FFGent @ Berlinale: Oorlogstrom beroert de 66ste editie

P1aca4eiap16ac1unn15ii152b1g9k1
24 feb 2016
Inmiddels is de delegatie FFGentenaars weer veilig geland na hun filmische avonturen op de 66e editie van de Berlinale. Voormalig filmrecensent Raf Butstraen reisde met hen mee en blikt nog eens terug op een editie waar de oorlogstrom door het hele programma heen te horen was.

Vluchtelingen en oorlogsthematiek beheersten de jongste editie van de Berlinale maar tussendoor zagen we ook maatschappelijke relevante menselijke filmportretten. De internationale jury bekroonde de beste film en zorgde voor een paar verrassingen. Kortom, de Berlinale was een echt festival.

“Met ‘Fuocoammare’ (Vuur boven zee) sloop ik de muren tussen de documentaire en de fictiefilm. Het is op zich geen politieke film maar hij krijgt wel een politieke betekenis omdat hij ons allemaal verantwoordelijk maakt. We zien voor onze ogen wat er op Lampedusa en elders gebeurt. Het is een misdaad die er niet mag zijn en mijn film is op zijn minst een wake-up call. Dit moet stoppen!” Zo bewogen sprak de Italiaanse regisseur Gianfranco Rosi nadat hij op de 66ste Berlinale, zoals verwacht en voorspeld, de Gouden Beer had gekregen voor zijn aangrijpende film. Rosi, geboren in Eritrea, kreeg eerder al in Venetië een Gouden Leeuw voor zijn ‘Sacro Gra’ waarin hij het leven in de buurt van een ringweg in Rome observeerde. Beide prijzen onderstrepen nogmaals de gestage opgang van de documentaire als zelfstandig en prijswaardig genre.

Rosi’s film was lang niet de enige film op de Berlinale over de vluchtelingenproblematiek want in de sectie Forum des Jungen Films was er bijvoorbeeld ‘Havarie’. Regisseur Philip Scheffner gebruikte een drie minuten lange videoclip waarin passagiers van een cruiseschip een drenkelingenbootje observeren om te experimenteren met filmstijl. De clip verlengt hij tot een negentigtal minuten en de regisseur beklemtoont vooral de gesprekken tussen het bootje en de kustwacht die een reddingshelikopter zal uitsturen. In het begin is dit een origineel concept maar het verzandt door het voortdurend herhalen van klank en beeld.

De oorlogstrom
Waar de vluchtelingen het uitgangbord waren van de voorbije Berlinale was oorlog een van de voornaamste grondthema’s ervan. De oorlogsthematiek vormde een rode draad in de competitie en het was merkwaardig om zien hoe iedere cineast er op zijn manier mee omging. De Bosnische Belg Danis Tanovic kreeg er voor zijn ‘Death in Sarajevo’ alvast de Grote Prijs van de Jury voor. Aan de basis van de film ligt het toneelstuk ‘Hotel Europa’ van de Franse filosoof Bernard Henry Lévy. In het hotel zal de honderdste verjaardag van de aanslag van Gavrilo Princip op aartshertog Franz Ferdinand worden herdacht. Het herdenken van het begin van de Eerste Wereldoorlog moet de aanleiding worden voor een hernieuwde vredesoproep. Maar in het hotel zelf is er alles behalve peis en vree. Er moet dringend geld worden gevonden om de zaak zelf te redden, er dreigt een staking en de wonden van de Balkanoorlog, waarin Sarajevo tot een iconische plaats uitgroeide, zijn nog verre van geheeld. Tanovic maakt van al die elementen een cocktail waarvan de ingrediënten niet allemaal voor een evenwichtige smaak zorgen. Terwijl boven op het dak van het hotel over grote principes wordt gebakkeleid, gaat het er in de kelderclub groezelig aan toe.

