The Round-Up (Szegénylegények)

1869. De regering van de Oostenrijkse Hongaarse monarchie onderneemt een poging om de straatrovers, vogelvrijen en ongeregelde bendes die zich tegen de macht verzetten te pakken te krijgen. De rijkspolitie drijft een paar honderd boeren samen in een burcht om onder hen de misdadigers te zoeken. Met de hulp van een oude vrouw wiens zoon vermoord werd, slaagt men erin een verdachte te identificeren. In het verhoor bekent hij vijf mensen gedood te hebben. De politie wil hem genade verlenen als hij bereid is andere misdadigers te verraden. De moordenaar is tot alles bereid om zijn leven te redden en hij verklikt zijn vrienden. Nadien moet hij door de politie uit de wraakzuchtige handen van zijn vroegere vrienden gered worden, hij krijgt geen genade. Hij wordt samen met de anderen in een kerker opgesloten en prompt vermoord door een van hen. Onder de gevangenen bevinden zich ook een vader en zijn zoon. Een van de twee zal gedood worden, zo werd beslist. De vader wil zijn zoon redden en de zoon zijn vader. Ze zijn bereid iedereen te verraden. Zelfs Sándor, de legendarische commandant der gewezen vrije troepen, onder wiens leiding ze deelnamen aan de vrijheidsoorlog van 1848. Maar Sándor bevindt zich niet in de burcht. Uit wanhoop verklikken ze dan maar de moordenaar van de vorige verrader ...