09 20 okt. '24
A5099682 7fee 46c4 9d81 a14c34d72e94

Jack Hazan, David Mingay

Rude Boy

Editie 1981
133' - 1980 - Drama, Muziek/Musical - Taal: Engels
Regisseur: Jack Hazan, David Mingay Componist: Mick Jones, Joe Strummer Met: Dave Armstrong, Barry Baker, Terry Barry
JACK HAZAN & DAVID MINGAY
RUDE BOY is de tweede co-produktie van Jack Hazan en David Mingay. In 1974 tekenden zij voor het ingenieuze dokument over de schilderfiguur David Hockney, A BIGGER SPLASH. David Mingay is sinds 1967 montage-assistent bij de BBC. Hij monteerde Jack Hazans GRANT NORTH (1969), THE OTHER SIDE OF THE UNDERNEATH (Jane Arden, 1972), THE DOUBLE HEADED EAGLE (Lutz Becker, 1973), MY WAY HOME (Bill Douglas 1977) en de dertiendelige TV-serie "Cinema-The amazing Years" (1974-77). Jack Hazan realiseerde, produceerde en fotografeerde ESPECIALLY AT MY TIME OF LIFE (1966), GRAND NORTH (1969), A BIGGER SPLASH (1974) en RUDE BOY (1980).

RUDE BOY van Jack Hazan en David Mingay is een interessante tijdsopname van Engeland anno 1978. Sfeer van desillusie, ekonomische depressie, politiek falen. En "punk" als veruiterlijking van een defaitistische generatie, werken liefdeloos (hoofdpersonage Ray: "I don't believe in love''). Drie elementen worden in de prent gekombineerd. Ray hangt zomaar wat rond. Hij verdeelt zijn tijd tussen zijn job in een sex-shop van Soho en onstuimige eskapades in pubs en punk-clubs. Zijn desperate dooltocht eindigt voorlopig als hij wordt aangenomen als "roadie" van The Clash. Ray maakt zo hun 1978-tournee door Engeland en Schotland mee, inklusief de moeilijkheden met het gerecht en de "Rock against Racism"-koncerten. In de Londense voorstad Brixton vechten National Fronters tegen de "Black British". Nabij een bushalte wordt een groep jonge zwarten door politie in burger op video geregistreerd. In haar verkiezingskampagne eist Margaret Thatcher meer "law and order". De jonge zwarten worden beschuldigd van samenzwering. Bekentenissen worden onder druk afgenomen. Het bindelement tussen Ray en The Clash en het Londense straatgebeuren zijn een twintigtal songs, uitgevoerd door The Clash.

Want in RUDE BOY draait alles rond (de optredens van) The Clash. Zij zijn op de scène de spreekbuis van een generatie van misprezen en werkloze jongeren, zonder toekomstperspektieven. The Clash-koncerten zijn een voortzetting van de straatmanifestaties. Maar off-stage hebben de groepsleden het heel wat moeilijker om hun ideëen te verantwoorden. Ray, die niets met het politieke gedoe wil te maken hebben - zijn beste vriend is een skinhead - komt dan ook in konflikt met de The Clash. Wanneer hij aanvoelt dat zij hun tekst "White Riot" enkel muzikaal kunnen waarmaken en van een groter wordende populariteit proeven, rebelleert Ray en keert terug naar zijn job in de sex-shop.

Ray Gange speelt in RUDE BOY Ray Gange. Hij werd tijdens de voorbereiding van de film door Mingay in een punk-club gekontakteerd. Na een aanvankelijke weigering, stemde hij toe in de film op te treden, "voor het geld". Hij was mee verantwoordelijk voor het scenario en beeldt op voortreffelijke wijze zichzelf uit: een anti-held. The Clash moet nauwelijks voorgesteld worden. Samen met de Sex Pistols waren zij bij de eersten om de selekte Newyorkse white punk rock van de zeventiger jaren tot een bittere, Engelse punkbeweging om te bouwen. The Clash voegde er reggae-elementen, afkomstig van de Westindische Londense kolonie met roots in Jamaica, aan toe. Dit origineel koncept, gekoppeld aan duidelijk politiek gekleurde teksten, maken dat The Clash na de latere new, no en cold wave overeind gebleven is.

Dat ook de film weinig aan aktualiteit ingeboet heeft, bewijzen de recente rassenrellen deze zomer in Brixton. Jack Hazan en David Mingay verwijzen met het impressionistisch tijdsbeeld in RUDE BOY uitdrukkelijk naar de latente spanning in de door migranten bevolkte Londense voorsteden. Een rij van enkele honderden Engelse "bobbies" ter bescherming van een handjevol manifesterende National Fronters levert trouwens fabuleus beeldmateriaal op, kenmerkend voor de uitgekiende fotografie van de prent.

In RUDE BOY wordt net als in Chris Petits RADIO ON de leegheid en de onmacht van de in beeld gebrachte personages getoond. Het immer dronken rondzwermen van Ray, het ontzettende nietsdoen, komt (in deze krisistijden) gruwelijk realistisch over en maakt van de film, zoals realisator Jack Hazan het uitdrukte, "een rock-opera van onze tijd".

Image gallery

E2ce8dd5 e9f7 459e 8239 95e01c6de71c
A5099682 7fee 46c4 9d81 a14c34d72e94

Generiek

Regisseur

Jack Hazan, David Mingay

Componist

Mick Jones, Joe Strummer

Met

Dave Armstrong, Barry Baker, Terry Barry

Scenario

David Mingay, Ray Gange

Cinematograaf

Jack Hazan

Monteur

David Mingay, Peter Goddard

Producent

Jack Hazan, David Mingay

Meer informatie

Taal

Engels

Productielanden

Verenigd Koninkrijk

Jaar

1980

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Wil je op de hoogte blijven van nieuws over het festival, de films en de filmmakers, en onze activiteiten doorheen het jaar?