Wie is wie in de Italiaanse cinema?

P1brjl9vqm12ds1gvot3mv6vjo01
Nieuws 03 okt 2017
Voor wie de verschillende –ini’s in de Italiaanse cinema niet altijd uit elkaar kan houden (Pasolini, Comencini, Fellini, Zurlini, Bolognini, Rossellini), hierbij een alfabetische gids van de ronkende namen, maar ook van de vergeten en te herontdekken figuren in de rijke geschiedenis van de Italiaanse cinema van na WO II tot nu, van Antonioni tot Zeffirelli.

ANTONIONI, MICHELANGELO (1912-2007)

Een van de invloedrijkste Italiaanse beeldenmakers aller tijden en de grootste modernist uit de filmgeschiedenis. Hij ensceneert psychische processen en laat zijn ontwortelde personages verdwalen in de immensiteit van tijd en ruimte. Zet thematiek van onvermogen tot communicatie en vervreemding om in gedurfde vormexperimenten. Hij vond in zijn kleurenfilms de abstracte kunst opnieuw uit.

SLEUTELFILMS: 'L’avventura' (1960); 'L’eclisse' (1962); 'Blow up' (1966); 'Zabriskie Point' (1970).


ARGENTO, DARIO (1940)

Modernistische horrormeester en giallo-specialist. Een van de grote stilisten uit de Italiaanse cinema. Ondergewaardeerd omdat hij in zogeheten inferieure genres werkt, maar ook omdat zijn inspiratie nu al decennia lang is opgedroogd.

SLEUTELFILMS: 'L’ucello dalle piume di cristallo' (1970); 'Profondo rosso' (1975); 'Suspiria' (1977); 'Phenomena' (1985).

BELLOCCHIO, MARCO (1939)

Zijn carrière, begonnen in de jaren zestig, loopt parallel met deze van Bernardo Bertolucci. Trekt in zijn anarchistische pamfletten van leer tegen Kerk, staat, psychiatrie, bourgeoisie. Liet zich in latere psychodrama’s vol seksuele provocaties steevast bijstaan door zijn zielenknijper. Politiek en maatschappijkritiek domineren nog altijd zijn recente werk. Is de grootste regisseur onder de nog actieve Italiaanse filmmakers.

SLEUTELFILMS: 'I pugni in tasca' (1965); 'Nel nome del padre' (1971); 'Buongiorno, Notte' (2003); 'Vincere' (2009)

OP HET FESTIVAL: 'Per una rosa' (2017); 18 MIN. (in programma Italian Shorts)


BERTOLUCCI, BERNARDO (1940)

De dandy van de Italiaanse politieke film. Ondanks zijn trendgevoelig ideologisch gedram is hij vooral een sensualist en geraffineerde estheet. Verliest in de jaren 80 belangstelling voor zijn geboorteland, gaat met wisselend succes de internationale toer op, wijkt uit naar Londen en is de laatste jaren cinematografisch dakloos.

SLEUTELFILMS: 'Il conformista (1970)'; 'Last Tango in Paris' (1972); 'Novecento' (1976); 'The Last Emperor' (1987).

OP HET FESTIVAL: 'Il conformista' (1970) (Classics/Italian Political Cinema)

BOLOGNINI, MAURO (1922-2001)

Met zijn weelderige stijl, gretige picturale referenties, voorkeur voor kostuumfilms, verstikkende decors en decadente historische onderwerpen werd hij lange tijd een Visconti du pauvre genoemd, of om het in schilderkunstige termen te houden: un petit maître. Een onterecht denigrerende appreciatie, want zijn (kostuum)films zijn moderner, pertinenter en gedurfder dan doorgaans werd beweerd.

SLEUTELFILMS: 'Il bell’Antonio' (1960); 'Metello' (1970); 'L’Eredità Ferramonti' (1976)

OP HET FESTIVAL: 'Metello' (1970) (Classics/Italian Political Cinema)/ Imputazione di omicidio per uno studente' (1972) (Classics/Italian Political Cinema)

CAVANI, LILIANA (1933)

Het enige wat haar lijkt te interesseren is schandaal schoppen. Specialiteit: brandende seksuele passie tegen de achtergrond van hakenkruisen of fascistische art deco. In haar beruchtste film, 'The Night Porter' (1974) doen een gewezen SS-officier (Dirk Bogarde) en een Joods slachtoffer (Charlotte Rampling) in een Weens hotel hun liaison uit het concentratiekamp vol pijn en wellust nog eens dunnetjes over.

