Balladen om Carl-Henning (The Ballad of Carl-Henning)

Carl-Henning loopt stage bij een zuivelboerderij in het Deense moerasland. Wanneer hij niet moet werken, sleutelt hij aan een kapotte wagen en droomt van een jong meisje, een plaatselijke studente. Na een paar biertjes te veel, steelt hij wat geld uit de kassa van de boerderij. Hij wordt betrapt door de voorman, die hem enkele klappen geeft. Carl-Henning slaat de man van de trappen. Ervan overtuigd dat de voorman dood is, vlucht Carl weg en sluit zich aan bij een carnavalsgezelschap. De voorman is slechts lichtgewond, maar Carl verneemt nooit dat hij mag terugkeren en begint aan een avontuurlijk leven, ver van de boerderij.