One Shot Cinema in mei: Policeman

25 apr 2012
We sluiten het eerste seizoen van ONE SHOT CINEMA af met een ijzersterke Israëlische politiefilm waarin debuterend regisseur Nadav Lapid afwisselend de macho-rituelen observeert van een anti-terreur commando en de voorbereidingen van een groep jonge revolutionairen die de Israëlische staat wil ontwrichten.
Wat Policeman zo ongewoon en provocerend maakt binnen de Israëlische cinema is dat de vijand voor een keer niet uit Palestijnen bestaat maar van binnenuit komt: de extremisten die een spectaculaire gijzelingsactie beramen zijn jonge Israëliers uit de bevoorrechte klasse die genoeg hebben van de klimmende sociale ongelijkheid in de Israëlische samenleving. De staat wordt niet bedreigd door de klassieke vijand van buitenaf maar door wat er in de eigen samenleving verziekt is . Zoals de recensent van Les Inrockuptibles zo gevat stelde is Policeman 'un grand film sur une société qui ne va pas bien.' Schrijver/journalist Nadav Lapid vat zijn scherp kritische doorlichting van zijn land in een quasi conceptuele constructie, waarbij de film in drie bewegingen wordt opgebouwd. In het eerste en langste narratief blok staat de politieagent Yaron (Yiftach Klein) centraal. Deze dertiger is de leidersfiguur van een anti-terreur elite eenheid die wordt ingezet voor undercover operaties tegen de 'Arabische vijand.' In de privé-sfeer staat Lapid op een keerpunt: hij wordt binnenkort vader, een belangrijk gegeven voor elke man, wat hier nog versterkt wordt door zijn joodse cultuur en de Israëlische demografische politiek. De regisseur laat tedere en erotisch geladen taferelen waarin Yaron de dijen van zijn zwangere vrouw masseert of naakt voor haar een dansje ten beste geeft, contrasteren met de Uber-viriele rituelen van mannelijke kameraadschap tussen de verschillende teamleden die al jaren met elkaar optrekken en een hechte clan vormen. Met hun gespierde lijven, gebruinde huid, kortgeknipte vastberaden koppen, ogen verborgen achter Ray-Ban glazen, intens fysieke en latent homoseksuele omgang onder elkaar, lijken ze zo uit het Tom Cruise vehikel Top Gun te stappen. Lapid toont in treffende scènes hoe in de Israëlische samenleving de cultus van het nationalisme en van de viriliteit hand in hand gaan. De link tussen gewapend geweld en seksuele potentie is onmiskenbaar. Op zeker moment laat Yaron een tienermeisje dat hem op een terrasje bedient zijn wapen zien en vraagt haar of ze het wil aanraken. Niet dat er geen onderlinge spanningen zijn tussen de elite-eenheid. Bij een faliekant aflopende operatie kwamen onschuldigen om het leven, waardoor de groep met een intern onderzoek opgezadeld zit. Ze besluiten de schuld volledig in de schoenen te schuiven van die ene kompaan die een hersentumor krijgt, er van overtuigd dat zijn medische conditie hem wel zal vrijpleiten van elke vervolging. Yaron is degene die de boodschap aan de zieke collega moet overbrengen en alhoewel alles koel en zakelijk wordt afgehandeld en hij er onbewogen bij blijft, is het een beslissing die hem blijft kwellen, zo is subtiel te zien tijdens de weinige momenten dat Yaron kwetsbaar uit de hoek komt. Na een veertigtal minuten komt abrupt een andere clan in beeld: een groepje jonge bourgeois _ twintigers _ die deel uitmaken van een extreem gauchistisch netwerk en vastbesloten zijn om over te gaan tot gewelddadige actie. Deze verre verwanten van de Baader Meinhof groep of de Rode Brigades scanderen slogans als de intellectuele dandy's uit de profetische pamfletten van Jean-Luc Godard (La Chinoise, Masculin Féminin, Weekend). Ze vinden Israël 'een staat van het kwaad' omwille van de grote kloof tussen arm en rijk. 