09 20 okt. '24

In BELvue museum walst Raoul Servais tussen magie en realisme

Tentoonstelling Raoul Servais Belvue museum
Nieuws 01 dec. 2021
Als dank en eerbetoon aan animatiefilmpionier Raoul Servais organiseert het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting in het Brusselse BELvue museum een fijne tentoonstelling gewijd aan de persoon en het oeuvre van "de tovenaar van Oostende". Ze draagt Raoul Servais. Een wereld tussen magie en realisme als titel en is nog 6 maart 2022 te bezichtigen.

De thans 93-jarige Raoul Servais is bij leven al een legende. Hij is van pionier van de Belgische animatiefilm uitgegroeid tot de Nestor ervan. Maar zelfs als dusdanig pioniert hij voort. Het is alleen nog even wachten op de wereldpremière van zijn jongste animatiefilm Der Lange Kerl die zich zoals zijn vorige, Tank, afspeelt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Thematisch sluit Der Lange Kerl aan bij vorig werk van Servais waarin hij het heeft over de gevaren van nationalisme, racisme, onderdrukking, fanatisme.

Vrijwaren

Productioneel schakelde hij opnieuw een jonge ploeg in die meer dan hijzelf vertrouwd is met digitale media. Rudy Pinceel, die eerder de documentaire Servais draaide, leidde de ploeg. Dat soort samenwerking typeert Raoul Servais. In zijn zoektocht om live action en getekende animatie naadloos te vermengen botste hij, na het uitvinden van de Servaisgrafie en de explosie van de digitalisering, op zijn eigen technische grenzen. Daarom liet hij dat aspect aan mensen over die zijn ideeën feilloos vertaalden. Servais was een vernieuwer en is dat tot op heden gebleven. Om zijn grafisch werk te vrijwaren voor de volgende generaties vertrouwde Raoul Servais eind 2019 zijn grafisch werk toe aan de Koning Boudewijnstichting. Daarbij speelde zijn vriend, Jacques Dubrulle, voorzitter van het Fonds Raoul Sevais en erevoorzitter van Film Fest Gent, een belangrijke rol. De Stichting ziet de BELvue tentoonstelling als een vorm van dankbaarheid voor zoveel vrijgevigheid.

Geruis en geur

Curator François Schuiten heeft ze in drie delen ingedeeld. Jeugd en Oostende is het eerste deel, daarna komt Innovatie en techniek en tenslotte is er Surrealisme en laatste film. De op 1 mei 1928 in Oostende geboren Servais heeft een sterke band met de zee. Volgens een bijschrift “kan hij niet zonder haar geruis en haar zilte geur. Als kind zag hij hoe het licht van de vuurtoren de schepen naar de haven van Oostende loodste”. Iedere Servais-fan of –kenner denkt dan onmiddellijk aan Havenlichten, de korte animatiefilm waarin een gebroken straatlantaarn een verdwaalde vissersboot weer op koers brengt. Op het festival van de Belgische film wint de film in 1960 de hoofdprijs. Maar nog altijd wijst de maker op de gebreken van zijn doorbraakdebuut. Aan kritische zin ontbrak het Servais nooit. Maar met de geldprijs kan hij, tweedehands, een professionele 35mm camera kopen. Die hij later tot projector ombouwt. Hij staat op de tentoonstelling niet ver van Servais’ eerste camera: een sigarendoosje met wat meccanowerk als aandrijving. Ontroerend mooi.

Nebelux

Al van in het begin wordt Servais in verband gebracht met twee andere Oostendse grootheden, Leon Spilliaert en James Ensor. Je moet voorbij een werk van beide kunstenaars vooraleer kennis te maken met meditatieve voorstudies van Havenlichten en De valse noot. Het eindplan van Chromophobia overvalt je dan weer met zijn schetterende kleurenpracht. Met deze film snijdt Servais voor het eerst het thema oorlog en onderdrukking aan. Hij laat immers een chromofoob leger opmarcheren dat systematisch alle kleur uit de maatschappij verwijdert. In zijn daaropvolgende film Operation X-70 hekelt hij het gebruik van zenuwgas tijdens de oorlog in Vietnam. Dat land herdoopt hij in Nebelux.

Genereus

Omdat hij op dat ogenblik niet zelf de grafische techniek beheerst om zijn decors en personages overeenkomstig zijn ideeën te tekenen doet hij een beroep op het werk van oud-leerling en kunstenaar Marc Ampe. Hetzelfde gebeurt als hij in 2015 Tank draait waarmee hij de eerste tankaanval op 15 september 1916 tijdens de slag om de Somme herdenkt. Omdat hij zijn door de Duitse kunstenaar Otto Dix geïnspireerde tekeningen niet zelf kan animeren, laat hij ze door jonge animatoren digitaal uitwerken. Dat verbergt de regisseur nooit en het maakt van hem een genereus kunstenaar.

