- ...
- home
- nieuws
- wide angle ...
Wide Angle video-essays: Creativiteit (ont)ketenen

De creativiteit (ont)ketenen: Dogma 95
Met een manifest bestaande uit tien “kuisheidsgeloften” legde deze tegendraadse filmbeweging zichzelf een hele reeks beperkingen op. Die obstakels zouden de creativiteit net de vrije teugels geven, zo hoopten oprichters Thomas Vinterberg en Lars von Trier. Met respectievelijk Festen (1998) en The Idiots (1998) tekenden ze ook voor de eerste films die zich aan de Dogma 95 regels hielden.
Zelfgekozen ketens als kickstart voor creativiteit: het lijkt een contradictie. Toch is het een strategie die in de kunsten én in de wereld van het video-essay vaak gehanteerd wordt.
Restrictieve regelneverij
Wil je je snel inwerken in Dogma 95 dan zijn er best wel wat video-essays te vinden die daarbij kunnen helpen. Will Webb bijvoorbeeld gaat in vogelvlucht door de korte geschiedenis van de beweging in When the director rewrites the rulebook. Naast Festen voert hij ook The Idiots (1998, Lars von Trier) en Italian for Beginners (2000, Lone Scherfig) op als typevoorbeelden.
De meest originele samenvatting van het Dogma 95 manifest is ongetwijfeld van de hand van Richard T. Kelly. Hij schreef een boek over de filmbeweging en bewerkte dat ook tot een documentaire, The Name of This Film Is Dogme95 (2000, Saul Metzstein). Daarin zit een passage waarin een archetypische film noir scène stap voor stap uitgekleed wordt tot ze voldoet aan de tien geboden en verboden die Vinterberg en von Trier neerschreven. Kelly licht de regels zelf toe vanop een kansel in een kerk: een knipoog naar de prekerige en provocerende toon van de beginselverklaring. Het resultaat is een mooi staaltje performatieve filmkritiek: een kort video-essay dat conventionele filmregels inzet om de onconventionele aanpak van Dogma 95 duidelijk te maken. De speelse en ironiserende aanpak past bovendien perfect bij het kwajongensgehalte van Vinterberg en von Trier.
Ook het video-essay Dogme95: Purity of Human Drama besteedt aandacht aan de restrictieve regelneverij van de Deense manifestschrijvers. Na een (wat oppervlakkige) historische situering passeren de belangrijkste regels de revue. Maar maker Cheng Guo gaat verder dan het afvinken van dat lijstje. Hij voegt zelf nog een aantal andere aspecten toe die in veel Dogma 95 films te vinden zijn. Zo wijst hij erop dat heel wat vroege voorbeelden ensemblefilms zijn. Een grote groep personages die de grote emoties niet schuwt: dat sjabloon voor veel Dogma 95 verhalen werd al door eersteling Festen gecreëerd.
De tweede van de tien Dogma 95 regels is voor het muzikaal georiënteerde Film Fest Gent het meest relevant. “The sound must never be produced apart from the images or vice versa. (Music must not be used unless it occurs where the scene is being shot.)” Een klassieke filmscore is uitgesloten, want het achteraf toevoegen van muziek is uit den boze. In zijn video-essay The Film Movement Against Film Scoring fileert Albert Genower de obstakels én kansen die dat verbod meebrengt. Hij gebruikt Festen daarbij als case study en wijst op de creatieve manieren waarop regisseur Vinterberg de dissonante familierelaties in zijn film toch van muziek voorziet. Genower duikelt ook een toepasselijk citaat van Igor Stravinsky op. “Hoe meer beperkingen men zichzelf oplegt, hoe meer men zich bevrijdt van de ketenen die de geest gevangenhouden,” schreef die Russische componist. Wat aantoont dat het streven om via beperkingen tot creativiteit te komen al lang voor Dogma 95 (en ook buiten de filmkunst) zijn aanhangers kende.
Video-essays volgens het boekje
Ook video-essayisten houden zich al graag eens aan regeltjes. Neem The Essay Library, een gezamenlijk project van een heleboel video-essay makers die op YouTube actief zijn. Ze doorbreken de eenzaamheid van hun bestaan als YouTuber door zich als gemeenschap te profileren. Dat doen ze door opdrachten uit te schrijven voor korte video-essays en de ingezonden resultaten als een playlist te presenteren. De opdrachten omvatten inhoudelijke richtlijnen (een voorgeschreven thema of onderwerp) maar ook vormelijke en productionele restricties (een maximale lengte, een opgelegde titel, een beperking van de beschikbare productietijd). Dit levert telkens een bonte collectie video’s op die een afspiegeling zijn van de veelheid aan video-essay stijlen die je vindt op YouTube.
Vooral in de academische wereld is een planmatige en procedurele productie van video-essays erg populair. Heel wat academische beoefenaars van de vorm werden zelfs expliciet opgeleid binnen een strak keurslijf van vormelijke vereisten. Want elke zomer vindt aan het Middlebury College in de Amerikaanse staat Vermont Scholarship in Sound & Image plaats, een workshop rond videographic criticism. Daar krijgen academici zonder audiovisuele praktijkervaring een stoomcursus in het maken van video-essays. De concrete oefeningen die ze moeten uitvoeren zijn vormelijk strikt gereguleerd: van het maken van een videoversie van een PechaKucha tot het combineren van een bestaande scène met een zelf opgenomen voice-over die (eigenaardig genoeg) géén verband mag houden met de scène. Deze rudimentaire opdrachten zijn nuttig als vingeroefeningen in videomontage: ze moeten de onbeslagen studenten het vertrouwen geven met de technische software aan de slag te gaan. Of ze ook interessante inzichten of creatieve video-essays opleveren, is een andere zaak.
Ook na en naast die workshop vind je initiatieven die krijtlijnen uittekenen waarbinnen academische video-essayisten vervolgens werk creëren. De Israëlische mediawetenschapper Ariel Avissar zette er zelfs verschillende op poten. The TV Dictionary is een verzameling video-essays waarin televisieseries onder de loep genomen worden. Elke video-combineert fragmenten uit één serie met de woordenboekdefinitie(s) van één trefwoord dat de essentie van de serie vat. Ondertussen telt de verzameling al meer dan honderd video’s, gemaakt door dozijnen academici. Het format bleek zo populair dat er zelfs een spin-off kwam, The Screen Stars Dictionary, waarin telkens een acteur of actrice herleid wordt tot één kernwoord.
Once Upon a Screen is een groepsproject (gecureerd door Avissar en Evelyn Kreutzer) dat minder vormelijke voorschriften telt maar wel een inhoudelijke focus oplegt. Elk video-essay in deze reeks moet gaan over een vroege - traumatische of vormende - kijkervaring. De eerste jaargang van dit project verscheen in het academisch tijdschrift The Cine-Files. Een tweede collectie werd gepubliceerd in [in]Transition, en in die video-essay’s groeven de makers niet in hun eigen geheugen maar verbeeldden ze de herinneringen van een collega (een formalistisch aardigheidje dat het eindresultaat niet altijd ten goede kwam). Toch is Once Upon a Screen een goed voorbeeld van de kracht van een welomschreven opdracht, al was het maar omdat het de deelnemende academici de aanleiding gaf om heel persoonlijk uit de hoek te komen, zoals Jessica McGoff deed in haar desktopvideo My Mulholland.

Filmscalpel
Platform en website die aandacht geeft aan het format van het video-essay, gecureerd door David Verdeure.