'Het is tijd voor de armen om rijk te worden en voor de rijken om te sterven,' luidt de aanhef van hun manifest. Een verzuchting die vorige zomer een pijnlijk actuele betekenis kreeg toen er in de straten van Israëlische steden massaal geprotesteerd werd tegen de buitenissig hoge kosten van levensbehoeften. Net als de strijdmakkers van de anti-terreur brigade zijn de jonge revolutionairen sexy en welgeschapen; het enige wat ze akelig maakt is de kilheid waarmee ze hun ideeën ventileren en plan ten uitvoer brengen. Lapid filmt ze met dezelfde aandacht voor het behavioristische detail als zijn observatie van de politie-eenheid zodat zowel hun grote overeenkomsten (zelfde seksueel getinte fascinatie voor wapens, zelfde blinde geloof in een heilig doel) als de markante verschilpunten (anders dan de zeer familiegerichte politiemannen, verwerpen de nieuwe terroristen hun ouders en breken ze radicaal alle banden met vorige generaties). Alhoewel de charismatische blonde Natanel (Michael Aloni) de leider van het viertal is, is de spilfiguur een fanatieke jonge vrouw en would be dichteres, Shira (Yaara Pelzig). Shira wordt geïntroduceerd terwijl ze er getuige van is hoe haar auto zwaar wordt toegetakeld door een bende punks. Yaara Pelzig speelt haar personage alsof Shira in trance verkeert, ze rammelt haar politiek programma af als een automaat en haar koele ogen verraden niet de minste twijfel. Dit in contrast met Yaron wiens pantser van ongenaakbaarheid toch stilaan barsten begint te vertonen. Zonder dat de regisseur gebruik moet maken van parallelmontage (de twee narratieve blokken blijven angstvallig gescheiden) is het duidelijk dat de film moet afstevenen op een bloedige confrontatie tussen de twee werelden van deze twee clans. Dit gebeurt in het derde deel van de film waarin de jonge fanatici in Jeruzalem het bruiloftsfeest van de dochter van een miljardair infiltreren en de verzamelde rijke gasten gijzelen om zodoende de nationale media te halen. Nu komen de zelfverzekerde elite-politiemannen in een verrassende situatie terecht die komaf maakt met hun klassieke vijandbeeld en hen confronteert met zowel de klassenoorlog in de samenleving die ze moeten beschermen als hun strijd met zichzelf. Van bij de eerste shots van de fietsende competitieve politiemannen die even halt houden bij een panoramisch uitzicht op een hoge berg ('Dit is het mooiste land ter wereld,' roept Yaron uit), voel je dat Nadav Lapid vanaf zijn eerste film een regisseur is die de teugels strak in handen heeft, die formeel de juiste keuzes maakt om zijn boodschap en bezorgdheid zo overtuigend mogelijk te maken. Zonder de zwart-wit tegenstellingen, de demagogie of de nadrukkelijke preekzucht die zoveel 'politieke' cinema een slechte reputatie bezorgt. Zijn stijl van filmen is glashelder, sec en uitgepuurd, maar binnenin zijn strak schema bouwt hij heel veel zones van onzekerheid in, blijft heel wat onuitgesproken, zijn er ellipsen die de toeschouwer zelf moet invullen. Vele scènes zijn meesterlijk geregisseerd. Om maar een voorbeeld te geven: de scène waarin een van de jonge revolutionairen een gesprek heeft met zijn vader en beiden gescheiden worden door een muur tussen de keuken waarin de een zich bevindt en de badkamer waar de ander heeft postgevat. De spatiale indeling van dit statisch shot geeft aan de scène een grote spanning en wijst ook op de onoverbrugbare kloof tussen vader en zoon. Een ding is zeker: Nadav Lapid is een naam om te onthouden en een regisseur van wie we nog zullen horen. Patrick Duynslaegher regisseur: Nadav Lapid land: Israël Hebreeuws gesproken, Engels ondertiteld jaar: 2011 speelduur: 107' 'One Shot Cinema' is een programma van FILMFESTIVAL GENT in samenwerking met KASKcinema. Eerste vertoning van Policeman op woensdag 2 mei, daarna ook nog te zien op woensdag 9, 16, 23 en 30 mei telkens om 20u30. Patrick Duynslaegher zal (onder voorbehoud) alle vertoningen inleiden. Praktisch: KASKcinema, Bijlokesite, Godshuizenlaan 4, 9000 Gent, www.kaskcinema.be. Tarieven: 5 euro (standaard) 3 euro (studenten, werklozen, 65+, KASKmedewerkers) KASKcinema filmkaart: 40 euro (8 films + 2 gratis).