Exile

Australië op het eind van de vorige eeuw. Een jonge man, Peter, wordt verbannen naar het afgelegen Priest's Island. Onder bedreiging van de doodstraf wordt hem verboden op het eiland ooit te verlaten en voet te zetten op het vasteland. Zijn misdaad? Hij "leende" twee schapen om zijn huwelijk met Jean, het meisje waar hij van houdt, mogelijk te maken. De schapen moesten deel uitmaken van de vereiste bruidsschat. Helemaal alleen op zijn eiland, wordt Peter geplaagd door herinneringen aan Jean en het verleden. Geleidelijk aan, dankzij de hulp van een geest - een metafysisch personage dat hem voorziet van de nodige mentale steun - begint hij zijn situatie te aanvaarden. Het is niet gemakkelijk, maar na verloop van tijd slaagt hij erin zich aan te passen aan zijn nieuwe omgeving en een leven te leiden in overeenstemming met de elementen. Hij bouwt een hut met de materialen die de natuur hem geeft en leert hoe hij van de zee en de planten op het eiland kan leven. Wanneer Jeans dienstmeisje, Mary, verneemt wat er Peter is overkomen, beslist ze haar eigen eenzaamheid te doorbreken. Gedreven door haar romantische fascinatie voor het leven van de banneling, gaat ze op zoek naar Peter ... en ze vindt hem. Tussen de twee groeit er een ongewone relatie, die even sterk bepaald wordt door de onvoorspelbare natuurelementen als door hun groeiende passie voor elkaar.