Festivalfilm in de bioscoop: Like Father, Like Son

Op een dag krijgt de hardwerkende architect Ryota uit het gezin Nonomiya een telefoontje van het ziekenhuis met de melding dat zijn zesjarig zoontje bij de geboorte per vergissing werd verwisseld. Idem voor de Saiki-familie, met drie kinderen. De kraamkliniek brengt de beide ouderparen in contact met elkaar om kennis te maken met hun respectieve biologische zonen. De vraag is of ze het kind dat ze al die tijd hebben opgevoed als hun eigen vlees en bloed, nog wel willen verwisselen met hun biologisch kind.
Kore-eda ruilt de rauwere semi-documentairestijl uit zijn meesterwerk 'Nobody Knows' in voor een meer gestileerde aanpak. Het resultaat is een ironievrij drama over kinderliefde en gebroken familiebanden, waarmee Kore-eda zich weer een voortreffelijke "kinderregisseur" toont, die spontane acteerprestaties uit zijn piepjonge cast weet te halen. 'Like Father, Like Son' kan uiteraard bekeken worden als een studie van de eeuwenoude "nature vs. nurture"-discussie, maar weet ook tedere humor te koppelen aan menselijk drama. En dat op een manier en in een stijl die onvermijdelijk herinneringen oproept aan Yasujiro Ozu, de maestro van het klassieke Japanse familiedrama.
'Like Father, Like Son' was het boegbeeld van de Cannesfilms waarin de relatie tussen kinderen en ouders centraal stond. Hirokazu Kore-eda werd voor zijn familiedrama gelauwerd met de Juryprijs én kreeg een speciale vermelding van de oecumenische jury. De crisischroniquer van het hedendaagse Japan mag dan wel een filmcliché hebben aangegrepen - twee kinderen die bij de geboorte werden verwisseld - hij legt er wel een prangende paradox in de Japanse samenleving mee bloot: ouders werken er zo hard om de toekomst van hun kroost te verzekeren, dat hun kinderen hen nauwelijks nog te zien krijgen. Een film die aanleiding kan geven tot een debat, quoi. Ondertussen kocht Cannes 2013 jury-voorzitter Steven Spielberg de rechten om een remake te maken van deze 'Like Father, Like Son'.