Regisseur
Gabriel Auer
Componist
Carlos Andreu
Met
Agnès Château, Didier Sauvegrain, Emilio Sánchez-Ortiz
Editie 1981
90'
-
1980
-
Oorlog, Drama
-
Taal:
Frans
GABRIEL AUER
Heeft slechts één langspeelfilm gedraaid, nl. deze VACANCES ROYALES ('80). Studeerde aan de universiteit te Montreal op het einde van de jaren '60. Zijn eerste filmische aktiviteit was een medewerking aan LA SALAMANDRE van Alain Tanner, film die hij eveneens coproduceerde; later in '77-78 was hij assistent voor Charlotte Dubreuil en Jean-Michel Carré. Auer is vooral bekend voor zijn kortfilms: J'FAIS DU POUCE ('71), CHIENNERIE ('72), PORTRAIT D'UN CHATELAIN ('74), LE DESTIN DE JEAN-NOEL ('75) en DE MA FENÊTRE ('78). Van zijn hand liggen nu zo'n vijftal scenario's op verfilming te wachten.
Het einde van het Frankrijk van Giscard d'Estaing is gekenmerkt door het ontstaan van een regionale cinema, die terugkeerde naar zijn bronnen: het volk en die tenminste "iets" over het Frankrijk van vandaag vertelt. Gabriel Auer verfilmde het scenario van Carlos Andreu, die zijn eigen belevenissen neerschreef. Carlos Andreu is een Katalaanse politieke zanger - hij schreef ook het finalelied van de film - en werd door de Franse centrale macht als "anarchist" op fiche gezet; hij werd tijdens het bezoek van de Spaanse koning Juan Carlos thuis "opgepikt" en in een "gevangenis" gestopt. Om de staatsveiligheid te verzekeren werd hij op staatskosten naar Belle-Ile (Bretagne) gevoerd en verbleef er in een "hotel-gevangenis" met 12 andere Spaanse emigranten.
VACANCES ROYALES werkt op drie niveaus, het wordt wel een beetje ingewikkeld maar dat werkt terzelfdertijd stimulerend. Er is ten eerste een serie televisie-interviews van de acht verbannenen van Belle-Ile die hun wedervaren vertellen, hun ideëen over het staatsgeweld tegenover het individueel geweld uitleggen, hun visie geven op het politiek geweld. Ten tweede heeft Auer het verblijf op het Bretoens eiland in een fiktie-film uitgewerkt-gebruik
van beroepsakteurs - onder de vorm van een dramatische komedie. Tenslotte is er een tweede fiktiedeel, dat noch dokument, noch wedersamenstelling is: een nieuw personage, een jonge neo-militant, wordt hier ten tonele gebracht; hij stelt zich eveneens vragen over het probleem van de gewapende strijd in onze maatschappij.
De grote verdienste en ook durf van Auer is dat hij een film heeft ondernomen over een belangrijk fenomeen, nl. dat van het terrorisme. In zoverre terrorisme niet past in het kader van een avonturenfilm, is dit thema voor zo goed als onaangeroerd gebleven in de Euro-Amerikaanse film. De kineast stelt een machtsmisbruik van overheidswege voor, hij dramatiseert dit niet overmatig, en toont dat niet als de afschuwelijkste onder alle misdaden. Auer beperkt zich tot het aanklagen van het overdreven gebruik van "staatsbelang". Indien er meerdere repressiegraderingen zijn, toont Auer ons alleen de laagste, en bewijst dat, mits een zekere takt, de overheid kan handelen zonder dat er iemand boos wordt of protesteert. Hoe kan men hiertegen reageren? Enkelen stellen voor, beroep te doen op de gewapende strijd, op het terrorisme. Toni, hoofdpersoon in het derde deel, werpt in het laatste beeld, zijn wapen de Seine in.
Vanaf het begin treden we met VACANCES ROYALES in een brandpunt van de aktualiteit. Echt een politieke inhoud, omdat de visies op het gebeuren meervoudig en tegengesteld zijn, en omdat de kineast ons geenszins een vervelend werk aflevert met vooropgezette ideëen. Dit is eigenlijk nooit de bedoeling geweest van een film, maar gedurende enkele jaren is het resultaat wel eens zo uitgevallen. Auer heeft dit goed begrepen: zijn film is zeer beheerst en bestaat uit een menigvuldigheid van vragen. "Ik weet", zegt de kineast, dat velen mij zullen verwijten dat ik het terrorisme aanklaag. Maar opgelet, ik veroordeel het in onze maatschappij, ik geloof aan een strijd die aangepast is aan de maatschappij; ik geloof dat, indien ik in Centraal Amerika zou leven, ik wel de wapens had opgenomen. Ik geloof dat we de verschillende niveaus van repressie niet mogen verwarren. Men moet weten waarom men strijdt, met welke wapens en tegen wie men strijdt".
VACANCES ROYALES sluit op het niveau van filmstruktuur aan bij de nieuwste richting. Auer steekt het niet weg: hij aanbidt Alain Resnais. Zijn film draagt dan ook die stempel. De vergelijking Auer-Resnais is niet haalbaar met MON ONCLE D'AMERIQUE maar veeleer met MURIEL. Het eksperimenteren met de verhoudingen fictie-document deed Auer overigens
reeds in zijn kortfilms. Hij verweeft verschil/ende verhaalvormen, die verschillende
politieke niveaus inhouden.