SLEUTELFILMS: 'The Night Porter' (1974); 'La pelle' (1981)

COMENCINI, LUIGI (1916-2007)

Volksfilmer die van alle markten thuis was – thrillers, sociale satires, komedies, historische fresco’s, operafilms, religieuze sprookjes-maar op zijn best in onbeschroomde melodrama’s als 'Incompreso' en 'Delitto d’amore'.

SLEUTELFILMS: 'Pane, amore e fantasia' (1953); 'Incompreso' (1967); 'Delitto d’amore' (1974)

OP HET FESTIVAL: 'Il compagno Don Camillo' (1965) (European Cinema Audiences)


DE SICA, VITTORIO (1901-1974)

Maakte na zijn baanbrekend neorealistische manifest Ladri di biciclette (1948) nog een aantal aangrijpende humanistische drama’s (zoals 'Umberto D' en 'La ciociara') maar viel in de jaren 60 van zijn monumentale voetstuk, met af en toe een terugkeer naar vroegere glorie ('Il giardino dei Finzi-Contini', 1971).

SLEUTELFILMS: 'Ladri di biciclette' (1948); 'Umberto D' (1952); 'Miracolo a Milano' (1951)

OP HET FESTIVAL: 'Il giardino dei Finzi-Contini' (1971) (Classics/Italian Political Cinema)

FELLINI, FEDERICO (1920-1993)

Heeft in zijn films een geheel eigen wereld geschapen -Felliniaans zeg maar- gebaseerd op dromen en jeugdherinneringen, circus, cartoons, erotische fantasieën en goochelkunstjes. Maakte van zelfmythologisering zijn hoofdmotief. Zijn werk is magisch, verbazend, vulgair, poëtisch, ongedisciplineerd en vermoeiend.

SLEUTELFILMS: 'La dolce vita' (1960); 'Otto e mezzo' (1963); 'Satyricon' (1969); 'Amarcord' (1973).

FERRERI, MARCO (1928-1997)

Provocateur die frontaal ten aanval trekt tegen de consumptiemaatschappij. Vier gezette burgers vreten zich letterlijk dood in 'La grande bouffe' (1972), Catherine Deneuve speelt het hondje van Marcello Mastroianni in 'Liza' (1972), Gérard Depardieu snijdt zichzelf de penis af in 'La dernière femme' (1976), Ornella Mutti vergrendelt haar vagina met een veiligheidsspeld in 'Tales of Ordinary Madness' (1981).

SLEUTELFILMS: 'La donna scimmia' (1964); 'Dillinger è morto' (1969); 'Break-Up- L’uomo dei cinque Palloni' (1963-1967)

OP HET FESTIVAL: 'L'udienza' (1972) (Classics/Italian Political Cinema)

GERMI, PIETRO (1914-1974)

Bekeerde zich na een aantal conventionele drama’s tot de zwartgallige zedenkomedie waarin hij de hypocrisie van het rooms-katholieke Italië hekelde.

SLEUTELFILMS: 'Divorzio all’ italiana' (1962); 'Sedotta e abbandonato' (1964); 'Signore & Signori' (1966).

LEONE, SERGIO (1929-1989)

Was zeker niet de grondlegger van het in de jaren 60 razend populaire genre, maar zette de spaghettiwestern wel op de wereldkaart. De twee andere Sergio’s (Corbucci en Sollima) zijn radicaler en subversiever, maar stilistisch is Leone de onbetwiste maestro van de barokke overdrijving.

SLEUTELFILMS: 'For a Few Dollars More' (1965); 'The Good, The Bad & The Ugly' (1966); 'Once Upon a Time in the West' (1968); 'Giu la testa' (1971); 'Once Upon a Time in America' (1984).

