Regisseur
Bob Rafelson
Met
Jack Nicholson, Bruce Dern, Ellen Burstyn
Editie 1979
103'
-
1972
-
Drama
-
Taal:
Engels, Japans
Daterend uit 1972, THE KING OF MARVIN GARDENS is een film, met nochtans beroemde sterren op het affiche, die heel heel geringe kansen gehad heeft in Europa, waar hij enkel in Londen en Parijs op een normale wijze uitkwam. In België is de film slechts bekend van een "bliksembezoek" in het zomerse Brussel. De vertoning op het Gentse filmgebeuren zou wel de laatste kunnen zijn in Europa.
Wat is er aan de hand met Bob Rafelson? Zijn hele carrière bestaat uit vier films: HEAD, FIVE EASY PEACES, THE KING OF MARVIN GARDENS en STAY HUNGRY. Ondanks een kleine output is Bob Rafelson een van de belangrijkste regisseurs uit de onafhankelijke Amerikaanse filmscène. THE KING OF MARVIN GARDENS is een allesbehalve moeilijke film: het is wel een vreemde ervaring voor iedereen wie de sterke verhaalskwaliteiten van de Amerikaanse kinema nauw aan het hart liggen. Het opvallende aan de persoonlijkheid van Rafelson is dat hij zijn zeer oplettende kamera op een stuk realiteit richt zonder weinig speling te laten voor de klassieke fantazie en dramatiek van het fiktiefilmen. Het verhaal dat we te zien krijgen is ongeartikuleerd en gededramatizeerd behalve dan de finale gewelduitbarsting, maar die komt zo onverwacht en vernielend over dat het elke dramatische konventie tart. Rafelson spitst zich vooral toe op interieure aktie, vandaar ook dat een algemeen klimaat van understatement en een zekere geestelijke affiniteit met Antonioni aanwezig is. Dit alles is al zeer bevreemdend en het feit dat Rafelson ons landschappen toont en plekken uit Amerika die zelden het bioskoopscherm halen werkt dit in de hand. Het dominerend dekor is hier Atlanta City, een gore afgetakelde badstad waarin bombaste palazzi, eens monumenten van praalzucht tot doodse hoteltempels herschapen zijn. Met dit dekor, met op de voorgrond vulgaire toeristische attrakties en achter de schermen een n*mafia, volgen we de eigenaardige bezigheden van vier mensen, hun momenten, hun hoop, hulpeloosheid, samenzijn maar ook van versplintering die brutaal op een tragedie uitloopt.
Hetzelfde basisidee als in FIVE EASY PEACES komt in deze film naar voren: de mens die achter zijn dromen aanholt. De mens die in een schijnwereld leeft omdat hij in de werkelijkheid zoals ze is geen houvast vindt. Was deze mens in FIVE EASY PEACES herkenbaar en tragisch, dan zitten we in THE KING OF MARVIN GARDENS niet slechts met fantasten opgescheept maar gewoon met een stel gekken. Dat zegt Jack Nicholson ook op een ogenblik en hij voegt er nog aan toe "maar in een gekkenhuis valt het eerlijk uit te maken wie eigenlijk echt gek is." Wat deze film echter vooral zo boeiend maakt is dat je telkens de draad weer kwijt bent op het ogenblik dat je hem gelooft te ontdekken. De onderlinge relaties tussen de personages worden zonder enige noodzaak duister gehouden. Bij dit alles kleeft er aan de sfeer van zielig modern miserabilisme de troosteloze sfeer van "zo'n aardige badplaats" in de winter iets zo makabers dat je er kil van wordt. Alleen de Amerikanen kunnen zo'n griezelig modern leefklimaat oproepen.
Wat is er aan de hand met Bob Rafelson? Zijn hele carrière bestaat uit vier films: HEAD, FIVE EASY PEACES, THE KING OF MARVIN GARDENS en STAY HUNGRY. Ondanks een kleine output is Bob Rafelson een van de belangrijkste regisseurs uit de onafhankelijke Amerikaanse filmscène. THE KING OF MARVIN GARDENS is een allesbehalve moeilijke film: het is wel een vreemde ervaring voor iedereen wie de sterke verhaalskwaliteiten van de Amerikaanse kinema nauw aan het hart liggen. Het opvallende aan de persoonlijkheid van Rafelson is dat hij zijn zeer oplettende kamera op een stuk realiteit richt zonder weinig speling te laten voor de klassieke fantazie en dramatiek van het fiktiefilmen. Het verhaal dat we te zien krijgen is ongeartikuleerd en gededramatizeerd behalve dan de finale gewelduitbarsting, maar die komt zo onverwacht en vernielend over dat het elke dramatische konventie tart. Rafelson spitst zich vooral toe op interieure aktie, vandaar ook dat een algemeen klimaat van understatement en een zekere geestelijke affiniteit met Antonioni aanwezig is. Dit alles is al zeer bevreemdend en het feit dat Rafelson ons landschappen toont en plekken uit Amerika die zelden het bioskoopscherm halen werkt dit in de hand. Het dominerend dekor is hier Atlanta City, een gore afgetakelde badstad waarin bombaste palazzi, eens monumenten van praalzucht tot doodse hoteltempels herschapen zijn. Met dit dekor, met op de voorgrond vulgaire toeristische attrakties en achter de schermen een n*mafia, volgen we de eigenaardige bezigheden van vier mensen, hun momenten, hun hoop, hulpeloosheid, samenzijn maar ook van versplintering die brutaal op een tragedie uitloopt.
Hetzelfde basisidee als in FIVE EASY PEACES komt in deze film naar voren: de mens die achter zijn dromen aanholt. De mens die in een schijnwereld leeft omdat hij in de werkelijkheid zoals ze is geen houvast vindt. Was deze mens in FIVE EASY PEACES herkenbaar en tragisch, dan zitten we in THE KING OF MARVIN GARDENS niet slechts met fantasten opgescheept maar gewoon met een stel gekken. Dat zegt Jack Nicholson ook op een ogenblik en hij voegt er nog aan toe "maar in een gekkenhuis valt het eerlijk uit te maken wie eigenlijk echt gek is." Wat deze film echter vooral zo boeiend maakt is dat je telkens de draad weer kwijt bent op het ogenblik dat je hem gelooft te ontdekken. De onderlinge relaties tussen de personages worden zonder enige noodzaak duister gehouden. Bij dit alles kleeft er aan de sfeer van zielig modern miserabilisme de troosteloze sfeer van "zo'n aardige badplaats" in de winter iets zo makabers dat je er kil van wordt. Alleen de Amerikanen kunnen zo'n griezelig modern leefklimaat oproepen.
Image gallery
Generiek
Regisseur
Bob Rafelson
Met
Jack Nicholson, Bruce Dern, Ellen Burstyn
Scenario
Jacob Brackman
Cinematograaf
László Kovács
Monteur
John F. Link
Producent
Bob Rafelson
Meer informatie
Taal
Engels, Japans
Productielanden
Verenigde Staten van Amerika
Jaar
1972