Underjordens hemlighet

Een jongen wordt in de spoedafdeling binnengebracht. Een hulpeloos kijkende vader en onverschillige patiënten in de gang flitsen voorbij. In zijn kamer maken we samen met de verpleegster Sara echt kennis met de jongen, een schrale kleine knaap Nisse, voor wie het bed veel te groot lijkt en die nog alles moet leren over ziekenhuizen. In Nisses kamer slaapt nog een oudere man die vervaarlijk snurkt en Lelie, een jonge rebel van Nisse's leeftijd. Iedere toenadering die Nisse betracht, loopt stuk op de muur van afwijzing en onverschilligheid van de bleke Lelie. Maar na een nogal pijnlijke spuitjes-sessie die Nisse moet ondergaan, zal Lelie hem troosten en hem zelfs uitnodigen te helpen met zijn Zeppelin. Hij legt uit dat de Zeppelin die hij bouwt slechts een model is, de bedoeling is een reusachtig groot luchtschip te maken, dat vol te laden met het voedsel uit de atoomschuilkelder van het hospitaal en het op te sturen naar Afrika. Hierbij krijgt hij hulp van een zonderling die in de kelders leeft en die Lelie Robinson Crusoe genoemd heeft, omdat hij hem op een vrijdag voor het eerst zag. T.b.v. hun plan stelen ze alle ziekenhuisapparatuur die ze denken nodig te hebben. Doch ze zijn niet erg mobiel; Nisse heeft astma en Lelie moet wegens zijn leukemie aan een baxter blijven. Hoe dan ook, op een dag, maken ze zich klaar om de lancering te realiseren.