MONICELLI, MARIO (1915-2010)

Meest grimmige beoefenaar van de commedia all’italiana. Stelt schandalen, wantoestanden en hypocrisie aan de kaak in Vogliamo i colonnelli (rechtse staatsgreep), I compagni (staking in een textielfabriek) of Un borghese piccolo piccolo (gezellig burgermannetje verandert in een monsterachtige wreker).

SLEUTELFILMS: La grande guerra (1959); Casanova 70 (1969); Amici mei (1975).

OLMI, ERMANNO (1931)

Regionale cineast die de neorealistische traditie voortzet in kronieken over de moderne, industriële wereld ('Il posto', 'I fidanzati') en in zijn Gouden Palm winnend meesterwerk 'L’albero degli zoccoli' (1978), een elegisch epos over het leven van boeren in Lombardije.

SLEUTELFILMS: 'Un certo giorno' (1968); 'Durante l’estate' (1971); 'Il mestiere delle armi' (2001).

PASOLINI, PIER PAOLO (1922-1975)

Schrijver, dichter, filmer, journalist, criticus, marxist, homo, intellectueel, provocateur, martelaar, reactionair, avant-gardist, schandaalschopper en relnicht. P.P. P was het allemaal. Met zijn paradoxale persoonlijkheid domineerde hij het artistieke leven en het politieke discours in Italië van de jaren 60 tot zijn dood in 1975.

SLEUTELFILMS: 'Accatone' (1961); 'Edipo Re' (1967); 'Teorema' (1968); 'Porcile' (1969); 'Salo o le 120 giornate di Sodoma' (1975).

OP HET FESTIVAL: 'Teorema' (1968) (Classics/Italian Political Cinema)

PETRI, ELIO (1929-1982)

In flamboyante zwartgallige satires ventileerde hij zijn scherpe kritiek op excessen bij patronaat ('La classe operaia va in paradiso'), politie, gerecht ('Indagine su un cittadino al di sopra di ogni sospetto'), de bezittende klasse ('La proprietà non è piu un furto') en de pijlers van de christendemocratie. ('Todo Modo'). De meest vergeten en meest onderschatte Italiaanse regisseur van zijn generatie is dringend aan herontdekking toe.

SLEUTELFILMS: 'A Ciascuno il suo' (1967); 'Indagine su un cittadino al di sopra di ogni sospetto' (1970), 'Todo Modo' (1976)

OP HET FESTIVAL: 'Todo Modo' (1976) (Classics/Italian Political Cinema)

PONTECORVO, GILLO (1919- 2006)

Tekende met La battaglia di Algeri, over de folterpraktijken van het Franse leger in de strijd tegen het FLN, voor een van de grote politieke films van de jaren 60. De docu-realistische stijl blijft nog altijd onovertroffen.

SLEUTELFILMS: 'Kapo' (1960); 'La Battglia di Algeri' (1966); 'Queimada' (1969); 'Ogro' (1979)

OP HET FESTIVAL: 'La battaglia di algeri' (1966) (Classics/Italian Political Cinema)

RISI, DINO (1916-2008)

Een van de meesters van de commedia all’italiana, die werd gevoed door de existentiële crisis en twijfels over de nieuwe welvaartmaatschappij nadat de euforie over de naoorlogse economische bloei was geluwd.

SLEUTELFILMS: 'Il sorpasso' (1962); 'Il mostri' (1963); 'In nome del popolo Italiano' (1971); 'Profumo di donna' (1974)

ROSI, FRANCESCO (1922-2015)

Belangrijkste figuur in de politieke cinema van de jaren 60 en 70. Tackelt in zijn als dossiers opgebouwde films de maffia, grondspeculatie, corruptieschandalen, terrorisme, de kloof tussen noord en Zuid, het obscurantisme van de christendemocratie. De nieuwe generatie cinefielen is jammer genoeg niet met zijn films vertrouwd, ook al omdat ze zelden vertoond worden, niet op dvd beschikbaar zijn en ook verstrikt zitten in rechtenkwesties (vandaar dat we ook geen enkele film van Rosi konden programmeren voor de Italian Political Cinema sectie)

SLEUTELFILMS: 'Salvatore Giuliano' (1962); 'Le mani sulla città' (1963); 'Il caso Mattei' (1972); 'Cadaveri eccellenti' (1976)

ROSSELLINI, ROBERTO (1906-1977)

De meester van het neorealisme ('Roma, città aperta', 1945) zegde in de jaren 60 de bioscoopfilm vaarwel en spitste zich toe op televisiefilms waarin hij historische portretten schetste en resoluut koos voor didactisme, christelijk spiritualisme en een quasi-amateuristische techniek.

