09 20 okt. '24

Ciné Club Flagey presenteert: THE LONG GOODBYE (1973)

P1b66i16cmpao3bc3kk1st3r081
Verdieping 11 jan. 2017
Elke maand stelt Patrick Duynslaegher, artistiek directeur Film Fest Gent, in de Ciné-Club van Studio 5, Flagey Brussel, een van zijn favoriete films voor. Nu donderdag 12 januari is het de beurt aan 'The Long Goodbye', Robert Altmans eigenzinnige kijk op de misdaadwereld van Raymond Chandler.

Robert Altman was al vijfenveertig toen hij in 1970 doorbrak met zijn derde speelfilm, de oorlogssatire 'M.A.S.H.'. Gezien zijn leeftijd en achtergrond hoorde hij niet echt tot de jongere generatie die het New Hollywood werd genoemd (Francis Ford Coppola, George Lucas, Brian De Palma, Martin Scorsese). Toch is hij het die in de heroïsche seventies de meest avontuurlijke films maakte, de grootste artistieke risico’s nam en zich als taaiste rebel opstelde tegen de major studio’s, de conglomeraten, de macht van de agenten en de dictatuur van de marketing. Altman maakte 'The Long Goodbye' tijdens zijn meest creatieve periode waarin hij met films als 'McCabe and Mrs Miller' (1971), 'Images' (1972), 'Thieves Like Us' (1974), 'Nashville' (1975), '3 Women' (1977) en 'A Wedding' (1978) een volstrekt unieke stem liet horen binnen de snel veranderende Amerikaanse cinema.

Raymond Chandler puristen zullen allicht moord en brand schreeuwen bij de hoogst eigenzinnige en eigentijdse private eye die Robert Altman in 1972 opvoerde. Zoals Elliot Gould quasi slaapwandelend en ogenschijnlijk volstrekt onverschillig (‘it’s okay with me’, is zijn motto telkens hij met iets onaangenaam of corrupt wordt geconfronteerd) door de complexe intrige van 'The Long Goodbye' doolt, is hij de meest radicale en anti-heldhaftige incarnatie van Philip Marlowe, een mythisch personage dat al door diverse acteurs werd vertolkt (van Dick Powell tot Robert Mitchum) maar dat we onvermijdelijk blijven associëren met Humphrey Bogart in 'The Big Sleep' (1946) van Howard Hawks. De Marlowe die Altman neerzet is een relikwie uit het glorieuze verleden, een man die vasthoudt aan een ethiek en moraal uit een vervlogen tijd en minder thuishoort in de jaren zeventig dan in 1953, het verschijningsjaar van Chandlers originele roman.

Marlowe’s problemen in 'The Long Goodbye' beginnen als zijn maat Terry Lennox (Jim Bouton) zijn hulp inroept omdat hij vreest dat de politie hem zal verdenken voor de moord op zijn vrouw. De goedgelovige en loyale Marlowe geeft Lennox een lift naar Tijuana maar krijgt bij zijn terugkeer zelf de politie op zijn dak. Om de onschuld van zijn oude makker te bewijzen gaat Marlowe zelf op onderzoek uit. Het spoor leidt naar een gebronsde sirene (Nina Van Pallandt) met wie Lennox een verhouding had; de verdenking valt op haar ziekelijk jaloerse echtgenoot, een schrijver met een drankprobleem. Sterling Hayden speelt deze rol van gekwetste macho alsof hij zich net losscheurde uit een autobiografisch verhaal van Hemingway.

Onze speurder ontdekt ook dat Lennox in behandeling was bij een sinistere psychiater en schulden heeft bij Marty Augustine, een volstrekt onvoorspelbare joodse gangster (gespeeld door de regisseur Mark Rydell) die in een ongelofelijk schokkende scène een Colaflesje verbrijzelt in het lieve snoetje van zijn vriendinnetje. ‘Now that’s someone I love. Think what could happen to you,’ sneert hij tegen Marlowe na deze volkomen gratuite gewelduitbarsting. Als je hem in een latere scène hoort dreigen dat hij de dick van de private dick zal afsnijden, hopen we samen met Marlowe dat we hem niet goed gehoord hebben. Hoe dan ook, hoe meer Marlowe zich in de zaak verdiept, hoe verder hij wegzakt in een moeras van verraad, misleiding en zonovergoten film noir bedrog.

