Regisseur
André Halimi
Met
Pascal Mazzotti, Maître Naud, Fabienne Jamet
Editie 1977
95'
-
1976
-
Documentaire
-
Taal:
Frans
"Ik wil dat er aan de Fransen alleen lichte, oppervlakkige, vermakelijke, dus domme films getoond worden. Het Franse volk zal er
waarschijnlijk wel genoegen mee nemen." (J. Goebbels, 15-5-1942)
Voor Nazi-Duitsland waren kulturele produkties een belangrijk onderdeel van de gigantische propagandamachine die instond voor de verspreiding van de nationaal-socialistische ideeën. In bezet Frankrijk werd het artistieke leven helemaal gekontroleerd vanuit de "Propagandastaffel" op de Champs-Elyées. Van daaruit werden de Duitse aktualiteitsfilms verdeeld, die moesten tonen hoe heilzaam de nieuwe orde wel was en hoe het dagelijkse leven ongestoord verder ging. Deze films moesten echter gedraaid worden in het halfduister om eventuele awoert-roepers te ontmoedigen. Maar er was ook een nijpend tekort aan goede artiesten, want die weinigen onder hen zaten om etnische of politieke redenen op hun dood te wachten in een of ander koncentratiekamp, of ze hadden net op tijd de benen genomen, terwijl nog enkele anderen in het verzet gingen. Vele bekende Franse artiesten hebben toen bereidwillig hun diensten aangeboden aan de bezetter o.a. Edith Piaf, Charles Trenet, Danielle Darieux, Mistinguett, Arletty, Manouche, Tino Rossi. Vertrekkend van deze twee gegevens (politizering van het hele kulturele leven door de Nazi's en de schaamteloze knieval van vele ook naar de oorlog aanbeden artiesten) heeft Halimi een bijzonder sterke film opgebouwd aan de hand van historische filmaktualiteiten, speelfilm uittreksels, hedendaagse getuigenissen etc…. De parallelle montage van beelden uit het zorgeloze, frivole amuzementsleven en uit de politieke realiteit (rassenvervolging, koncentratiekampen, rantsoenering, etc...) benadrukt de verdovende en vervreemdende funktie van het spektakel tijdens de bezetting. André Halimi stelt twee feiten tegenover elkaar: enerzijds moest Frankrijk verder leven, maar anderzijds hadden de artiesten hun aktiviteiten moeten stopzetten om aldus de kollaborateurs te isoleren en het verzet te steunen zoals Jean Gabin, Jean-Pierre Aumont, Jean Marias en Michèle Morgan deden. Of zoals Vercors die vanuit de klandestiniteit zijn "Le Silence de la Mer" schreef en verspreidde.
Eigenlijk maakt deze film het proces van de kollaboratie van de kunst en de politieke macht in het algemeen. En dit maakt de film zo aktueel. We hoeven maar te verwijzen naar de komende politieke verzuiling van de BRT, de schorsing of overplaatsing van kritische televisie medewerkers, het uitsluiten van bepaalde artiesten of kunstvormen op t.v., de inbeslagname van films, etc ... . François Truffaut maakte er volgende konkluzie bij: "Zijn wij niet evenzeer kollaborateurs als we nu in 1976, onze films doen financieren door vreemde banken die terzelfdertijd napalm produceren als we onze films gaan voorstellen in landen waar politieke gevangenen worden opgehangen?"
Intussen heeft deze film in Frankrijk zeer hevige diskussies uit gelokt. In Parijs werd hij, nadat men in één der zes zalen waar hij
draaide, een brandbom had ontdekt, gewoon uit cirkulatie genomen. Waarop de korrespondent van L' Humanit zich heel terecht afvroeg: "Les Kollabos, font-ils encore la loi?" (uit de persmap)
waarschijnlijk wel genoegen mee nemen." (J. Goebbels, 15-5-1942)
Voor Nazi-Duitsland waren kulturele produkties een belangrijk onderdeel van de gigantische propagandamachine die instond voor de verspreiding van de nationaal-socialistische ideeën. In bezet Frankrijk werd het artistieke leven helemaal gekontroleerd vanuit de "Propagandastaffel" op de Champs-Elyées. Van daaruit werden de Duitse aktualiteitsfilms verdeeld, die moesten tonen hoe heilzaam de nieuwe orde wel was en hoe het dagelijkse leven ongestoord verder ging. Deze films moesten echter gedraaid worden in het halfduister om eventuele awoert-roepers te ontmoedigen. Maar er was ook een nijpend tekort aan goede artiesten, want die weinigen onder hen zaten om etnische of politieke redenen op hun dood te wachten in een of ander koncentratiekamp, of ze hadden net op tijd de benen genomen, terwijl nog enkele anderen in het verzet gingen. Vele bekende Franse artiesten hebben toen bereidwillig hun diensten aangeboden aan de bezetter o.a. Edith Piaf, Charles Trenet, Danielle Darieux, Mistinguett, Arletty, Manouche, Tino Rossi. Vertrekkend van deze twee gegevens (politizering van het hele kulturele leven door de Nazi's en de schaamteloze knieval van vele ook naar de oorlog aanbeden artiesten) heeft Halimi een bijzonder sterke film opgebouwd aan de hand van historische filmaktualiteiten, speelfilm uittreksels, hedendaagse getuigenissen etc…. De parallelle montage van beelden uit het zorgeloze, frivole amuzementsleven en uit de politieke realiteit (rassenvervolging, koncentratiekampen, rantsoenering, etc...) benadrukt de verdovende en vervreemdende funktie van het spektakel tijdens de bezetting. André Halimi stelt twee feiten tegenover elkaar: enerzijds moest Frankrijk verder leven, maar anderzijds hadden de artiesten hun aktiviteiten moeten stopzetten om aldus de kollaborateurs te isoleren en het verzet te steunen zoals Jean Gabin, Jean-Pierre Aumont, Jean Marias en Michèle Morgan deden. Of zoals Vercors die vanuit de klandestiniteit zijn "Le Silence de la Mer" schreef en verspreidde.
Eigenlijk maakt deze film het proces van de kollaboratie van de kunst en de politieke macht in het algemeen. En dit maakt de film zo aktueel. We hoeven maar te verwijzen naar de komende politieke verzuiling van de BRT, de schorsing of overplaatsing van kritische televisie medewerkers, het uitsluiten van bepaalde artiesten of kunstvormen op t.v., de inbeslagname van films, etc ... . François Truffaut maakte er volgende konkluzie bij: "Zijn wij niet evenzeer kollaborateurs als we nu in 1976, onze films doen financieren door vreemde banken die terzelfdertijd napalm produceren als we onze films gaan voorstellen in landen waar politieke gevangenen worden opgehangen?"
Intussen heeft deze film in Frankrijk zeer hevige diskussies uit gelokt. In Parijs werd hij, nadat men in één der zes zalen waar hij
draaide, een brandbom had ontdekt, gewoon uit cirkulatie genomen. Waarop de korrespondent van L' Humanit zich heel terecht afvroeg: "Les Kollabos, font-ils encore la loi?" (uit de persmap)
Image gallery
Generiek
Regisseur
André Halimi
Met
Pascal Mazzotti, Maître Naud, Fabienne Jamet
Scenario
André Halimi
Cinematograaf
Michel Boschet, Marc Champion, Jean Rouch
Monteur
Henri Colpi
Meer informatie
Taal
Frans
Productielanden
Frankrijk
Jaar
1976