SLEUTELFILMS: 'Paisà' (1946); 'Viaggia in Italia' (1954); 'Il Generale della Rovere' (1959); 'Vanina Vanini' (1961)

SCOLA, ETTORE (1931-2016)

Scoorde in de jaren ‘70 met zijn kronieken van een gedesillusioneerde generatie die zijn politieke idealen verloochende ('C’eravamo tanto amati', 1974, La terrazza, 1980), een grove komedie over het Romeinse subproletariaat ('Brutti, sporchi e cattivi', 1976) en een kritisch melodrama over de romance tussen een homo en een huissloof tijdens het fascisme, met in de hoofdrollen Marcello Mastroianni en Sophia Loren, het koningspaar van de populaire Italiaanse cinema (Una giornata particolare, 1977).

SLEUTELFILMS: 'C’eravamo tanto amati' (1974); 'Una giornata particolare' (1977); 'Passione d’amore' (1981); 'La nuit de Varennes' (1982).

OP HET FESTIVAL: 'Una giornata particolare' (1977) (Classics/Italian Political Cinema)

TAVIANI, PAOLO & VITTORIO (1931/1929)

De politieke fabels van deze marxisten zijn sterk beïnvloed door Brecht, hun stijl is afwisselend didactisch en lyrisch, met een voorkeur voor een frontale mise-en-scène die refereert aan de fresco’s uit de Quattrocento.

SLEUTELFILMS: 'Allonsanfan' (1974); 'Padre padrone' (1976); 'La notte di San Lorenzo' (1982); 'Kaos' (1984).

VISCONTI, LUCHINO (1906-1976)

Zelfs zijn neorealistische mijlpalen ('Ossessione', 1943 ; 'La terra trema', '1948'; 'Rocco e i suoi fratelli', 1960) waren al doordrongen van een opera-achtige kunstmatigheid. Maar pas in zijn latere historische fresco’s en melodrama’s ging hij voluit de barokke toer op en werd hij de ongeëvenaarde meester van de somptueuze mise-en-scène.

SLEUTELFILMS: 'Il gattopardo' (1962); 'The Damned' (1969); 'Ludwig' (1972); 'Morte a Venezia' (1971).

WERTMULLER, LINA (1928)

Haar groteske komedies en wilde aanklachten zijn totaal ongenietbaar door de hysterische, opgewonden stijl en de overacting die tragisch bedoelde scènes karikaturaal of potsierlijk maakt. Nu (gelukkig) vergeten maar destijds zwaar over het paard getild.

SLEUTELFILMS: 'Film d’amore e d’anarchia' (1973); 'Pasqualino Settebellezze' (1975).

ZEFFIRELLI, FRANCO (1923)

Van huize uit operaregisseur. Kende zijn moment de gloire met Shakespearebewerkingen ('The Taming of the Shrew', 'Romeo and Juliet', 'Hamlet'), maar de rest van zijn werk is maniëristisch en decoratief.

SLEUTELFILMS: 'Romeo and Juliet' (1968); 'La Traviata' (1982); 'Hamlet' (1990).

ZURLINI, VALERIO (1926)

Een outsider in de Italiaanse cinema, die bij geen enkele beweging, stijl of trend is onder te brengen. Zijn films zijn uitermate divers en worden de laatste jaren terecht herontdekt.

SLEUTELFILMS: 'Estate violenta' (1959); 'La ragazza con la valigia' (1961), 'Cronaca familiare' (1962); 'The Professor/La prima note di quiete' (1972), 'Il deserto dei Tartari' (1976).


Ontdek hier onze 'Classics'