09 20 okt. '24

Liefde en rebellie in 'A Cappella'

Suetveaceqepeeaaaev kopie
Nieuws 05 feb. 2018
Elk jaar kan je een massa films bekijken in de Belgische zalen, maar toch zijn er nog altijd markante films die geen reguliere bioscooprelease krijgen. One Shot Cinema, een initiatief van Film Fest Gent en Sphinx Cinema, vult die leemte door elke maand op donderdag zo’n onuitgegeven film op het programma te plaatsen. In februari staat 'A Cappella' op het programma.

De titel van de One Shot Cinema van februari is misleidend. Deze film van de Japanse regisseur Hitoshi Yazaki heeft niks te maken met de muzikale term voor samenzang zonder muziekinstrumenten. 'A Cappella', gebaseerd op de semiautobiografische roman van Mariko Koike, is gewoon de naam van een koffiebar in de havenstad Sendai waar barokmuziek gespeeld wordt en waar de jonge protagoniste Kyoko haar toevlucht zoekt nadat ze bij straatrellen kneuzingen opliep.

Pijnlijke onthullingen

Wat ons meteen bij de essentie van de film brengt: het verhaal speelt zich af in 1969/1970 tijdens de grote studentenopstanden en interne gevechten tussen verschillende radicale fracties, die van sommige campussen een waar slagveld maakten. Zoals bij de anti-USA protesten in Europa, was de oorlog in Vietnam de voornaamste schietschijf van de contestatie, alleen werden de Japanse studenten nog meer opgehitst door de vernieuwing van het militaire veiligheidsverdrag tussen Japan en de VS en de aanwezigheid van Amerikaanse basissen op strategische plaatsen in de eilandstaat.

Tegen die achtergrond van radicalisering en de groei van subculturen (van muziek en film tot theater en literatuur) schetst de regisseur de coming of age-kroniek van Kyoko (Riko Narumi) die aan het afstuderen is aan een middelbare school met een strenge dress code. Alhoewel ze zelf een antiuniformcomité opricht, is Kyoko slechts zijdelings in politiek geïnteresseerd. Ze voelt zelf aan dat haar rebelse houding een beetje een pose is en ze stopt minder energie in de strijd tegen het establishment dan in het optekenen van poëtische mijmeringen in haar dagboek. De film gaat dan ook vooral over haar seksueel ontwaken nadat ze in de A Cappella bar twee universiteitsstudenten ontmoet die al jarenlang boezemvrienden zijn, Yunosuke (Takumi Saito) en de raadselachtige Wataru (Sosuke Ikematsu) die meteen haar hart verovert. Het ‘esthetisch’ nihilisme van de twee jongens stelt haar idealistisch activisme zwaar op de proef. Kyoko vermoedt algauw dat Wataru met duistere geheimen worstelt; terwijl ze haar maagdelijke onschuld verliest wordt ze met pijnlijke onthullingen geconfronteerd.

Liefde, seks en dood

'A Cappella' (originele Japanse titel: 'Mubansô') is al de tiende film van Yazaki die intussen drieënzestig is. Gezien hij eind jaren 60 zelf een tiener was maakte hij deze woelige periode ook bewust. Zijn films worden in het Westen zelden vertoond. Een aantal films waren te zien op de Berlinale en op het Filmfestival van Rotterdam. Zijn speelfilmdebuut 'Afternoon Breeze' (1980) vertelde over twee vriendinnen die een flat delen; een van de meisjes is lesbisch en in ’t geniep verliefd op de ander. Hij vierde zijn internationale doorbraak met het incestdrama 'March Comes in Like a Lion' (1991). Zijn bekendste film, 'Strawberry Short Cakes' (2006), vertelt over vier vrouwen op zoek naar de liefde. Ook in 'A Cappella' weet de regisseur door te dringen tot de diepste geheimen en intimiteit van zijn personages zonder in voyeurisme te vervallen. En ook hier is er sprake van een fluïde seksualiteit tussen de opstandige jongens en meisjes die met Baudelaire, Camus en Sagan dwepen en hun scholen als een belichaming zien van het kapitalisme.

Liefde, seks en dood zijn de dominante thema’s in zijn werk. In die zin sluiten de films van Yazaki perfect aan bij de taboedoorbrekende New Wave generatie die in de jaren zestig furore maakte en zich afzette tegen de conservatieve codes van de klassieke Japanse cinema. Vaandeldrager van die beweging was Nagasi Oshima (met protestfilms als 'Burial of the Sun' en 'Crual Story of Youth', beiden uit 1960), op de voet gevolgd door Masahiro Shinoda ('Double Suicide' uit 1969), Shohei Imamura ('Pigs and Battleships' uit 1961), Yasuzo Masumura ('Blind Beast' uit 1969), Koji Wakamutsa ('Violent Angels' uit 1967), Susumu Hani ('Bad Boys' uit 1960) en Hiroshi Teshigahara ('The Face of Another' uit 1966).

Provocerende mix

Ondanks de harde politieke kern, surft 'A Cappella' ook op golven van nostalgie naar een periode toen de heftige gevoelens van jongelui die zichzelf ontdekken en definiëren ook samenvielen met een kritisch maatschappijbeeld.

Het sterkste punt van de film is hoe de thema’s van politiek engagement en seksuele identiteit zich tot elkaar verhouden: soms lopen ze parallel, soms botsen ze met elkaar, soms gaan ze in elkaar op. Liefdesverdriet, verraad, zelfvernietiging en rebellie: het vormt allemaal een gevaarlijke en provocerende mix in een film die zijn heikele thema’s wat omfloerst door het langoureuze ritme van de vertelling en het zacht kleurenpalet van grijs, beige, dof groen en oranje.

'A Cappella' is nog te zien op 8, 15 en 22 februari in Sphinx Cinema.
Bestel hier tickets.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van nieuws over het festival, de films en de filmmakers, en onze activiteiten doorheen het jaar?