E05edca3 b58f 4e27 a542 6e2b3028510c

Bruce Ricker

The Last of the Blue Devils

Regisseur Bruce Ricker Met Buddy Anderson, Count Basie, Eddie Durham
Editie 1981
90' - 1979 - Documentaire, Muziek/Musical - Taal: Engels
BRUCE RICKER
Behaalde zijn Bachelor of Arts te New-York, studeerde verder rechten in dezelfde stad. Doceerde rechten en had een praktijk te Kansas City. Daar bedacht hij een film over de Kansas City Bands. In '74 en '75 nam hij het filmmateriaal op, maar beëindigde de film slechts in '79. Ondertussen keerde Bruce Ricker terug naar New-York om zich full-time met film bezig te houden. Ricker was ook nog filmkritikus bij verschillende tijdschriften en kranten.

Toen Bruce Ricker in 1970 te Kansas City aankwam, kwam hij onmiddellijk in de ban van de jazzstad; in 1972 leerde hij een aantal oude jazz-musici kennen die hadden gespeeld bij de grote, kwasi legendarische bands die in Kansas waren ontstaan tussen 1920 en 1940, zoals de Oklahoma City Blue Devils en de bands van Bennie Moten, Jay McShann en Count Basie. Kansas City begon als een centrum voor graan en vleestransport. Na de lange tocht met het vee, hadden de veebegeleiders in de stad behoefte aan drank, spel en vrouwen. De traditie kende een hoogtepunt in de jaren '20 en '30 als Kansas City het centrum werd van een intense concentratie aan nachtleven, dat werd geruggesteund door één van de machtigste machines uit de Amerikaanse politiek, nl. deze van Tom Pendergast. De nood aan muziek om de spelers en de nachtelijke klanten te ontspannen, verschafte menige jobs voor de musici, die een betrekkelijk gemakkelijk leven kenden tijdens de depressie van die periode.

THE LAST OF THE BLUE DEVILS vertelt ons de geschiedenis van de muziek die in deze kontekst ontstond. Velen onder de vernieuwende jazz-musici uit die periode speelden in de rondtrekkende Oklahoma City Blue Devils-band. De naam van "Blue Devil" werd ontleend aan de naam van de "prikkeldraadknippers" uit de vee-oorlogen (cfr. HEAVENS GATE). Onder die musici zaten Count Basie, Lester Young, Buster Smith, Eddie Durham, Jimmy Rushing, Walter Page, Hot Ups Page en Ernie Williams. De meesten onder hen gingen zich te Kansas City vestigen en werden lid van de befaamde Bennie Moten band tot deze in 1935 overleed. Een nieuwe band werd gevormd o.l.v. Count Basie. Naast deze laatste ontpopten Big Joe Turner en Jay McShann zich tot grote musici. Uit dit rijke erfgoed groeide een figuur als Charlie "Bird" Parker.

Velen onder deze grote jazzmusici keerden zo'n 40 jaar later terug naar Kansas City, zo ongeveer op het ogenblik dat de vakbonden der musici uit Kansas City hun segregatiepolitiek ophieven. Na de fusie vormden de zwarte musici hun vergaderzaal om tot een privé-organisatie gekend als de "Mutuel Musicians Foundation". Daar kwam Bruce Ricker bijna elk week-end op bezoek in gezelschap van musici. Hij nam het besluit dat dit gebeuren op film moest vastgelegd worden. De plaatselijke (grote) goden waren er natuurlijk enthousiast over - onder hen Ernie Williams en Herman Walder. Ricker bracht dan een bezoek aan Jay McShann en ook hij vond het onmiddellijk een goed idee en belde Joe Turner en Jesse Price in Los Angeles op. Allen waren dus bereid op te treden; alleen Count Basie ontbrak op het appel. Diens manager vertelde dat de Count in de voorziene periode een concert gaf in Missouri en waarschijnlijk ook naar Kansas City zou komen. Het memorabele week-end van 22/23 maart '74 was dus in kannen en kruiken. Toen werd het gros van de concertopnamen gemaakt en ook het interview met Count Basie. Op 21 maart '75 werden dan opnamen gemaakt van het concert van Count Basie and his Orchestra in de Universiteit van Kansas te Lawrence. Bruce Ricker wist wel dat hij grote namen had vermeld, maar dat er toch andere belangrijke mensen ontbraken. In het najaar '75 werden Bus ter Smith, Jo Jones, Gene Ramey, Eddie Durham, e.a. naar Kansas City gehaald voor aanvullende opnamen. Bruce Ricer had 24 à 30 u filmmateriaal verzameld, maar geld was er niet, dus het was nu zoeken om het projekt te beëindigen. Slechts in het voorjaar van 1979 lukte dit. Uiteindelijk bleven er 90 minuten over van wat waarschijnlijk de boeiendste jazz-dokumentaire is geworden.

Image gallery

E05edca3 b58f 4e27 a542 6e2b3028510c
9b08f2c8 5045 4137 ace0 5f9a84529e68

Generiek

Regisseur

Bruce Ricker

Met

Buddy Anderson, Count Basie, Eddie Durham

Scenario

John Arnoldy

Cinematograaf

Arnie Johnson

Monteur

Thomasin Henkel

Meer informatie

Taal

Engels

Productielanden

Verenigde Staten van Amerika

Jaar

1979