Louter filmisch gezien kan ‘Death in Sarajevo’ niet tippen aan ‘Letters from War’ van de Portugese regisseur Ivo M. Ferreira. Zijn film speelt zich af in de jaren zeventig van de vorige eeuw toen Angola zich van Portugal wilde losscheuren. Een dokter, Antonio Lobo Antunes, schrijft te midden van het krijgsgewoel brieven naar zijn zwangere vrouw. Hij is vanzelfsprekend om haar bezorgd en hij vertelt vooral over zijn ervaringen in een in mekaar stortende koloniale wereld. Zijn vrouw antwoordt op een tedere manier en de geboorte van hun kind maakt de band nog sterker. Regisseur Ferreira vermijdt iedere vorm van spektakel en beklemtoont hoe mensen die van elkaar houden oorlogsomstandigheden beleven en er mee omgaan. Hij weert daarbij iedere vorm van sentimentaliteit. Omdat de vrouw van de dokter meer dan eens de brieven van haar man voorleest, weet je niet altijd van wie sommige brieven afkomstig zijn. Maar de daardoor gecreëerde afstandelijkheid schaadt het lyrische aspect van de brieven niet. ‘Letters from War’ is een bijzonder mooie maar geen makkelijke film. Maar hij sluit perfect aan bij de nieuwe Portugese school die bij Film Fest Gent al vertoonde parels opleverde als ‘Tabu’ en ‘Arabian Nights’.

Hoe je tijdens aartsmoeilijke oorlogsomstandigheden toch weerstand kan bieden, kwamen we te weten in ‘Alone in Berlin’, de internationale filmproductie gebaseerd op het fenomenale boek ‘Jeder Stirbt für sich allein’ van Hans Fallada. Twee doodgewone mensen, het echtpaar Anna en Otto Quangel, nemen het in het begin van de jaren veertig door het achterlaten van subversieve postkaarten, op tegen de nazimachinerie. Maar, zoals al gemeld, de film laat minder rimpels of sporen achter dan de oorspronkelijke postkaarten.

Vernoemde films zijn allemaal voorbeelden van klassieke oorlogsvoering. Maar, met dank aan ‘Zero Days’ van Alex Gibney ontbrak ook de aller modernste oorlog niet op de Berlinale, die met bits en bites op het cybernet . Gibney heeft het over Stuxnet, een agressief computervirus dat door specialisten in 2010 werd ontdekt. Het werd vermoedelijk door Israël en de VS gecreëerd met de bedoeling om het atoomprogramma van Iran te saboteren. Gibney haalt alle mogelijke betrokkenen voor zijn camera maar het bestaan van Stuxnet wordt ofwel ontkend ofwel op “geen commentaar” onthaald. Al zouden we iets weten, dan nog zouden we er niets over vertellen, hoor je vaak. Toch lijkt Gibney er in geslaagd om enkele mensen aan het praten te krijgen en die gegevens laat hij door een cyberpersonage vertellen. Zo zou Stuxnet de Iraniërs meer geholpen hebben dan geschaad… De film komt te laat om nog rekening te kunnen houden met het onlangs gesloten nucleair akkoord met Iran. ‘Zero Days’ is een merkwaardige en vooral hallucinante documentaire die een glimp laat zien van wat er op technisch en digitaal vlak allemaal boven onze hoofden afspeelt.

Het Palmares van de 66e editie
Maar laten we het strijdgewoel even voor wat het is en terugkeren naar het palmares van de Berlinale. Juryvoorzitster Meryl Streep en haar ploeg bekroonden Mia Hansen-Love als beste regisseur voor ‘L’avenir’. Een verrassende keuze omdat velen verwacht hadden dat Isabelle Huppert die in de film de rol speelt van een prof filosofie, naar huis zou terugkeren met de prijs voor de beste vrouwelijke vertolking. Toch is de Zilveren Beer voor de beste regie aanvaardbaar. Mia Hansen-Love inspireerde zich op haar persoonlijk leven toen ze het scenario van haar vijfde film schreef. Haar eigen moeder stond een beetje model bij het beschrijven van de moeder van Nathalie die eind de vijftig zijnde toch nog veel levenskeuzes moet maken. Ze moet onder meer haar bazige moeder leren los laten en wordt onverwachts gedumpt door haar man. Nathalie recht haar rug en slaat zich erdoor. Met dank aan de filosofie en een van haar knapste leerlingen die er wellicht voor gaat zorgen dat haar levenswerk niet verloren zal gaan.

