Kassbach

Kassbach is een vijftigjarige kruidenier in een Oostenrijkse provinciestad. Hij woont samen met zijn vrouw, die thuis in stationromannetjes en damesblaadjes zit te lezen, en een langharige zoon die problemen heeft. Kassbach leeft erg op zichzelf. Zijn huisgenoten negeert hij en hij doet zijn eigen zin. Zo neemt hij zijn winkelmeisje - een 15-jarig kind op leercontract - mee naar een appartementje voor ‘nadere kennismaking’. Ook de moeder van het meisje geeft hij een ‘beurt’. In de winkel praat hij over de teloorgang van het fatsoen, over de jeugd die nergens voor deugt en over de slapheid van de democraten (christen en sociaal). Zijn avonden brengt hij door met enkele vrienden op café, luidkeels zijn ongenoegen luchtend over vreemdelingen die overal ‘de goede burgers voor de voeten lopen’. Vandaar ook dat hij deelneemt aan de oprichting van het extreem-rechtse ‘Initiatief’, een beweging die gastarbeiders, links en langharig tuig en alle afwijkelingen van de straat zal vegen.
Thuis speelt hij de dictator, al heeft dat op zijn zoon niet het gewenste effect. Het komt zowel thuis als op straat tot botsingen. Bij een demonstratie komen vader en zoon oog in oog: de demonstranten worden zowel door de politie als door ‘Initiatief’ ineengeslagen. Kassbach traint zich ook in het schieten. Het duurt niet lang of hij brengt zijn vaardigheden in de praktijk…
Tijdens de zoveelste twist met zijn zoon grijpt Kasbach zijn revolver… Kassbach is een wrange film over het alledaagse fascisme van de kleine man. Patzak, geschoold als psycholoog, slaagt erin alle typische gedragingen van de fascist uit te tekenen en ze in hun alledaagse verschijningsvormen te plaatsen. Dat hij daarbij niet uitsluitend een enkeling heeft willen tekenen is duidelijk. Kassbach werpt een somber licht over de mentaliteit van een bepaald soort Oostenrijker. (wp)