Taxandria

Een samenwerking kan ook mislukken en dat is het geval bij het draaien van zijn eerste en enige lange animatiefilm Taxandria. Voor dit ambitieuze project werkt Servais samen met de internationaal gereputeerde striptekenaar François Schuiten. Die ontwerpt schitterende decors waarin levende acteurs zullen bewegen. Een nieuw technisch procedé, door Servais uitgevonden en Servaisgrafie gedoopt, moet ervoor zorgen dat er een synthese ontstaat tussen acteurs en decors. Maar niet alles verloopt daarbij naar wens en het scenario moet meermaals worden aangepast. De productie crasht en wordt gered maar velen oordelen dat het door acteurs vertolkte raamverhaal haaks staat op het animatiegedeelte. Op de openingsavond in 1994 van het toenmalige Internationaal Filmfestival van Vlaanderen-Gent wordt de film gemengd onthaald. Ondanks de inzet van velen wordt Taxandria geen succes. Met indrukwekkende schetsen, uitvergrote beelden uit Taxandria en audiovisuele uitleg over de Servaisgrafie, zijn we dan al in het tweede deel van de tentoonstelling beland. Om aan te tonen dat animatiefilm ook een moeilijke technische aangelegenheid is, stelt François Schuiten zowel een montagetafel als een cameratafel tentoon.

Vlinder als gids

In de derde BELvue zaal komt het surrealisme en de laatste film aan bod. De klemtoon ligt op Nachtvlinders. Daarin wil Servais nogmaals zijn uitvinding uittesten en hij vraagt en krijgt toelating van surrealist Paul Delvaux om daarbij zijn schilderijen te gebruiken. Geen wonder dus dat Nachtvlinders zich in een station afspeelt met een vlinder als gids en twee vrouwen die dansen doorheen een wachtkamer. Je kan de prachtige, mysterieuze korte film in een permanente loop bekijken in het gezelschap van een levensgrote uit de film weggelopen kostuumpop en een origineel schilderij van Delvaux.

Gouden Palm

En nog nooit een Gouden Palm gezien? Raoul Servais was in 1979 met en voor zijn Harpya de eerste Belgische cineast die er een won. Een harpij is een mythologisch vrouwelijk wezen dat bij Servais strijd levert met een bourgeois figuur. En hem tenslotte oppeuzelt. Met Harpya probeert Servais voor het eerst om animatie met live action te vermengen. Het technisch procedé dat later uitmondt in de Servaisgrafie maakt ophef aan de Azurenkust. De Gouden Palm is slechts een van de meer dan zestig onderscheidingen die Servais en zijn 17 films kregen. Enkele affiches verwijzen naar zijn talloze wereldwijde retrospectieven van zijn oeuvre. Uit Der Lange Kerl blijkt dat het nog lang niet afgesloten is. Net zoals Tank speelt de film zich af in de loopgraven en gaat over de confrontatie van een gewonde Franse soldaat met een rijzige, jonge Duitse soldaat. De op het Duitse expressionisme geïnspireerde film kan je bekijken als een pacifistische boodschap maar evenzeer als een parodie op het Pruisische militarisme.

Inspirerend

De inspirerende invloed van kunstenaars loopt als een soort rode draad doorheen de tentoonstelling. Werk van onder meer Léon Spilliaert, James Ensor, Constant Permeke, Otto Dix, Paul Delvaux passeert de revue en het meest spectaculaire daaronder is het werk Petite place de gare van de surrealist Paul Delvaux dat mede de inspiratie leverde voor Nachtvlinders. Maar telkens opnieuw weet Raoul Servais kenmerken en eigenschappen van anderen op een originele en verrijkende manier in zijn eigen magische oeuvre te integreren. Beter dan Silke Rochtus in de bij de tentoonstelling horende publicatie kunnen we het niet formuleren waar ze schrijft “In Servais’ kortfilms walsen plastische kunst, teken- en liveactionfilm innig met elkaar”.

Smaakmakend

Curator François Schuiten heeft uit het Erfgoed aanbod een intelligente, smaakmakende staalkaart samengesteld en die in een mengelmoes van Servais- decors ingebed. Je moet eens kijken hoe Goldframe-personages zich lijken te vergapen aan de beelden van Oostende uit de kinderjaren van de grootmeester van de animatiefilm. Dat laatste is slechts een van de vele epitheta die bij Raoul Servais passen. Hij is daarnaast nog de oprichter van de eerste animatiefilmschool op het Europese vasteland. Zijn bescheidenheid is haast legendarisch en die gaat hand in hand met een fiere koppigheid in het telkens opnieuw zoeken naar een nieuwe stijl. Geen film lijkt op de andere. Servais zelf koestert nu het woord kluizenaar als hij het over zichzelf heeft. In of achter die kluizenaar gaat een filosoof, een virtuoos stilist, een geëngageerd kunstenaar, een gedreven pacifist schuil. Kortom, een schoon mens.

  • Bezoekje brengen?

    De tentoonstelling Raoul Servais. Een wereld tussen magie en realisme loopt nog tot 6 maart 2022 in het BELvue museum (Paleizenplein 7, 1000 Brussel). Meer info vind je hier.

  • Nog twee tips
    • De door de Koning Boudewijnstichting uitgegeven en bij de tentoonstelling horende mooi geïllustreerde publicatie “Raoul Servais. Tussen magie en realisme” bevat onder meer een uitgebreide biografie van de animatiefilmer, besprekingen van zijn werk en interviews.
    • In MU.Zee Oostende is een vleugel gewijd aan Raoul Servais, hij staat er tussen Léon Spilliaert en James Ensor.
DSC 4815

Raf Butstraen

Met decennia filmgeschiedenis op de teller is voormalig filmcriticus Raf Butstraen de geknipte man om het laatste filmnieuws te fileren voor Film Fest Gent.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van nieuws over het festival, de films en de filmmakers, en onze activiteiten doorheen het jaar?