FFG eert Raoul Servais voor grensverleggend oeuvre

Raoul Servais
Nieuws 15 okt 2022
Geprezen zij de vader van Raoul Servais omdat hij thuis na de zondagse wandeling naast Harold Lloyd- en Charlie Chaplinfilmpjes nog als toetje een Felix de Kat cartoon vertoonde. Want zo ontdekte zijn op 1 mei 1928 geboren zoon de magie en het mysterie van cinema. Het bleef niet bij ontdekken alleen. Al op jonge leeftijd wilde Raoul weten hoe het kwam dat tekeningen konden bewegen. Uitleg daarover vroeg hij niet aan zijn vader, hij ging zelf op zoek naar het waarom van het bewegend beeld. Daarom tekende hij het ene beeld na het andere, legde ze allemaal naast elkaar en nam ze op met de camera van zijn vader. Maar bewegen deden ze niet. Wist Raoul toen veel dat je bij animatie beeld per beeld moet opnemen en dat ene beeld lichtjes verschillend moet zijn van het ander.

Doorbraak

Toen kon hij evenmin weten dat hij, wandelend door zijn Oostendse geboortestad, zich eigenlijk bewoog in de Léon Spilliaerts-decors die hij later zou gebruiken en dat de statige James Ensor naar wie hij, aan de hand van zijn moeder opkeek, zo’n diepe indruk zou nalaten. En dan was er nog de zee, dat kunstwerk waarmee hij zo’n nauwe band had dat hij haar geruis en zilte geur niet kon missen. Het fascinerende licht van de vuurtoren dat de schepen naar de haven van Oostende loodste, verwerkte hij in zijn animatiefilm Havenlichten waarmee hij in 1960 de hoofdprijs won op het festival van de Belgische film. Een debuut, en meteen een doorbraak! Drie jaar later is er De valse noot, een kortfilm waarin een mannetje bedelend aan een draaiorgel draait, maar alle giften misloopt omdat er telkens weer een valse noot weerklinkt. Hij probeert die noot te vangen en ze in zijn hoed te verstoppen. Terecht werd toen opgemerkt dat er geen valse noot ooit juister klonk en dat Servais de juiste toon aansloeg.

Bombarderen

Met deze valse noot keerde hij terug naar zijn eigen jeugdjaren toen hij zich als een verschoppeling voelde. Dat kwam zo. Voor de Tweede Wereldoorlog baatten zijn ouders in Oostende een porseleinwinkel uit. Ze waren welstellend, maar bij een Duits bombardement verloren ze have en goed.

Chromophobia

Armoede werd troef en om aan de kost te komen moest Raoul Servais aan de zijlijn van de maatschappij allerhande jobs aannemen. De Duitsers hadden zijn jeugddromen weggebombardeerd en dat merk je aan zijn Chromophobia waarin een chromofoob leger alle kleur uit de maatschappij verbant. Gelukkig is er een Tijl Uilenspiegel... Zonder medeweten van Servais werd Chromophobia in 1965 ingestuurd naar de Mostra in Venetië en op een dag kreeg Servais een telefoontje dat zijn film daar de Primo Premia van de korte film had gewonnen. Het werd zijn internationale doorbraak. Dezelfde anti-oorlogsthematiek gebruikte Servais in het begin van de jaren zeventig nog voor zijn Operation X-70 waarin hij het gebruik van zenuwgas in de Vietnamese oorlog aan de kaak stelde.

