09 20 okt. '24

La battaglia di Algeri: Prof. Biltereyst leert kijken en zien op FFG

P1bsnlajq61e911ot66l6sqaqol2
Verdieping 18 okt. 2017
Een actuele, profetische, militante fictiefilm met een grote documentaire waarde. Zo omschreef prof. Daniël Biltereyst ‘The Battle of Algiers’ van Gillo Pontecorvo toen hij de uit 1966 daterende film op Film Fest Gent kwam voorstellen in het kader van de 'Ochtendsessies' opgezet in samenwerking met Universiteit Gent.

Het vorig jaar opgestart initiatief, waarbij de universiteitsaula door een bioscoopzaal wordt vervangen, wordt dit jaar uitgebreid en verdiept. Een succes blijkbaar want Kinepolis 1 werd niet alleen gevuld door studenten van prof. Biltereyst.

De filmtitel refereert naar de door het FLN in Algiers gevoerde strijd tegen de Franse kolonialist op het einde van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het was een meedogenloze strijd met de inzet van bommen leggende vrouwen en kinderen, folteringen, aanslagen, willekeurige schietpartijen.

Tijdens de voorstelling waanden we ons meer dan eens in Parijs tijdens de novemberaanslagen, of in Nice of Barcelona. Of in de tijd dat het IRA cafés deed ontploffen in Noord-Ierland. Beweren dat Al Qaeda, IRA, RAF of IS de mosterd bij Gillo Pontecorvo’s film haalden is veel gezegd - er waren voordien heus wel bommenleggers en aanslagplegers actief -, maar feit is dat de film door diverse organisaties en zelfs door het Pentagon als instructiefilm wordt bekeken. Door zijn explosieve inhoud en aanpak werd ‘The Battle of Algiers’ in vele landen ofwel kortweg verboden ofwel gecensureerd. Zelf toen de film in 2004 op dvd verscheen en een nieuwe bioscooprelease kende, was er her en der fel protest.

Oorspronkelijk wilde Pontecorvo zijn film ‘Birth of a Nation’ noemen omdat in die opstand de kiemen van een nieuwe natie werden gelegd. Niet zonder trots wordt de film ook voorgesteld als de eerste Algerijnse filmproductie. Maar omdat Pontecorvo toch wat evenwicht zocht in zijn benadering van het onderwerp werd ‘The Battle of Algiers’ een Algerijns-Italiaanse coproductie.

De film is opgebouwd als een flashback. Nadat de Franse militairen de schuilplaats van FLN-kopstuk Ali La Pointe hebben ontdekt, keert de regisseur vooral terug naar het bijzonder woelige en bloedige jaar 1956 en toont hij, volgens Daniël Biltereyst, hoe het FLN van een implementeren van een ethisch-sociaal programma naar een meer militant optreden evolueert. Wanneer het Franse leger Algiers binnentrekt, roept het FLN een achtdaagse staking uit die hardhandig wordt aangepakt. Doel van de Fransen is de ontmanteling van het FLN door de kopstukken ervan uit te schakelen. Met het in de lucht laten vliegen van La Pointe’s schuilplaats was het doel bereikt. Twee jaar later was Algerije onafhankelijk.

‘The Battle of Algiers’ doorstaat glansrijk de befaamde tand des tijds. En wordt terecht geroemd wegens de accurate weergave van de feiten die tot de onafhankelijkheid van Algerije hebben geleid. Uit de professorale schets van de ontstaansgeschiedenis van de film onthouden we dat initiatiefnemer Yacef Saadi, lid van het FLN en in Frankrijk veroordeeld, onder meer Visconti contacteerde vooraleer hij bij Pontecorvo terechtkwam. Hij wou zijn “Souvenirs de la Bataille d’Algers’ laten verfilmen en had daar alles voor over.

Hoewel velen ‘The Battle of Algiers’ als een meesterwerk beschouwen, maakte prof. Biltereyst heel wat kritische aantekeningen.

Triviaal is dat Gillo Pontecorvo Paul Newman wilde voor de rol van de Franse kolonel Matthieu die de strijd leidt tegen het FLN. Daar was van Algerijnse zijde terecht veel kritiek op en de rol ging naar de Franse acteur Jacques Martin die persoonlijk ook heel wat oorlogservaring had opgedaan.

Hoewel velen ‘The Battle of Algiers’ als een meesterwerk beschouwen, maakte prof. Biltereyst heel wat kritische aantekeningen. Zo is er te weinig aandacht voor de complexiteit binnen het FLN en ontbreekt de internationale dimensie van de Algerijns-Franse problematiek. De flashback structuur was voor velen ook een bron van ergernis en Pontecorvo werd van partijdigheid verdacht. Bij de Algerijnen regeert de emotie en de Fransen zijn alleen maar de terreurzaaiers.

Als samenvatting van kritische stemmen citeerde de prof een artikel van Dirk Lauwaert die de film als een western afserveerde en boos was omdat de flashbackstructuur niet voor een psychologische verdieping van de personages zorgt. Verder steekt de film vol sentimenteel humanisme en hij typeert hem als “een safe product voor consumptie”.

Ondanks mogelijke kritiek heeft de film volgens Biltereyst een blijvende betekenis als geëngageerde historische en politieke film waarin waarheid en fictie met mekaar in balans liggen. De ambiguïteit van het genre zit in de film zelf ingebakken. Want kolonel Matthieu toont aan zijn manschappen een stuk eerder gedraaide film met o.a. scènes uit de Algerijnse casbah. Bij die gelegenheid wijst hij erop dat de camera niet altijd de waarheid toont. “Eigenlijk levert Pontecorvo in een dergelijke scène commentaar op zichzelf”, zegt Biltereyst, “de Fransen kijken maar zien niet met als gevolg dat ze de slag om Algiers winnen maar de oorlog verliezen”.

Op Film Fest Gent werd in ieder geval niet alleen gekeken maar ook gezien.

Vrijdag 20 oktober de laatste UGent Ochtendsessie met Professor Sarah Van Leuven over The Reagan Show.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van nieuws over het festival, de films en de filmmakers, en onze activiteiten doorheen het jaar?