De titel duidt op het uitgangspunt van de film: de laatste zelfportretten van Rembrandt, de schijnbaar volmaakt objektieve kijk op zichzelf, de plaats waar vorm en inhoud elkaar in perfecte balans vinden. De film speelt in het vage niemandsland tussen enerzijds de feiten en anderzijds het werk van deze grote schilder, etser en tekenaar. Deze Rembrandt-film gaat over het kijken en kon niet anders gemaakt worden dan uit liefde en bewondering: een Hollandse film over een Hollandse meester. Bovendien kwam daar nog eens een onoverkomelijke nieuwsgierigheid bij naar het fenomeen dat op zo’n unieke wijze zijn vormgeving in evenwicht wist te brengen met hetgeen het te zeggen had.
Rembrandt, op 15 juli 1606 te Leiden geboren, reist op zijn 24e jaar naar het opbloeiende handelscentrum Amsterdam, waar hij intrekt bij de kunsthandelaar Hendrick van Uylenburg. Al spoedig geniet hij een grote faam als schilder (o.a. ‘De Anatomische Les van Dr. Tulp’). In 1634 huwt hij Hendricks nicht Saskia van Uylenburg, die een niet geringe bruidschat voor hem meebrengt. Saskia blijkt echter over een matige gezondheid te beschikken. Bovendien sterven hun eerste drie kinderen kort na de geboorte. Rijke opdrachten volgen elkaar snel op, maar de meester blijkt een slecht beheerder van zijn geld. Zo koopt hij allerlei kuriositeiten en kunstvoorwerpen die op veilingen worden aangeboden en tenslotte in 1639 een groot huis aan de Jodenbreestraat zonder daar de liquide middelen voor te hebben. Een tweetal jaren later wordt zijn zoon Titus geboren. Het jaar daarop verliest hij zijn vrouw Saskia en voltooit hij zijn meest barokke werk: ‘De Nachtwacht’. Saskia laat Rembrandt haar bezit na, op voorwaarde dat hij niet hertrouwt. Terwijl de barok in “De Nederlanden” steeds extremere vormen aanneemt, lijkt Rembrandt een eigen weg in te slaan. Hij neemt een huishoudster in dienst, Geertje Dirkx. Zij blijkt een wat labiele en bedilzuchtige vrouw. Als ‘droge min’ van Titus, hecht ze erg aan het kind en claimt de rechten van een moeder. Rembrandt ontzegt haar de toegang tot zijn huis, wanneer hij haar ervaart als een verlengstuk van ‘het hebzuchtige volk dat zijn vrijheid als kunstenaar in de weg staat’. In een door Geertje aangespannen proces wordt Rembrandt veroordeeld tot het betalen van een jaarlijkse alimentatie. Rembrandts schulden stapelen zich op. Het huis blijkt hij na ruim 10 jaar nog steeds niet te hebben betaald. Zijn vriend Jan Six waarschuwt hem voor de konsequenties en verwijt hem zijn omgang met de nieuwe huishoudster, Henrickje Stoffers, die hij niet wil huwen omdat hem anders de erfenis van Saskia ontglijdt. Hendrickje Stoffels is, in tegenstelling tot de mooie Saskia en de bedilzuchtige Geertje, het meer zorgzame, moederlijke type. Zij steunt Rembrandt in zijn moeilijkste jaren. Zij schenkt hem een dochter, Cornelia. Om deze reden wordt Hendrickje scherp veroordeeld door de kerkeraad en beschuldigd van hoererij.
In 1656 wordt Rembrandt officieel failliet verklaard. Al zijn kuriositeiten en kunstvoorwerpen en tenslotte ook zijn huis worden openbaar verkocht. Om te voorkomen dat zijn schuldeisers hem blijven achtervolgen (de veiling van zijn goederen had bijlange na niet voldoende opgebracht), richten Hendrickje en Titus een kunsthandel op in het nieuwe huurhuis aan de Rozengracht, zodat Rembrandt formeel bij hen in dienst kan treden. Voortaan beheert Titus de zaken. Wanneer de meester zijn meesterwerk maakt, ‘De Staalmeesters’, verliest hij Hendrickje. Wanneer Titus in 1668 trouwt met Magdalena van Loo, blijft Rembrandt alleen met zijn dochter Cornelia achter. Titus neemt het zijn vader hoogst kwalijk, wanneer blijkt dat deze niets heeft geleerd: nog steeds koopt hij op veilingen vreemde snuisterijen en springt hij op identieke wijze als voorheen met het kostbare geld om. Uiteindelijk accepteert Titus zijn vader zoals hij is. In datzelfde jaar sterft Titus. Enige maanden na zijn dood komt zijn dochter Titia ter wereld. Vanuit een volstrekte eenzaamheid vindt de meester de kracht zichzelf te schilderen met een volmaakte objektiviteit en berusting. (pressbook)
Image gallery
Generiek
Jos Stelling
Laurens van Rooyen
Frans Stelling, Ton de Koff, Lucie Singeling
Jos Stelling, Wil Hildebrand, Chiem van Houweninge
Ernest Bresser
Jan Overweg
Meer informatie
Nederlands
Nederland
1977