2454c04f ce69 435c 9258 e2d3b1123ad2

Akira Kurosawa

Akahige (Red Beard)

Regisseur Akira Kurosawa Componist Masaru Satô Met Toshirô Mifune, Yûzô Kayama, Tsutomu Yamazaki
185' - 1965 - Drama - Taal: Japans
We krijgen sedert geruime tijd reeds, in ons land nog bitter weinig Japanse films te zien. Men mag gerust aannemen dat een groot gedeelte van de Japanse filmproduktie, die steeds groeit, op het Japanse publiek is gericht en daardoor Europese film importeurs een beetje vergeten. Om dan nog niet te spreken van de merkwaardigste film van het laatste decennium: AKAHIGE en Akira Kurosawa, waarop we nu reeds zo lang wachten. Kurosawa die nog altijd niet over zijn verbazing heen is dat hij in 1951 de Grote Prijs van Venetië kreeg voor zijn "western" - zo noemt hij het - ''Rashomon", had gehoopt in Venetië ook een onderscheiding te krijgen voor AKAHIGE. Die kreeg hij niet: wel werd Toshiro Mifune bekroond voor zijn vertolking in de titelrol en ontving de kineast de Prijs van de OCIC. waar blijft in ons land AKAHIGE? Waar blijft trouwens de sedert: lang aangekondigde reprise van "Rashomon"?

Tussen "Rashomon" en AKAHIGE liggen veertien jaar. Het talent van Kurosawa is uitgegroeid tot een beheerst meesterschap; hij is ook wijzer geworden en milder. Hij ziet de dingen niet langer in wit-zwart verhoudingen, zich daarbij de vraag stellend zoals in "Rashomon", of beide geen illuzie zijn, er is in Kurosawa' s visie op de mens en de wereld een rijke schakering gekomen die aan zijn werk de allures geeft van de grote klassiekers en tevens een universele betekenis aan verleent. Zoals in de meeste van zijn vorige films, is Kurosawa ook thans geboeid geweest door de relatie van de mensen onderling - in een land als Japan waar de bevolking altijd onevenredig talrijk is geweest, van enorm belang, temeer daar de Japanner van nature zeer emotioneel is ingevolge de dwang van een strenge etikette, een strakke discipline soms tot verschrikkelijke gevoelsontladingen komt die de Westerse mens verbijstert. Hoe kan de ene mens de ander leren verdragen? vraagt Kurosawa. Waar ligt de oorzaak van wrijvingen, de uitbarstingen, de gewelddadigheid? AKAHIGE geeft het antwoord. Onwetendheid omtrent de bedoelingen van de "ander" is de basis van alle onverdraagzaamheid. Onwetendheid is de bodem waarop onkruid woekert van de afkeer, de hoogmoed, de haat. Wie zich de moeite geeft de "ander" te leren kennen ontdekt in hem steeds iets van zichzelf. En wie haat zichzelf? Mensenkennis leidt tot tolerantie. Want uit die kennis zal blijken hoe arm ieder mens is, hoe eenzaam, hoezeer hunkerend naar genegenheid, hoe vol goede wil. Kurosawa ontkent niet het bestaan van het objektieve kwaad, noch van werkelijke moedwil, maar beiden vormen de uitzondering, dus mogen ze niet onze opvattingen over de mens in het algemeen bepalen. En hier reageert Kurosawa zeer scherp tegen de nihilistische stromingen in zijn eigen land, het pessimisme en fatalisme van het Westen. Wat wij een slecht mens noemen, is vaak niets anders dan een moegetergd wezen, dodelijk gekwetst en tot wanhoop gedreven, dat uiteindelijk reageert met het instinkt van het opgejaagde dier. Een ander leren kennen veronderstelt belangstelling, een vitaal gemoed en vooral een eindeloos geduld. Geduld is voor de geest wat de lenigheid is voor de spieren: zonder een elastisch geduld is het samenleven onmogelijk, maken wij van de wereld een hel.

De hoofdfiguur, Dr. Nilde Kuiojo - Akahige bijgenaamd - omwille van de kleur van zijn baard - is historisch; hij leefde op het einde
van de achttiende eeuw en bestuurde het armenziekenhuis te Koishikawa, in de buurt van het toenmalige Edo ( nu Tokyo ) ; zijn goedheid en menslievendheid werden legendarisch. Onwillekeurig denkt men aan Vicentius a Paola, al verschillen beide figuren grondig van elkaar wat de motivering van hun daden betreft - Kurosawa is een humanist, het religieuze spreekt hem niet aan. De Japanse Vicentius zet zich met hart en ziel in voor de lijdende mensheid, niet om de goden te behagen, maar uit oprechte liefde
voor zijn medemens. Hij doet het op een weliswaar eigenaardige manier waaraan het chanteren van rijke lui en knokpartijen in samoeraistijl aan te pas komen; maar altijd gedreven door het geloof in de goedheid van de mens - al zit die soms onder dikke lagen egoïsme verborgen - en door het geloof in zijn roeping. Zoals Vincentius is hij iemand die, liever dan te jammeren over de slechte tijden en de boze lieden, in zijn omgeving doet wat hij kan om de nood te lenigen: helpend, luisterend, studerend. Naastenliefde in de meest absolute zin van het woord vormt het grote leitmotiv van Kurosawa’s film. Men herkent het in de opbouw van het verhaal - waarin tal van ondergeschikte episodes zitten verwerkt - men vindt het terug en de wijze dialoog, de geleidelijke evolutie van de psyche der personages, tot in het muzikale thema dat doordrongen is van ‘n ontroerende tederheid. Kurosawa heeft al zijn talent, genialiteit betere omschrijving aangewend om via de persoon van Dr. Niide zich te verweren tegen - zoals hoger gezegd het nihilisme in zijn eigen land, het pessimisme en fatalisme elders. Akahige is werkelijk de mens, de incarnatie van wat het menselijk geslacht aan groots heeft opgeleverd, niet alleen in het achttiende eeuwse Japan, maar overal ter wereld.

AKAHIGE een verhaal van alle tijden en zal worden beleefd zolang er mensen zullen bestaan. Daarom - en vanzelfsprekend ook omwille van de filmische kwaliteiten - zouden we AKAHIGE graag ook op onze bioskoopschermen zien verschijnen.
(uit "De Standaard")

Image gallery

2454c04f ce69 435c 9258 e2d3b1123ad2
8a4a825f 1a96 466d a1f4 dea2e7be9281

Generiek

Regisseur

Akira Kurosawa

Componist

Masaru Satô

Met

Toshirô Mifune, Yûzô Kayama, Tsutomu Yamazaki

Scenario

Masato Ide, Hideo Oguni, Ryûzô Kikushima, Akira Kurosawa

Cinematograaf

Asakazu Nakai, Takao Saitô

Meer informatie

Taal

Japans

Productielanden

Japan

Scenario gebaseerd op

"Akahige shinryô tan" (Shûgorô Yamamoto)

Jaar

1965