Kam doskáce ranní ptáce (Wie van de drie)

Pavel is een jongeman die heel bekwaam is op het vlak van wetenschappen en techniek, iets wat hij van zijn moeder heeft, die hem heel wat over haar werk in een research afdeling vertelt. Om 's mor­gens wat langer in bed te kunnen blijven heeft Pavel een systeem bedacht waardoor niet hij, maar een tape-recorder antwoordt als zijn moeder hem oproept . Ook op school gebruikt Pavel zijn tape-recorder om de leraar te doen geloven dat die dringend bij de direkteur moet komen. De moeder van Pavel krijgt heel wat klachten te horen. Haar zoon glijdt de trappen af over de leuning, wat streng verboden is, hij saboteert een wagen, en de televisie van de concierge die Pavel herstelde, geeft wel beeld, maar dat staat op zijn kop. Wat zijn moeder nog niet weet is dat Pavel enkele rooskleurige celweefsels uit haar laboratorium gestolen heeft. Met die cel­weefsels kan men kunstmatige wezens tot leven brengen. Alhoewel Pavel veel weet over de expe­rimenten met die weefsels slaagt hij er toch niet in enig resultaat te boeken. Het is pas op een zekere nacht, bij stormweer, dat er iets gebeurt. De inslag van een bliksem ontketent een reactie en na enkele minuten is het zover: Pavels dubbelganger is «geboren». Aanvankelijk is Pavel heel blij: eindelijk heeft hij iemand gevonden die in zijn plaats naar school zal gaan, studeren , opruimen en vooral altijd braaf zal zijn. Maar niets is minder waar, Pavel II dwingt Pavel ertoe zich steeds op een on berispelijke manier te gedragen. Wanneer een tweede storm de rest van de celweefsels in een Pavel III transformeert raakt Pavel werkelijk in de nesten. (vrij naar persdossier)