The Chant of Jimmie Blacksmith

In 1788 waren er ongeveer 300.000 aborigines in Australië, inboorlingen, een primitief ras dat oorspronkelijk uit Maleisië stamt. Nu zijn er nog een 45.000 over en ca. 25.000 halfbloeden. De geschiedenis van dit volk is een hoofdstuk in de historie van Australië waarover men daar niet zo graag spreekt. Wel zegt men dat ze nu veel beter worden behandeld en met trots wijst men erop dat Yvonne Goolagong, tennisspeelster en ster van Wimbledon, een van de aborigines is. Een politiek van "Blank Australië" begon al omstreeks 1850 toen alle (destijds nog onafhankelijke) staten op dit continent wetten aanvaardden die immigratie voor kleurlingen en zwarte mensen haast onmogelijk maakten. Die politiek bleef ook na de oprichting van de Commonwealth of Australia in 1901 van kracht, en daarom is het opzienbarend en verheugend dat Australië nu het land is dat, op de VS en Canada na, het grootste aantal bootvluchtelingen uit Vietnam wil opnemen. In de laatste jaren van de 19de eeuw, de tijd waarin Jimmie Blacksmith speelt, hadden - zoals een onderwijzer in de film zegt - de blanken aan de aborigines "armoede, alcohol, syfilis, christendom, 250.000 doden en volslagen rechteloosheid" gebracht. De positie van deze inboorlingen was te vergelijken met die van de zwarte mensen in Amerika, niet met die van de Indianen. De aborigines voerden geen oorlog tegen de blanken. Slechts sporadisch kwam een enkeling in opstand zoals in 1900 de halfbloed Jimmy Governor, die een hele boerenfamilie vermoordde, door duizenden soldaten werd achtervolgd maar pas na vele maanden werd gegrepen. Misschien was deze episode een aanleiding voor de roman van Thomas Keneally The Chant of Jimmie Blacksmith, waarin hij het leven beschrijft van de zoon van een inheemse moeder en een onbekende blanke vader. Hij krijgt van een dominee enige scholing, werkt daarna als landarbeider, een tijdje bij de politie, later weer op het land. Hij wordt steeds uitgebuit en behandeld als een hond: eten, een slaapplaats, en soms warempel een waarderend aaitje op z'n schouder, zolang hij zich koest houdt en "brave Jimmie" is. Hij trouwt met een afgetobd blank meisje. Haar kind is blank. "Eerlijk, Jimmie", zegt ze, "ik dacht het was van jou", De boeren bij wie hij werkt, willen dat de blanke vrouw met de blanke baby van hem weggaat. Als zij dat niet doet en Jimmie bovendien weigert z'n broer en andere familieleden die bij hem ingetrokken zijn weg te sturen, krijgt hij geen loon meer - ook niet het achterstallige - en ook geen voedsel. Jimmie maakt amok, doodt de hele boerenfamilie en verklaart de oorlog aan de blanken. Met z'n broer trekt hij door het land, vermoordt mannen, vrouwen, kinderen; wordt steeds weer opgejaagd. De hele streek zit hem achterna. Zijn broer sneuvelt en hij wordt uiteindelijk gevangengenomen en opgehangen.