Filmgeschiedenis

Inmiddels was hij na een opleiding aan het Gentse instituut voor sierkunsten al vanaf 1963 actief aan de autonome afdeling Animatie in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK), de eerste animatiefilmschool op het Europese vasteland. Daarmee schreef hij filmgeschiedenis en werd met als grondpijlers creativiteit, vitaliteit en originaliteit, het vormen van studenten een hoofdtaak. Daarbij mocht men weliswaar van een Servais-school spreken, maar vermeed hij het produceren van Servais-klonen. Hij leerde kritisch kijken, net zoals hij zelf deed in onder meer To Speak or not to Speak waarin hij de verloedering in de media aanklaagde of nog in het satirische Goldframe waarin een filmmogul op een verpletterende manier de plak zwaait. In het onder invloed van de Latemse school staande Pegasus verliest een paard de strijd tegen de opkomende industrialisatie van de landbouw. De begingeneriek zou nu "gebaseerd op een waargebeurd verhaal" vermelden. Met Het lied van Heer Halewyn sloot de regisseur zich aan bij een groots project dat Europese mythen en sagen bij elkaar bracht. Een mooi en origineel voorbeeld van leganimatie.

Scharniermoment

Harpya, waarin een mythologisch vrouwelijk wezen een eenzame wandelaar aanvalt, groeide uit tot een sleutel- en scharniermoment in het oeuvre van de man die we met een Joseph Plateau Honorary Award eren. De periode van de “tekenfilm” is voorbij en voor het eerst resulteert Servais’ fascinatie voor het samenbrengen van liveaction en animatie in een grensverleggende film die in Cannes zelfs met de Gouden Palm voor de beste kortfilm gaat lopen. De eerste ooit voor een Belgische cineast.

Computer

Helemaal tevreden over het resultaat was de steeds maar grenzen verleggende Servais niet, maar Cannes betekende toch een aanmoediging om verder te experimenteren met een technisch procedé dat hij Servaisgrafie doopte.

Taxandria

Daarbij werd voor een perfecte synthese gezorgd tussen acteurs en decors. Uiteindelijk zou alleen nog Nachtvlinders naar het werk van Paul Delvaux volgens die techniek worden gedraaid. Ook bij het ambitieuze Taxandria werd aanvankelijk nog de zelfs in de VS gepatenteerde Servaisgrafie gebruikt, maar in de loop van de productie werd voor het eerst de computer ingeschakeld. Die overvleugelde de Servaisgrafie. Taxandria opende in 1994 het toenmalige Internationaal Filmfestival van Vlaanderen-Gent, tegenwoordig FFG.

Duiven

Ondanks deze technische tegenslag bleef Servais niet bij de pakken zitten en wat hij zelf niet beheerste, vertrouwde hij anderen toe. Atraksion uit 2001 waarin twee gemeenschappen in een gevangenis vegeteren en snakken naar licht was zijn eerste door een computergestuurde kortfilm en werd vertoond op het filmfestival van Venetië. Dan werd het een hele tijd stil en werkte Servais vooral aan een groots Duiven-project. Daarin wilde hij de rol onderstrepen die de postduiven speelden tijdens de eerste wereldoorlog. De plannen en heel veel tekeningen waren al klaar maar financieel kwam de Duiven-serie niet van de grond.

Verschrikking

In zijn jongste films Tank en Der Lange Kerl speelt de Eerste Wereldoorlog opnieuw een grote rol. In Tank ziet men de verschrikking van de soldaten bij de inzet van de eerst tank als oorlogsmachine en in Der Lange Kerl ontmoeten een Franse en een Duitse soldaat elkaar in de loopgraven. De zwaargewonde Franse soldaat, François tracht met goocheltrucjes de Duitser Friedrich te betoveren... Dat laatste roept herinneringen op aan een van de bijnamen van de met meer dan zestig grote prijzen bekroonde Servais zelf: de tovenaar van Oostende. Dat was en is hij ongetwijfeld maar zijn verdiensten liggen nog op veel andere vlakken. Hij zette zich in om goede structuren te creëren voor animatiefilmers, gaf les aan tal van universiteiten, sprak op ontelbare colloquia, stichtte mee het Vlaams Audiovisueel Fonds. Tentoonstellingen en retrospectieven wereldwijd maken van deze bescheiden man er in zijn vakgebied een van wereldformaat.

DSC 4815

Raf Butstraen

Met decennia filmgeschiedenis op de teller is voormalig filmcriticus Raf Butstraen de geknipte man om het laatste filmnieuws te fileren voor Film Fest Gent.