De ordonnans (At the drop of a head)

Reeds van in zijn kinderjaren droomt Bobbejaan van Buffalo Bill, cowboys en Indianen. Daarom gaat hij - ouder ge­worden - opgewekt, in cowboykostuum en met een gitaar onder de arm naar de grote stad om er zijn succes als liedjeszanger te beproeven. Het geluk staat hem niet bij en hij krijgt een baantje als zanger in een bar. Daar wordt hij opgemerkt door een geheimzinnige graaf, die met een nog geheimzinnigere professor Dreistein de arme Bobbejaan in het avontuur zendt. Met een fantastische tijdmachine wordt Bobbejaan terugggezonden naar het ver­leden . Zo vinden we hem, ten jare 1801 , in het hoofdkwartier van Napoleon. Hij wordt daar in een romantisch avontuur verwikkeld met de mooie Colette, tot grote ergernis van Francine die al zijn beleve­nissen via de « tijd-tele » volgt. In een hevig duel met de lugubere Mon­sieur Lagrippe ontpopt hij zich als een meester in de schermkunst. Daardoor vallen hem de meest onverwachte gebeur­tenissen op de hals. Wanneer hij uitein­delijk als een spion in de gevangenis vliegt, wordt de dreiging van de guillotine een ernst. Maar Francine laat haar held niet in de steek en Bobbejaan tracht met een wanhopige vlucht zijn nek te redden. En net als het vlijmscherpe mes van de guillotine valt, wordt hij gered door de professor en zijn assistente Francine. Einde goed, alles goed, behalve dat Bob­bejaan nooit zijn zo gegeerde bier kreeg. De Ordonnans is een dikwijls plezierige komedie die ook vandaag stand houdt, dankzij het aardige scenario en de geniet­bare act van Schoepen. De wat naïeve stijl verhoogt nog de charme. (vrij naar pers­map)