‘Je ne suis pas un héros’ een documentaire in guerrillastijl - Helden van de zorg verdienen meer dan applaus

20 2490 gallery 4
Nieuws 20 okt 2020
Neen, Film Fest Gent wil je niet nog eens met de neus op de feiten drukken als het in deze beroerde coronatijden Je ne suis pas un héros vertoont. Deze schitterende, humane documentaire over de coronazorg in het Brusselse Erasmusziekenhuis straalt in chaotische tijden rust, professionaliteit en grenzeloze goedheid uit en overklast ruimschoots de vele gedraaide gelegenheidsreportages. Ga kijken en stel vast dat er in een ziekenhuis, zelfs bij gemis aan familie of vrienden, toch veel mensen zijn die om je geven. En om maar een ding bekommerd zijn: je genezen.

** Koop tickets voor Je ne suis pas un héros **

Deze aangrijpende documentaire is helemaal anders dan andere. Stijn Deconinck, een van de drie regisseurs, heeft het over een “guerrilla-docu” ontstaan omdat twee cameramannen Pablo Crutzen Diaz en Robin Smit door de lockdown in maart zonder werk vielen. Daarom verschaften ze zichzelf werk. En kregen de toelating om tien dagen te filmen in het Erasmusziekenhuis in Brussel. Ze mochten zonder restricties de zorg voor de patiënten volgen en begonnen te draaien. Gentenaar Stijn Deconinck, die toen eventjes zonder werk zat, werd net voor de eerste draaidag gecontacteerd. Zijn filmografie vermeldt de montage van tv-series als Over water, Into the Night en lange documentaires als The Land of the Enlightened en When Arabs Danced die veel prijzen wonnen. Zijn talent als editor komt het best tot uiting in het meesterlijke Immortal, een filmessay van de Russische Ksenia Obhapkina.

Grenzen doorbreken

Zowel Pablo, Robin als Stijn doorbraken dus hun eigen grenzen bij het draaien van deze documentaire. Ze werden, ondanks zichzelf, regisseurs. “Want”, lacht Stijn Deconinck, “er was gewoon geen geld om een regisseur te betalen”. Hijzelf ontpopte zich daarnaast nog als scenarist. “Toen ik de eerste opnames toegestuurd kreeg, zat er nog niet echt een lijn in. Wat begrijpelijk is als je zomaar ergens ingegooid wordt. Dan draai je alles wat je ziet, non stop. Daarom heb ik er een structuur voor bedacht en een soort scenario geschreven. Omdat we slechts tien dagen met maximum twee man mochten filmen konden we patiënten niet van a tot z volgen. Daarom hebben voor de verschillende behandelingen telkens weer een andere patiënt gevolgd. Het scenario was een soort richtlijn die bijna van dag tot dag werd bijgesteld. Toch kwamen we nog geregeld voor verrassingen te staan. De realiteit van een ziekenhuis laat zich niet inklemmen in een scenario. Je kan wel een beetje plannen dat iemand zich van de intensive care naar de hoger gelegen revalidatie afdeling zal begeven maar een patiënte die probeert te ontsnappen maakt haar plannen niet op voorhand bekend. Flexibel schakelen was essentieel bij het draaien."

Personages

Naast de patiënten volgen jullie twee personages, dokter Fabio en de verpleegkundige Meryem. Waarom zij?

Van meet af aan was het voor ons duidelijk dat onze focus op de staf van het ziekenhuis zou liggen. Na overleg tussen onze producent François Verbeeren en het ziekenhuis kozen we voor Fabio en Marise. Fabio is hoofd van de intensive care in het Erasmusziekenhuis en een internationale bekendheid op dat vlak. Hij is Italiaan van afkomst en trekt van congres naar congres en is dus welbespraakt. Meryem was aanvankelijk dus niet ons tweede personage. Dat was Marise die nog in de film voorkomt maar besmet raakte. Haar leidinggevende functie over de Covidafdeling werd overgenomen door Meryem die af en toe al in beeld gekomen was en die naast haar inzet opviel door haar magische ogen. Zij is van Marokkaanse afkomst en beide personages staan voor de diversiteit en de multiculturaliteit in het Erasmusziekenhuis.

Zij wil geen held worden genoemd “omdat zij altijd al zorgdraagt voor de mensen en nu zijn dat dezelfde mensen die Covid 19 hebben. Een virus dat van God weet waar vandaan komt. Maar we hebben altijd gewerkt zoals we nu werken. En nu is het precies van “Tiens, verpleegsters bestaan”.

