Amine Bouhafa x Naomi Kawase
echo
Amine Bouhafa
Het lijkt wel alsof de op 10 juli 1986 in Tunis geboren Amine Bouhafa een wonderkind was. Hij was slechts drie jaar toen hij een van moeder gekregen speelgoedpiano inwisselde voor een echt exemplaar. Studies aan het conservatorium begon hij toen hij vijf was en hij was amper twaalf toen hij afstudeerde. Zijn eerste filmscore schreef hij op zijn vijftiende. Componeren verdween daarna wel op de achtergrond want er volgden ingenieursstudies in Parijs en aan de Universiteit van Zuid-Californië in Los Angeles. Filmmuziek bleef wel, dankzij onder meer Schindler’s List, zijn aandacht trekken. De muziek werd de hoofdreden waarom hij naar de bioscoop trok en in film geïnteresseerd bleef.
In 2012 volgde een heftige carrièreswitch. Amine Bouhafa gaf zijn baan bij France Telecom op en maakte van componeren zijn hoofdberoep. Twee jaar later volgde zijn internationale doorbraak met de veel bekroonde muziek voor Timbuktu van Abderrahmane Sissako. Andere bekende filmscores zijn die voor Looking for Oum Kulthum, Gagarine, Les Harkis, Le temps d’aimer, Sous les figues en Les filles d’Olfa. Daarnaast werkte hij voluit voor tv-films en schreef hij onder andere een ballet en een symfonische suite. Amine Bouhafa gaat er prat op dat hij geworteld blijft in de Arabische wereld maar tegelijk internationaal wordt gewaardeerd. Hij verenigt klassieke muziek met wereldmuziek en integreert de westerse met de oosterse lyriek. Steeds opnieuw met de bedoeling om met muziek de film een derde dimensie te geven.
Naomi Kawase
Toen Naomi Kawase, die werd geboren in het Japanse Nara op 30 mei 1969, aan de Osaka School of Photography studeerde, koos ze haar afwezige vader als een confronterend onderwerp voor een film. Ze werd immers door haar ouders in de steek gelaten toen die uit elkaar gingen, en opgevoed door de oudere zus van haar grootvader. Het werd een sleutelmoment in het leven van Kawase, want de schoolopdracht was het begin van de zoektocht naar de vader, een thema dat heel vaak terugkomt in haar oeuvre. Het begint al bij haar kortfilms, waar niet alleen de vader maar ook haar tweede moeder soms aangrijpend aan bod komt. Naast het thema familie speelt haar geboortestreek Nara evenzeer een rol in haar autobiografisch gekleurde films. Deze thema’s komen al samen in haar eerste speelfilm Suzaku waarmee ze in 1997 in Cannes de Camera d’Or won.
Ze verovert er een haast vaste stek en draait zelfs films met de bedoeling de Gouden Palm te winnen. Tevergeefs tot nog toe. Maar zelfs zonder die ultieme bekroning zijn haar films toppers in het arthousecircuit. Denk maar aan titels als The Mourning Forest, Vision, Still the Water, An, Radiance en True Mothers, haar zoektocht naar wat moeder zijn betekent. Tussen de speelfilms door draaide ze ook documentaires en dat mondde uit in het maken van de tweedelige documentaire over de Olympische Spelen in Tokio. In Kawase’s films, die gewoonlijk ook een discrete maar mooie soundtrack hebben, steekt veel poëzie die soms leed verdoezelt. Met haar camera in close-up gaat ze steeds op zoek naar de innerlijke mens.