Luis Bunuel blijft in de zevende kunst een alleszins uitzonderlijke verschijning. Als 71-jarige heeft hij zich geheel aangepast aan de techniek en de gemoderniseerde stijlopvattingen die wij bij de jonge generatie ontmoeten, zonder dat hij ook maar in het minst zijn opvattingen verloochent, en gaat hij verder op de weg die hij bijna 50 jaar geleden voor zichzelf afbakende.
Ook in Tristana zijn het steeds de mens en de diepe zieleroerselen die het leven beheersen en bepalen, waar het bij Bunuel om gaat. Wanneer de arme wees in het huis van de oom wordt opgenomen, wordt zij door een liefhebbende voogd ontvangen. Maar wanneer de oudere man, rijk aan ondervinding op het gebied der vrouw, merkt dat sexueel verlangen in het onschuldige meisje ontwaakt is, maakt hij daar vlug gebruik van en wordt zo vader en minnaar tegelijk. Tot op de dag dat Tristana een jonge man ontmoet.
De nu in haar ogen stokoude man verliest natuurlijk het pleit, en de jonge vrouw trekt de wereld in. Later, ziek, lijdend aan een tumor in het been waardoor dit laatste moet worden geamputeerd, komt zij terug bij haar oom. Uit het onschuldige, lieftallige meisje is nu een verbitterd, gemeen en hatelijk wezen gegroeid, een klein monster dat er op het laatst nog toe bijdraagt om het leven van haar voogd, die ook haar man geworden is, te helpen verkorten ...
(Marc Turfkruyer, Cinema-Weekblad, juni 1970)
Image gallery
Generiek
Luis Buñuel
Catherine Deneuve, Fernando Rey, François Galland
Luis Buñuel, Julio Alejandro, Benito Pérez Galdós
José F. Aguayo
Pedro del Rey
Robert Dorfmann, Luis Buñuel
Meer informatie
Spaans
Italië, Spanje, Frankrijk
1970