Andere collega’s en andere diensten zijn nog directer in hun kritiek op een falend beleid, het gebrek aan mondmaskers en ander beschermingskledij, de al jaren aanslepende verloningsproblematiek. De vele beloftes.

Vergaderen

Nooit aan het eindresultaat van jullie guerrillatactiek getwijfeld?

In het begin toch af en toe de wenkbrauwen gefronst. Want als de behandeling van een patiënt eenmaal is opgestart gebeurt er relatief weinig en zeker niets spectaculairs. De vergaderingen van dokters en verpleegsters duurden wel eindeloos maar dat is normaal in omstandigheden waarbij men voor het eerst met het coronavirus wordt geconfronteerd. De kennis erover werd slechts geleidelijk aan opgebouwd en in het begin is het een zoeken en tasten naar de juiste behandeling. Een en ander belette niet dat er soms snel diende geschakeld door het verplegend personeel.

De discretie van het camerawerk is een kwaliteit van deze documentaire...

… wie ziek is, heeft niet direct nood aan een camera op zijn of haar gezicht. Patiënten werden altijd respectvol benaderd of de camera trok zich discreet terug. In sommige situaties hadden we van de dokters de toelating om het beeld uit te schakelen en alleen de audio aan te laten.

Aangrijpend

Een van de meest aangrijpende scènes is de discussie tussen wetenschap en geloof bij het levenseinde. Hoe pak je zo’n sequentie aan?

In die scène overtrad het ziekenhuis de regel dat er niemand bij het sterven van een patiënt aanwezig mocht zijn. Een vrouw werd verwittigd dat haar man stervende was en dat zij afscheid mocht komen nemen. Ze kon nog een zoon meebrengen maar ze had er twee. Allebei mochten ze aanwezig zijn maar ze wilden er ook nog een priester bij. Ook toen kneep de verpleging een oogje dicht.

In de eerste plaats benader je zo’n intieme scène professioneel als monteur. Je moet daarbij afstand nemen van wat er gebeurt en zorgen dat een drie uur durend gebeuren tot vijf minuten wordt herleid. Je bent dus met beelden aan het puzzelen en de concentratie verhindert dat er emoties bovendrijven. Pas toen ik de film afgewerkt zag, besefte ik ten volle dat het om het emotionele zwaartepunt van de film gaat. Heavy, zeg maar. Temeer omdat hetzelfde nu opnieuw aan het gebeuren is.

Alarm

Hoe gaat het nu met Fabio en Meryem?

Goed maar ze zijn toch boos. Ik kan niet voor hen spreken maar ik weet dat ze al tijdens de zomermaanden alarm sloegen. Ze konden er maar niet bij dat de teugels in de bestrijding van het virus te vroeg werden gevierd en waarschuwden voor de golf waarin we nu terecht zijn gekomen. Samen met hun collega’s zijn ze al één keer door de hel gegaan en aan inzet en aan bereidheid om er met zijn allen nogmaals voor te gaan ontbreekt het niet. Maar het zal wellicht met minder personeel zijn want velen zijn overbelast. Misschien moeten we opnieuw onze camera’s opnemen en alarm helpen slaan.

Je ne suis pas un héros is een gezamenlijk Waals-Brussels-Vlaams project dat er kwam omdat de directie van het Erasmusziekenhuis in het begin van de eerste coronacrisis genoeg had van filmploegen die eventjes binnenwipten, een paar quotes verzamelden en wat, liefst spectaculaire, beelden schoten. De guerrilla-regisseurs beschaamden het vertrouwen niet.

Hun film ging in wereldpremière op het filmfestival van Vancouver en wordt volgende week vertoond op het vermaarde Raindance festival in Londen. Film Fest Gent is dus een tussenstop. Laat deze kans niet voorbijgaan. Zie de film als een soort vaccin tegen ziekenhuisvrees en als een hartverwarmende kennismaking met gezondheidswerkers die meer verdienen dan ons applaus.

Je ne suis pas un héros wordt vertoond op woensdag 21 oktober om 20u00 in de Vooruit en op vrijdag 23 oktober om 14u15 in Kinepolis Gent in de aanwezigheid van het verzorgdend personeel van het Universitair Ziekenhuis in Gent. Ook de regisseurs Pablo Crutzen Diaz, Robin Smit en Stijn Deconinck zullen onder de aanwezigen zijn tijdens beide voorstellingen. Koop hier tickets.

Tags

FFG2020