Filip is een jongetje met een groot probleem. Hij is namelijk zo klein dat hij steevast het mikpunt wordt van de spot van iedereen: zijn klasgenootjes, de leraar, de mensen op straat.Hij zou graag 'groot' zijn, maar hoe meer hij zich inspant om in de kijker te lopen, hoe luider men om hem lacht. Voor zijn verjaardag krijgt Filip een blokfluit. Hij oefent heel wat af, maar zijn beste prestaties, zijn imitaties van een kanarie, een fluitketel en een stoomlocomotief. Daar schiet hij ook niet veel mee op. Toch blijft hij oefenen en is hij erg bedroefd wanneer zijn fluit in het water valt. Hij probeert ze nog te redden, maar helaas, hij houdt er enkel een nat pak aan over. Filip krijgt echter hulp van een vriendelijke muziekhandelaar. Hij geeft Filip een nieuwe fluit. Een bijzondere fluit: een toverfluit. Als je er een bepaald melodietje op speelt kan je alles groter of kleiner maken. Alleen zichzelf groter maken, dat kan niet. Ook kan hij niets meer herroepen: wat groot gemaakt is blijft groot en omgekeerd. Filip oefent de hele nacht tot hij het melodietje kan spelen, en zorgt de ochtend meteen voor een heleboel gekke situaties: een poes wordt zo groot als een leeuw, een vrachtwagen wordt piepklein, appels worden zo groot als voetballen, enz...
Door deze ingrepen, die meestal erg goed bedoeld zijn, verkrijgt Filip echter niet het gewenste resultaat: hij krijgt nog meer mensen tegen zich! Filip besluit te doen wat verboden was: hij wenst dat hijzelf groter wordt...
Image gallery
Generiek
Hermann Zschoche
Guenter Erdmann
Andy Greissel, Volkmar Kleinert, Ilse Voigt, Jan Spitzer
Gabriele Herzog, Katharina Zeiski, Christa Kozik
Guenter Janthe
Meer informatie
Duits
Duitsland
1976