongste snufjes op het vlak van geluidsweergave. De driedimensionale Dolby Atmos installatie kostte 1 miljoen euro. Een bewijs dat we vertrouwen hebben in de toekomst, zegt het stadsbestuur van Cannes. De investering komt op een goed moment want niet alleen de film Sirat valt op door zijn uitzonderlijke sound design. Zelden zoveel uitgekiende klank en muziek gehoord al op dit festival.

Nachtmerrie

Vernieuwende immersieve vertelkunst was er ook te zien in The Love that Remains van de IJslandse regisseur Hlynur Pálmason. Na zijn boeiende Godland volgt Pálmason in zijn jongste film hoe een gezin langzaam uiteenvalt. Bij het begin van zijn film laat hij zien hoe het atelier van de kunstzinnige moeder wordt gesloopt. Er zijn de ontelbare gelukkige momenten van een gezin dat op vakantie vertrekt of gewoon in de natuur wandelt. Terwijl de vader op een vissersboot werkt, moet moeder haar kunstwerken nu in openlucht zien te maken. Toch is er sleet op de relatie en rafelt het gezin uiteen. Naast alledaagse elementen gebruikt Pálmason heel wat magische en zelfs surrealistische vondsten om zijn punt te maken. Hij zorgde bv. voor de meest hallucinante droomscène uit het festival. De vader uit de film moet de haan uit de kippenren doden en dat zal hij geweten hebben. ‘s Nachts komt de haan op bezoek. Pálmason is een meesterverteller die met evenveel gemak realisme met tragische absurditeit vermengt. Originaliteit is troef in de deze film die door zijn fragmentarische opbouw een kleurrijk lappendeken vormt. Ook daaronder is het goed toeven.

Linteret d Adam still
L’interêt d’Adam

Dardenne stijl

Wie het over immersieve film heeft, denkt meestal aan technologische hoogstandjes als het gebruik van o.a. Virtual Reality (VR) of Augmented Reality (AR) om de filmbeleving zo realistisch mogelijk te maken. Er is in Cannes zelfs een competitie voor dat soort films vol nieuwe technologieën. Eenvoudiger kan eveneens, want wie haalde de kijkers zo dicht bij de filmpersonages dan de gebroeders Dardenne. Denk maar aan Rosetta. Een filmpersonage dat uitgroeide tot een begrip en naar wie een wet werd genoemd. In Rosetta kwamen geen ingewikkelde camerabewegingen voor, we volgden gewoon het personage, we namen haast het standpunt van de camera in. De Dardenne-stijl werd geboren en wordt meer nagevolgd dan men soms toegeeft. Laura Wandel gebruikt diezelfde stijl in haar L’interêt d’Adam waarmee ze hier de Semaine de la Critique opende. Haar vorige film Un Monde, over pestgedrag op school, maakte hier eerder een grote indruk. In L’interêt d’Adam maken we kennis met Lucy een hoofdverpleegster in een kinderziekenhuis. De kleine Adam is een van haar patiëntjes en hij belandde in het ziekenhuis met een armbreuk gelinkt aan ondervoeding. Adam weigert te eten als zijn moeder niet bij hem is en daarom heeft zijn alleenstaande moeder een bijzonder bezoekrecht. Dat wordt op een gegeven ogenblik door de vader in vraag gesteld. Met alle gevolgen voor Adam. Lucy komt in gewetensnood en er ontstaat een conflict tussen wet en zorg. Wandel heeft in haar jongste film meer oog voor een bepaalde casus dan voor een grotere problematiek. Ze geeft wel een goede voorzet voor het moeder en kind-verhaal dat in veel Cannesfilms een rol speelt.

