Het Orkest van de Achttiende Eeuw, geleid door Frans Brüggen, werd opgericht om de klassieke meesterwerken uit die eeuw, van Jean-Philippe Rameau en Bach tot Mozart, Haydn en de jonge Beethoven, te vertolken. Het is het enige gezelschap ter wereld dat in grootte, bezetting en instrumentatie het model van het vorstelijke klassieke orkest volgt. Ruim 40 musici van 13 nationaliteiten, allen specialisten op het gebied van de 18e-eeuwse muziek, komen twee keer per jaar bijeen om zich te wijden aan hun gemeenschappelijke passie. De film volgt het orkest vanaf de eerste repetities in Amsterdam tot de toernee die voert langs Europa's hoofdsteden: Parijs, Bonn, Madrid. Behalve die geografische tocht is er de speurtocht in het verleden, de archeologie van de klank, het zoeken naar de juiste interpretatie, - "het opduiken van het wrak van een schip" noemt Brüggen het - met als doel de muziek zo nauwkeurig mogelijk te laten klinken als de componist zich dat destijds zou hebben voorgesteld. En ten slotte is er nog de worsteling met de authentieke instrumenten, die weliswaar veel genuanceerder, maar ook veel zachter klinken dan een modern instrument. "De muziek is groter dan het instrument", zegt John Gibbons. Een sforzato-teken in de 1e symfonie van Beethoven vergt van de musici dan ook een uiterste krachtinspanning.
(Persmap)
Erik Van Zuylen (Utrecht 1943) studeerde toneel en film. Hij debuteerde in 1975 met Blokpost/De laatste trein. Voor de N.O.S. maakte hij programma's over schrijvers. In 1979 kwam zijn tweede speelfilm: Opname. In 1980 verfilmde hij het toneelstuk van Frans Xaver Kroetz Vooruitzichten. De Anna (1983) was vorig jaar op het Filmgebeuren te zien. Thans werkt hij aan de speelfilm Kapitein Nemo.
Generiek
Erik van Zuylen
Frans Brüggen
Marc Felperlaan, Kester Dixon
Rob van Steensel
Meer informatie
Nederland
1984