El Mar y el Tiempo (The Sea and Time)

DE ZEE EN DE TIJD
Madrid, lente 1968 in een kleine familie. De oude moeder is bedlegerig. Haar zoon Eusebio, kelner, heeft twee dochters, Chus -die pas getrouwd is -en Mer. De eerste is pragmatisch progressief, de andere Idealist. Zij hebben de Burgeroorlog verloren, maar ook de broer van Eusebio, Jesus, een politiek vluchteling in Argentinië. Het verhaal begint op de dag dat Jezus terugkeert met het idee een zaakje te beginnen om zich opnieuw in te burgeren in Spanje. Maar niets is nog zoals het vroeger was. Madrid is een drukke stad, vuil en duur, duurder dan Buenos Aires. Marcela, het meisje waar hij verliefd op was, is nu een verlepte vrouw-aan-de-drank en zijn familie bestaat voor hem enkel nog uit vreemde mensen die ofwel onevenwichtig zijn ofwel te jong om te begrijpen. Het is mei 1968: de jongeren kijken reikhalzend naar Parijs. Radicale veranderingen zijn op til. De oudere generatie hult zichzelf in een waas van politieke desinteresse. Jesus verstaat in Spanje alleen nog de taal, maar dat is niet genoeg om hem het gevoel te geven thuis te zijn. De tijd heeft van hem iemand van over zee gemaakt...