Horrorverhaal

Ze allemaal behandelen zou ons te ver leiden en daarom verwijzen we naar Die, My Love van Lynne Ramsay, bekend van o.a. We Need to Talk about Kevin. Bij de eerste bekendmaking van de Cannesprogrammatie was Lynne Ramsay niet bij de uitverkorenen. Er werd daarop om haar selectie geroepen en de verwachtingen waren navenant. Temeer omdat niemand minder dan Jennifer Lawrence en Robert Pattinson de hoofdrollen vertolken. Uiteindelijk resultaat bij de Screen International test: 2,5/5 net erdoor dus. Grace en Jackson kennen een stormachtige relatie en betrekken een afgelegen huis van een familielid. Na de geboorte van haar eerste kind verzeilt Grace in een postnatale depressie. Grace wordt onhebbelijk, slaat met deuren en vensters en alles wat ze onder handen krijgt. Ze krabt de muren af, heeft geen gemoedsrust meer, heeft een minnaar of dat denkt ze toch, stemmingswisselingen komen met hoogtes en diepe laagtes. In een impulsieve bui trouwt ze met Jackson en dan laat ze zich verzorgen...Kortom een horrorverhaal dat met veel zin voor dramatiek wordt verteld door Lynne Ramsay. Weg is echter de diepsnijdende, intrigerende soberheid van We Need to Talk about Kevin. Ramsay maakt er nu een aan de oppervlakte blijvend spektakelstuk van vol visuele effecten waarin een brandend bos een hoofdrol speelt. Jennifer Lawrence etaleert alle facetten van haar acteerkunst en Robert Pattinson kijkt stil verbaasd toe. Misschien levert de rol van Grace Lawrence een palm op als beste actrice. Na deze film is er zeker nog plaats voor andere aspecten van het moederschap.

Eddington Cannes still
Eddington

Afknapper

Nog een grotere afknapper dan Die, My Love was Eddington van Ari Aster. Vooraf opgehemeld als de meest revolutionaire film van Cannes werd het een sof van jewelste. Ari Aster heeft een zekere bekendheid als een grootmeester in het horrorgenre. Hij situeert zijn scenario in het stadje Eddington, New Mexico. We zijn in het coronajaar 2020 en de lokale sheriff wil het bij de verkiezingen opnemen tegen de burgemeester. Er heerst verdeeldheid in de stad en de betogingen van Black Lives Matter werken de sheriff op de zenuwen omdat hij ze, net als de coronamaatregelen, niet onder controle krijgt. Daarom grijpt hij naar drastische middelen en schiet hij een van zijn vijanden neer. Hij komt daar een tijdlang mee weg maar alles ontaardt in een shootout van jewelste. Het gratuite geweld leverde hier alleen maar ergernis en vermoeienis op. Wat ons land betreft blijft de vertoning van Eddington in Cannes ook de enige. Ondanks de aanwezigheid van Joaquin Phoenix, Pedro Pascal en Emma Stone in de hoofdrollen.

Reconstructie

Begrijpelijk dat Cannes na zoveel onheil naar wat ontspanning smachtte. Dat kregen we op onze wenken met Nouvelle Vague van Richard Linklater. Hij reconstrueerde, in zwart-wit, tot in de details het productieproces van A bout de souffle van Jean-Luc Godard. Met deze film werd Godard een van de, laattijdige, grondleggers van de Franse historische Nouvelle Vague beweging die zich afzette tegen de cinéma de papa. Er werd geïmproviseerd, gemarchandeerd en gebadineerd op de set volgens een van de vele Godard adagiums: film kent een begin, een midden en een einde maar niet noodzakelijk in die volgorde.

Hedendaags

Het eerste deel van Godards gezegde is wel van toepassing op Two Prosecutors van Sergei Loznitsa die na knappe documentaires nu terug met een speelfilm uitpakt. Hij speelt zich af in het jaar 1937 tijdens de hoogdagen van Stalins terreur. In een gevangenis is een oude procureur allerlei brieven aan het verbranden en ontdekt daarbij de naam van de jonge procureur Kornev. Die komt hem ondanks alle tegenstand bezoeken en trekt later naar Moskou waar hij erin slaagt om de chef van de geheime dienst te spreken. Hij klaagt het lot aan van zijn collega en kan daarbij op veel begrip rekenen. Kornev verlaat opgebeurd Moskou. Wat er daarna gebeurt is hallucinant en Kafkaiaans. Je kan Loznitsa geen ongelijk geven als hij beweert dat Two Prosecutors een film voor deze tijd is. De Kafkaiaanse en de Trumpiaanse.

www.festival-cannes.com

DSC 4815

Raf Butstraen

Met decennia filmgeschiedenis op de teller is voormalig filmcriticus Raf Butstraen de geknipte man om het laatste filmnieuws te fileren voor Film Fest Gent.