A Summer at Grandpa's (Dong dong de jiàqi)

Een stadsjongen brengt zijn zomervakantie door bij zijn grootvader, die ergens op het platteland als dokter in een hospitaal werkt. Op dit eenvoudig gegeven bouwde Hou Hsiao-Hsien een soms vreedzame, soms gewelddadige, maar altijd warm en menselijke film over traditie, modernisatie en menselijk gevoel. Tung-Tungs moeder is gehospitaliseerd en zijn ouders sturen hem naar grootvader. Het platteland trekt hem wel aan : al vlug is hij in de ban van het landschap, de rivier, een jager en hij ontmoet er ook zijn jonge oom, die in nesten zit omdat hij zijn vriendin zwanger gemaakt heeft. Grootvader duikt nu en dan op als een schaduw van het
Chinese verleden. Hij neemt zijn kleinzoon mee naar het graf van de voorouders, toont oude foto's en laat hem oude poëzie uit het hoofd leren. Geleidelijk culmineert Tungs vakantie in een soort wanhoop, schrik, en keert hij stilletjes terug naar de stad.
Dong Dong ... was een van de meest opmerkelijke films die dit jaar op het Festival van Tokyo te zien waren. Hier en daar wordt wel eens naar de toonaard van Hugo och Josefin verwezen. De film is zachtmoedig, bevat milde humor maar is zeker niet idyllisch. Het gaat vooral om observatie van de eigenaardigheden van het dorpsleven, met zijn goede èn slechte kanten.
(Vrij naar persmap en Variety, 12.6.1985)

Hou Hsiao-Hsien (Kanton 1947) is een van de meest vooraanstaande kineasten van de nieuwe film in Taïwan. Zijn familie vluchtte in 1949 uit China voor de revolutie. Daar studeerde hij. In 1972 behaalde hij een diploma. Hij maakte o.m. Green Grass of Home (1982), The Sandwich Man (1983) en The Boys from Feng-Kuei (1983), die op het Festival van Nantes en Rotterdam zeer goed onthaald werd.