In Het Blauwhuys dansen kinderen en worden vlinders

17 okt 2011
Een experimentele dansfilm als Het Blauwhuys in de Europese competitie voor kortfilms op het Filmfestival Gent! Regisseur Jonas Baeckeland is nog altijd aan het bekomen van zijn selectie. Maar die bevestigt dat Het Blauwhuys meer is dan de som van dans en film. De synergie die hij er samen met zijn ploeg instak geeft een nieuwe dimensie aan de afzonderlijke delen film en dans.
De ondertitel van de film Zus zonder Zus II intrigeert. In feite is Het Blauwhuys het tweede deel van een trilogie gebouwd rondom een idee van choreografe Anne-Lore Baeckeland om de evolutie van drie dansende meisjes om de zes jaar te filmen. In de eerste Zus zonder Zus waren de kinderen zes jaar en nu zijn ze aan het puberen. Ideaal dus om dat levensmoment in beelden te vatten. De drie kinderen, Sarah, Nele en Anna, werden echter niet gekozen omdat ze zo'n perfect harmonisch trio vormen. Anne-Lore Baeckeland is er immers de choreografe niet naar om dans aan te leren. Dans is voor haar een spel van communicatie, een zoektocht naar vrije beweging. Met die drie lukte dat wonderwel. In de eerste Zus zonder Zus werden ze in een groene kubus gefilmd waar ze zich veilig voelden. Bij het begin van Het Blauwhuys ontsnappen Sarah, Anna en Nele uit een soort serre en ontdekken ze in het Blauwhuys een nieuwe wereld. Ze gaan op verkenning, dansen en spelen en ontplooien tot tieners. Ieder afzonderlijk krijgt onder meer door het kiezen van bepaalde kleren een eigen identiteit. Een gastvrouw houdt alles van op afstand wat in het oog en levert spullen en attributen waarmee de kinderen aan de slag kunnen. Alles aan de film is organisch ontstaan, beklemtoont regisseur Baeckeland. Er was geen uitgeschreven choreografie die netjes door de camera werd geregistreerd. Er werd gedanst naar en volgens de ruimte van huis en kamers. Niet in functie van de camera. Het dansen en het bewegen werd door twee camera's gevolgd en opgenomen op het moment van de creatie. Een en ander gebeurde in een huis dat, volgens Jonas Baeckeland, gebouwd werd naar het licht. Kunstlicht kwam er bij het filmen niet aan te pas, cameraman Rik Zang plaatste alleen enkele spiegels om het natuurlijk licht te versterken. Toen de choreografie gecapteerd was, werd de film gemonteerd en daarbij kwam het wel eens tot een conflict tussen choreografie en film. De uitdaging bestond er immers in om het verhaal van de drie meisjes opnieuw te vertellen. En daarbij heb je kapstokken nodig die alles voortstuwen. Vandaar enkele elementen zoals de lepels die enkele keren in de film opduiken. Op de set werd er evenmin geluid opgenomen. Er waren alleen enkele beats om de kinderen te helpen bij het dansen. Nadien heeft een man de geluiden van de danspasjes en van het gekraak van de vloeren na-gedanst. En die werden opgenomen. Jonas Baeckeland vertrouwde de beelden toe aan Wouter en Lode Vlaeminck, bekend van de Tòman postrockband maar hun elektronische kompositie klikte alleen met het gefilmde materiaal wanneer die met klassieke instrumenten werd uitgevoerd. Toen bleek ook dat de muziek te slaafs de beelden volgde, teveel hetzelfde vertelde, niet genoeg leefde. De vriendin van de regisseur die in Kopenhagen een seminarie volgde aan het Vocal Institute aldaar, kwam vanuit de Deense hoofdstad met de oplossing. Er werden daar stemmen aan de score toegevoegd die een soort elfentaal zingen. Het eindresultaat is, zoals de film, wondermooi. Het echte Blauwhuys waarin de ontpopping van drie meisjes tot een vlinder wordt getoond, staat in Vinderhoute en de regisseur onderstreept dat de film op het juiste moment werd gedraaid. Nu drie maanden later zijn Sarah, Anna en Nele al dametjes geworden. We zien hen, als alles goed gaat, over zes jaar terug. Voorstelling Europese Kortfilmcompetitie: 18 oktober 22 u.30 Kinepolis Trailer Het Blauwhuys: vimeo.com/29293375