Heeft slechts één langspeelfilm gedraaid, nl. deze VACANCES ROYALES ('80). Studeerde aan de universiteit te Montreal op het einde van de jaren '60. Zijn eerste filmische aktiviteit was een medewerking aan LA SALAMANDRE van Alain Tanner, film die hij eveneens coproduceerde; later in '77-78 was hij assistent voor Charlotte Dubreuil en Jean-Michel Carré. Auer is vooral bekend voor zijn kortfilms: J'FAIS DU POUCE ('71), CHIENNERIE ('72), PORTRAIT D'UN CHATELAIN ('74), LE DESTIN DE JEAN-NOEL ('75) en DE MA FENÊTRE ('78). Van zijn hand liggen nu zo'n vijftal scenario's op verfilming te wachten.
Het einde van het Frankrijk van Giscard d'Estaing is gekenmerkt door het ontstaan van een regionale cinema, die terugkeerde naar zijn bronnen: het volk en die tenminste "iets" over het Frankrijk van vandaag vertelt. Gabriel Auer verfilmde het scenario van Carlos Andreu, die zijn eigen belevenissen neerschreef. Carlos Andreu is een Katalaanse politieke zanger - hij schreef ook het finalelied van de film - en werd door de Franse centrale macht als "anarchist" op fiche gezet; hij werd tijdens het bezoek van de Spaanse koning Juan Carlos thuis "opgepikt" en in een "gevangenis" gestopt. Om de staatsveiligheid te verzekeren werd hij op staatskosten naar Belle-Ile (Bretagne) gevoerd en verbleef er in een "hotel-gevangenis" met 12 andere Spaanse emigranten.
VACANCES ROYALES werkt op drie niveaus, het wordt wel een beetje ingewikkeld maar dat werkt terzelfdertijd stimulerend. Er is ten eerste een serie televisie-interviews van de acht verbannenen van Belle-Ile die hun wedervaren vertellen, hun ideëen over het staatsgeweld tegenover het individueel geweld uitleggen, hun visie geven op het politiek geweld. Ten tweede heeft Auer het verblijf op het Bretoens eiland in een fiktie-film uitgewerkt-gebruik
van beroepsakteurs - onder de vorm van een dramatische komedie. Tenslotte is er een tweede fiktiedeel, dat noch dokument, noch wedersamenstelling is: een nieuw personage, een jonge neo-militant, wordt hier ten tonele gebracht; hij stelt zich eveneens vragen over het probleem van de gewapende strijd in onze maatschappij.
De grote verdienste en ook durf van Auer is dat hij een film heeft ondernomen over een belangrijk fenomeen, nl. dat van het terrorisme. In zoverre terrorisme niet past in het kader van een avonturenfilm, is dit thema voor zo goed als onaangeroerd gebleven in de Euro-Amerikaanse film. De kineast stelt een machtsmisbruik van overheidswege voor, hij dramatiseert dit niet overmatig, en toont dat niet als de afschuwelijkste onder alle misdaden. Auer beperkt zich tot het aanklagen van het overdreven gebruik van "staatsbelang". Indien er meerdere repressiegraderingen zijn, toont Auer ons alleen de laagste, en bewijst dat, mits een zekere takt, de overheid kan handelen zonder dat er iemand boos wordt of protesteert. Hoe kan men hiertegen reageren? Enkelen stellen voor, beroep te doen op de gewapende strijd, op het terrorisme. Toni, hoofdpersoon in het derde deel, werpt in het laatste beeld, zijn wapen de Seine in.
Vanaf het begin treden we met VACANCES ROYALES in een brandpunt van de aktualiteit. Echt een politieke inhoud, omdat de visies op het gebeuren meervoudig en tegengesteld zijn, en omdat de kineast ons geenszins een vervelend werk aflevert met vooropgezette ideëen. Dit is eigenlijk nooit de bedoeling geweest van een film, maar gedurende enkele jaren is het resultaat wel eens zo uitgevallen. Auer heeft dit goed begrepen: zijn film is zeer beheerst en bestaat uit een menigvuldigheid van vragen. "Ik weet", zegt de kineast, dat velen mij zullen verwijten dat ik het terrorisme aanklaag. Maar opgelet, ik veroordeel het in onze maatschappij, ik geloof aan een strijd die aangepast is aan de maatschappij; ik geloof dat, indien ik in Centraal Amerika zou leven, ik wel de wapens had opgenomen. Ik geloof dat we de verschillende niveaus van repressie niet mogen verwarren. Men moet weten waarom men strijdt, met welke wapens en tegen wie men strijdt".
VACANCES ROYALES sluit op het niveau van filmstruktuur aan bij de nieuwste richting. Auer steekt het niet weg: hij aanbidt Alain Resnais. Zijn film draagt dan ook die stempel. De vergelijking Auer-Resnais is niet haalbaar met MON ONCLE D'AMERIQUE maar veeleer met MURIEL. Het eksperimenteren met de verhoudingen fictie-document deed Auer overigens
reeds in zijn kortfilms. Hij verweeft verschil/ende verhaalvormen, die verschillende
politieke niveaus inhouden.
Image gallery
Generiek
Regisseur
Gabriel Auer
Componist
Carlos Andreu
Met
Agnès Château, Didier Sauvegrain, Emilio Sánchez-Ortiz
Scenario
Gabriel Auer, Carlos Andreu
Cinematograaf
Robert Alazraki
Monteur
Joëlle Hache
Meer informatie
Taal
Frans
Productielanden
Frankrijk
Jaar
1980