2babe31a 7f2f 4107 be2e fe1ae863b4e2

Abdellatif Ben Ammar

Aziza

Regisseur Abdellatif Ben Ammar Met Yasmine Khlat, Raouf Ben Amor, Dalila Rames
Editie 1981
95' - 1980 - Drama - Taal: Arabisch
ABDELLATIF BEN AMMAR
Studeerde film aan de parijse IDHEC. Werkte eerst voor het televisiejournaal en maakte enkele kortfilms zoals SUR LES TRACES DE BAAL (over Arrabal). Realiseerde zijn eerste langspeelfilm in '69 UNE SI SIMPLE HISTOIRE met Juliet Berto en Pia Colombo: vervolgens kwam in '74 SEJNANE. Werkte dan voor een aantal buitenlandse films als assistent in Tunesië (o.a. IL MESSIA van Rossellini en JESUS OF NAZARETH van Zeffirelli). In '79 kwam AZIZA tot stand.

AZIZA bewijst de evolutie en de rijpheid van de kineast sedert zijn UNE SI SIMPLE HISTOIRE. Het debat over de maatschappij gaat ook hier verder, maar het is nu niet meer ten voordele van één der partijen van de eeuwige konfrontatie tussen Oost en West, wat een beetje te schematisch is geworden. AZIZA legt de menige wegen uit die Tunesië biedt, maar klaagt alle gevaren aan, of ze nu behoren tot het Oosten of het Westen. Het noodzakelijk en onhandig nabootsen van het westers kapitalisme (gekarikaturiseerd in het "affairisme”) en opgelegd aan een andere realiteit, de valse oplossingen van arbeidersemigratie of de afhankelijkheid tegenover het buitenland, de toevlucht in de godsdienst (een verwijzing naar Khomeiny?).

De "heldin" Aziza, die schijnbaar het land Tunesië voorstelt, kiest duidelijk voor de (nationale) onafhankelijkheid en de inspanning voor de industriële ontwikkeling. Kineast Ben Ammar buigt zich eerlijk over de status van de vrouw in een arabisch land. Het zijn de reacties van de jonge Aziza tegenover haar nieuwe omgeving die de motor vormen van de film. Wanneer ze zich begint te verzetten tegen haar totale afhankelijkheid van de "macho-macht", kent Aziza haar eerste echte bewustwording en ofschoon het zich nog beperkt tot haar werk, laat dit haar toch toe de totaliteit van haar situatie in te zien. Het laat eveneens toe aan de kineast het onmenselijk werkritme in de grootstad te kritiseren evenals het vals materieel kom fort.

Als film, die in de bevrijding van de vrouw de enige weg ziet voor een positieve ontwikkeling van de maatschappij, vormt AZIZA een bijtende, satirische aanval op de huidige rol van de arabische vrouw, die nog herleid is tot de kletspraat, het bijgeloof, de lotto-cultus en de "verzilverde" en machtige man die haar mee zal nemen naar Zweden of Tunis. AZIZA prijst de verloren gegane waarden van de "oude" maatschappij - de eerlijkheid, het respekt voor de goed gedane arbeid, het respekt voor het gegeven woord - dat alles wordt nu vervangen door een wroegingsloos materialisme. Men heeft een tikkeltje nostalgie voor die oude gekodifiëerde wereld die evenwicht en rust uitstraalde. Deze nostalgie is hier geen doel op zichzelf: men laat de oude oom sterven - het symbool van die oude orde - en Aziza blijft vrij achter, klaar om de maatschappij van morgen uit te bouwen. Deze visie ankert zich in een algemene arabische utopie - net als het gebruik van een "universele" arabische taal in de film - die weerstand wil bieden aan de verschillen in die maatschappij en terzelfdertijd de idee behouden van een
homogene wereld.

AZIZA is in zijn vorm niet zo baanbrekend, maar toch pittig genoeg in zijn plot, dankzij een vermenging van melodrama en komedie. Aziza leeft samen met haar oom en haar neef, die er alleen maar van droomt rijk te worden - een hotel hier, een fabriek daar etc ... - en uiteindelijk zijn familie dichter bij de afgrond brengt. Zij ruilen de eeuwenoude woning in de medina voor een modem appartement, maar dit kan de oom dus niet aan. Aziza gaat de kontrontatie met haar neef aan, van wie ze zich uiteindelijk kan bevrijden.

AZIZA is voor de noordafrikaanse kinematografie een baanbrekende film, door de centrale plaats van de vrouw, maar het tweede thema is al even taboe: de aliënatie van de arabische wereld tegenover het geld. Aziza als werkende vrouw kan dankzij het verdiende geld aan haar traditionele rol ontsnappen, maar neef Ali met af zijn tegenslagen, gaat wel de omgekeerde en verkeerde weg op. Bluffer, zaakjesdoener, schipperaar, profiteur, en gretig om fortuin te maken, dat is een regelrechte aanklacht van het neo-kapitalisme (inzonderheid van een diensten-kapitalisme: toerisme, vrije-tijd en immobiliën). Zulke "personages" overspoelen Tunesië sedert een tiental jaren. Terzelfdertijd wordt de nieuwe mythe van de rijke zakenman, komende uit de emiraten, aangevallen; de zakenman die men persé moet vleien en "verleiden", in de hoop kruimeltjes op te rapen van al die investeringen die eens beloofd werden. Als men de waarde van de laatste saoedische investeringen in de Maghreb-landen zou kennen, zou men maar al te goed deze satire, van financiële kolonisatie door Golfstaten, verstaan. Zo moet men dat heerlijk personage van de valse emir benaderen, die oh zo representatief is voor deze nieuwe "mystiek" en voor deze nieuwe vervreemding.

Image gallery

A4841c50 69c3 4639 8509 1d79d8118155
2babe31a 7f2f 4107 be2e fe1ae863b4e2

Generiek

Regisseur

Abdellatif Ben Ammar

Met

Yasmine Khlat, Raouf Ben Amor, Dalila Rames

Scenario

Abdellatif Ben Ammar, Taoufik Jebali

Cinematograaf

Youcef Sahraoui

Monteur

Moufida Tlatli

Producent

Hassen Daldoul

Meer informatie

Taal

Arabisch

Productielanden

Algerije, Tunesië

Jaar

1980