Aan vrouwenportretten ontbrak het evenmin op de Berlinale. Naar het einde toe was er de Poolse film met de intrigerende titel ‘United States of Love’. Regisseur Tomasz Wasilewski situeert zijn film in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw toen Polen herop bloeide en Westerse toeristen opdaagden kort nadat Duitsland opnieuw één was geworden. Hij toont hoe vier vrouwen omgaan met de maatschappelijke veranderingen. Een vrouw wordt verliefd op een priester en stalkt hem, een andere vrouw wordt door haar minnaar verstoten als zijn vrouw overlijdt, een lerares Russisch wordt verliefd op een jongere medebewoonster van haar flatgebouw en dat meisje droomt zelf van een carrière als model. Wasilewski heeft ongetwijfeld een eigen stijl, zorgt voor een originele gedesatureerde fotografie en heeft dus wat in zijn mars. In tegenstelling tot zijn Franse collega hecht hij groot belang aan de maatschappelijk context van zijn personages. Zij zijn kinderen van hun tijd. Wat niet betekent dat de Nathalie uit ‘L’avenir’ dat niet is. Er ligt daar alleen minder klemtoon op. Maar het scenario van ‘United States…’ werkt uiteindelijk niet. Hij schept verwachtingen maar lost ze niet in. En laat dat net de film zijn die door de festivaljury met de scenarioprijs werd bekroond. Een prijs voor de toekomst van Wasilewski?

Wie van nostalgie en herinneringen hield, kwam ook aan zijn trekken bij ‘Kollektivet’ (‘De Commune’) van Thomas Vinterberg. De Deense regisseur, één van de pioniers van de Dogma-beweging, groeide in de jaren zeventig op in een commune en houdt daar bijzondere herinneringen aan over. Hoofdfiguur in de film is de architectuurprof Erik die het grote huis van zijn ouders erft en het onderhoud ervan financieel niet kan dragen. Op voorstel van zijn vrouw Anna, een tv-presentatrice, nodigt hij aan aantal mensen uit om samen te leven in het huis. Maar al gauw valt Erik voor de jonge studente Emma die hij uitnodigt om bij hem thuis in te trekken. Niet iedere bewoner is daarmee opgezet en vooral Anna heeft het moeilijk. Vinterberg kent een carrière met hoogtes en laagtes en slaagt er dit keer niet in om het niveau van zijn vorige film ‘Jagten’ te bereiken. Zijn jongste film is best aardig, er zit vaart in en er komen leuke vondsten en observaties in voor. Vinterberg voelt zich zodanig in zijn schik dat hij moeilijk een punt achter de film kan zetten. Ook de jury was gecharmeerd en bekroonde Trine Dyrholm met de prijs voor de beste actrice voor haar rol als Anna. De prijs voor de beste mannelijke vertolking ging naar Majd Mastoura, het hoofd- en titelpersonage uit de Tunesische film ‘Hedi’. Deze frisse en verrassende film over het huidige Tunesië kreeg van een onafhankelijke jury oververdiend een prijs als beste debuut.

De internationale jury toonde zich ten slotte gul met een cameraprijs voor de Chinese film ‘Crosscurrent’ waarin we een boot volgen die de Yangtze rivier afvaart. Met prachtige beelden als gevolg. Maar waar de creativiteit van de cameraman ligt, is minder duidelijk. En dat de acht uur durende Filipijnse film ‘A Lullaby to the sorrowful Mystery’ niet zonder prijs naar huis zou terugkeren, lag een beetje voor de hand. De jury bekroonde haar eigen geduld met de Alfred Bauer prijs, bestemd voor de meest vernieuwende film. Het pleit voor de Berlinale dat ze een dergelijke lange film niet in een of andere nevensectie wegstopt maar velen wensen dat ze een volgende keer geen, al te zeer op de titel voortgaande, slaapverwekkende Lullaby meer voorgeschoteld krijgen. Maar dat zeggen alleen zij die de film zelf niet zagen…want het was alles behalve een wiegenlied…

Raf Butstraen