Door de fascinerende manier waarop Robert Altman een excentriek, dromerig Los Angeles schildert, groeit 'The Long Goodbye' uit tot de definitieve neo noir over de stad bij uitstek van de hardgekookte Amerikaanse school.

Hoewel het script van oldtimer Leigh Brackett (van o.a. 'The Big sleep' en 'Rio Bravo' uit 1959) soms diep verborgen ligt onder Altmans improviserende stijl, schenkt het toch aan deze film een steviger ruggengraat en klassiekere structuur, dan doorgaans in het werk van deze regisseur het geval is.
Toch hecht de regisseur ook hier weer minder belang aan plot dan aan karaktertekening, sfeer, tempo en toon. Typisch voor Altman is hoe hij in de beginscènes meer geïnteresseerd is in Marlowe’s lastige relatie met zijn veeleisende kat dan in Marlowe’s afwezige interactie met menselijke exemplaren. Door de fascinerende manier waarop hij een excentriek, dromerig Los Angeles schildert, groeit 'The Long Goodbye' uit tot de definitieve neo noir over de stad bij uitstek van de hardgekookte Amerikaanse school. We mogen dan nog 1973 schrijven, de sfeer van de sixties, met zijn psychedelische uitwassen en anti-establishment reflexen, zit er nog dik in.

Altman amuseert zich ook door in zijn labyrintische film gretig met cinefiele referenties te strooien, van de schrijver die de oceaan inloopt zoals James Mason in 'A Star Is Born' (1954) over een bewakingsagent die voortdurend oude filmsterren imiteert tot de bittere ironie van het eindshot dat naar de finale van 'The Third Man' (1949) verwijst, maar dit keer met het deuntje Hurray for Hollywood op de soundtrack.

Louter inzake mise-en-scene is 'The Long Goodbye' een absoluut meesterwerk. De hele film is in beeld gebracht volgens een consequent volgehouden parti-pris: de camera staat nooit stil; zelfs als we de indruk krijgen dat er geen beweging is, sluipt de camera zachtjes rond. Altmans creatieve gebruik van de zoomlens is verbluffend. Zijn even virtuoze als avontuurlijke D.O.P. Vilmos Zsigmond combineert deze soepele cameravoering met een desoriënterend gebruik van licht en reflecties, zoals in de scènes in het strandhuis in Malibu (Altmans optrekje in die jaren) waar de personages in de grote ramen weerkaatst worden en opgeslorpt lijken door de woeste oceaan die dankzij het telelenseffect tegen het glas lijkt te beuken.

De muziek werd gecomponeerd door de toen_ het pre -'Jaws' en 'Star Wars' tijdperk _ nog vrij onbekende John Williams die hier duidelijk ruimte kreeg om te experimenteren. Zo is zijn jazzy hoofdthema ‘It’s a Long Goodbye’ tegelijk de titelsong (met lyrics van Johnny Mercer) en een melodietje dat in allerlei variaties in het verhaal opduikt: als muzak in de nachtwinkel, als een tango en in een blues versie, als een pianosolo en gebracht door een Mariachi band tijdens een Mexicaanse uitvaart, tot een deurbel melodietje toe. Het zijn deze speelse elementen die van 'The Long Goodbye' een klassieker maken waar je niet plichtsgetrouw naar kijkt, maar waar je telkens weer blijft van genieten.

The Long Goodbye’; donderdag 12 januari om 19:30 in Ciné-Club, Studio 5, Flagey Brussel. Inleiding en nagesprek door Patrick Duynslaegher.
Reservaties: www.flagey.be / www.cinematek.be

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van nieuws over het festival, de films en de filmmakers, en onze activiteiten doorheen het jaar?